zondag 14 mei 2017

''Let's just have the time of our lives.''

Het leuke aan dat ik nu eindelijk binnen één uur vliegen vanaf Nederland woon is al het bezoek. De afgelopen tijd heb ik meer bezoek gehad dan in mijn Samos en LA tijd bij elkaar. En ondertussen ben ik een ontelbaar bezoekjes aan de Brighton Pier, the Lanes en de I360 (check dat!) verder en is het standaard antwoord op de vraag wat ik ga doen in het weekend; ‘‘I’m having friends coming over.’’ Afgelopen week vroeg een collega of ik Nederland mis en wanneer ik zelf terug ga om familie te zien. Het zette mij aan het denken en ik kwam tot de conclusie dat ik al mijn vakanties van dit jaar al ingepland heb en een bezoekje aan Nederland daar geen deel van uit gaat maken. En dat terwijl de laatste keer dat ik in Nederland was Koningsdag nog Koninginnedag heette, de laatste moederdag die ik vierde in Nederland vijf jaar geleden is en ik me het laatste Bevrijdingsfestival niet eens meer kan herinneren. 

Voor de mens die nu denkt dat ik een hekel aan Nederland heb, totaal niet. Het verbaast me alleen hoe ik zo snel mijn weg weer gevonden heb hier in Brighton dat ik niet nonstop meer verlang naar Nederland. Misschien komt dat ook omdat ik mij inmiddels thuis voel op zoveel meer plekken in de wereld dan alleen Nederland, ik weet het niet.  Anyway, ik zeg nog steeds vol trots ‘‘I’m from the Netherlands’’, Filet American, kroketten en satésaus zijn nog steeds mijn lievelingseten en ik heb nog steeds een zwak voor Marco Borsato liedjes (en nog wat andere (hele foute) Nederlandse zangers) – alles gaat dus verder nog goed.

Een paar weken geleden kwam mijn nichtje naar Brighton, wat perfect goed getimed was want ik had een lang weekend (blijkbaar is 1 mei hier een officiele feestdag, nog iets leuks van een nieuw land, er zijn altijd feestdagen en extra vrije dagen op de momenten dat je het niet verwacht). Dus we deden een rondje Brighton, probeerden bruin te worden op het strand in het gezelschap van een fles wijn, bezochten het Foodfestival (dat ik over 4 weken in bikini op een Grieks strand moet rondhuppelen vergat ik even voor het gemak), en deden een shopping marathon door Londen.

200 kraampjes met eten, I like!

 
 
Shop till you drop!

 
Mijn balkon is misschien wel het beste van mijn hele huis?

Het allerleukste aan Londen? Al die kleine onontdekte straatjes. 

... met de leukste New York-style-koffietentjes. 

 Het weekend daarvoor kwam een oud-collega van Samos en brachten we de avond door in een Grieks restaurant, waar we naast souvlaki en gyros en tzatziki ook een ouzo variant voorgeschoteld kregen, waar we vooral de volgende dag vrij niet zo blij mee waren. 

2 Mei 2017 was mijn vijfde diabetes verjaardag. Toch wel een gekke mijlpijl, ik kan mijn die dag in 2012 nog zo goed herinneren en ondanks dat het een ellendige ziekte is heeft het zoveel veranderd in mijn kijk op alles. Ik heb nu meegemaakt dat je leven van de een op andere dag totaal anders kan zijn. Dat niets vanzelfsprekend is. En juist doordat ik weet dat je duizend complicaties kan krijgen van diabetes en ik dat nu nog niet, doe ik juist nu alles wat mij gelukkig maakt. Je weet nooit hoe je erbij zit over een half jaar. Of over 2 jaar of over 5 jaar. Die 2 mei 2017 was een rare dag, onbewust beleefde ik alles weer opnieuw, het ziekenhuis, alle dokters, die naalden, de angst dat ik nooit meer een leuk leven zou kunnen hebben en dat ik misschien wel nooit meer vrienden zou hebben – wie wil er nou bevriend zijn met iemand met een super niet coole ziekte? (Oke, inmiddels kan ik met volle overtuiging zeggen dat die gedachte nergens op sloeg, maar toenertijd was ik daar 24/7 druk mee in mijn hoofd).


Ik heb er die hele dag over getobd of ik open moest zijn over deze dag. Het rare aan het hebben van een chronische ziekte is dat ik aan de ene kant juist absoluut niet wil dat mensen mij zien als een zielig persoon met een ziekte, ik wil juist laten zien dat je leven niet op houdt op het moment dat je diabetes type 1 hebt. Maar aan de andere kant vind ik het juist belangrijk dat er wel aandacht aan deze ziekte geschonken wordt en is een geneesmiddel nog steeds mijn grootste droom. Uit eindelijk besloot ik er toch een post aan te wijden op Facebook en voelde het een beetje alsof ik ‘‘naakt’’ ging op Facebook. Laten we eerlijk zijn, heel social media is toch vooral een ‘‘kijk hoe ontzettend leuk leven ik heb’’ en daar doe ik net zo goed aan mee, waardoor het raar voelde om dit zo te plaatsen. Maar dit was allemaal voor niks want ik kreeg zoveel lieve en mooie reacties, dat ik uiteindelijk blij was dat ik het geplaatst had.

Over naar leukere dingen, bijvoorbeeld het bezoek aan Coworth Park, een vijfsterren hotel een uur buiten London, met een groot landgoed eromheen, inclusief poloveld én het huis waar John Lennon zijn ‘‘Imagine’’ schreef. Of afgelopen woensdagavond toen ik met collega’s naar Lanesborough, een vijfsterren hotel bij Hydepark in London ging, uitnodigingen voor events in deze hotels (waar ik anders never nooit zou komen), met goodybags en perfect eten maken mijn werk toch wel het allerleukst werk! Aankomende week is de laatste week van de 4-maanden durende training, wat wordt gevierd met een echte diploma-uitreiking. Mission #1, almost completed! 


Ik wil hier wonen?


Weekenden doorbrengen op het terras zijn een van de beste!


Voor het eerst in mijn leven stond ik in de gym met een glas champagne. Beviel wel opzich.

       

Happy nieuwe krullen! Weinig dingen maken mij echt nog zenuwachtig, maar naar een nieuwe kapper gaan is toch altijd wel een dingetje - maar deze keer vrij goed gelukt!


maandag 17 april 2017

High heels, no clouds, sunkissed - can't stop.

Het voelt alsof ik weer terug ben in 2014. Los Angeles, een koffietentje op de hoek van de straat, een relaxt ochtend muziekje door de speakers, de geur van koffiebonen, een vanilla latte naast me op tafel en ik zit te typen.

Drie jaar later, hetzelfde meisje, maar dan zes bergen levenservaring rijker. Niet meer in the City of Stars in the Golden State maar in het (af en toe) zonnige Britse Brighton, met de zee op loopafstand en Londen binnen een uur. Met een hart dat verlangt naar de Griekse levenstijl, de Griekse temperatuur, mentaliteit en de siësta’s. Maar met een verstand dat zegt dat ze op de juiste weg is.




 


Eten op het strand is inmiddels mijn lievelings-bezigheid geworden.


Sinds dat ik weer vertrokken ben na een korte stop in Nederland, afgelopen januari, bestaat mijn leven weer uit avontuur. Mistte ik in Griekenland het hebben van een zelf ingericht huis, met mijn eigen, zelf gekochte bank en bed, hier in Brighton heb ik dat nu. Ik betaal netjes iedere maand huur, heb een 32-delige bestekset, matchende theedoeken en zelfs een schilderij aan de muur. Memorabel te noemen was het moment  dat ik voor het eerst van mijn leven een stofzuiger kocht. Verder besteed ik iedere week een fortuin aan  verse bloemen en doe ik standaard (vanille) kaarsjes aan als het donker wordt, wat me weer laat inzien dat ik stiekem toch wel een housewife ben.



 

Merkte ik dat ik tijdens mijn werk in Griekenland steeds vaker op de automatische piloot overging, hier heb ik nu zoveel uitdaging dat ik soms verlang naar die automatische piloot. Er zijn momenten geweest de afgelopen weken dat het huilen mij nader stond dan het lachen en dat ik jaloers was op een ieder die gelukkig wordt van 20 jaar hetzelfde werk doen. Dat ik desondanks tot nu toe al mijn assessments met een glorieuze score (#teamnerd) heb gehaald, laat me toch weer inzien dat er in ieder geval iets goed gaat.



Kan het Britser?!


Wanneer een deel van je werk bestaat uit luxe lunches in fabulous hotels in London.


En het maakt mij ook wel weer heel gelukkig, een nieuwe stad met nieuwe mensen en een nieuwe cultuur en een nieuw accent (oh wat haatte ik het Britse accent in het begin). De kleinste dingen zijn ineens weer een avontuur geworden. Voor het eerst mijn was doen in een wasserette (wat voelde ik me ongemakkelijk toen ik met een wasmand onder mijn arm over straat wandelde), een burgerserver nummer aanvragen (Na een interview van een half uur vol met really personal questions; ‘Wil je hier je handtekening zetten en ons je paspoort geven? Dan gaat mijn collega nu controleren of je handtekening wel overeenkomt met die van je paspoort en of je wel echt bent wie je zegt dat je bent.’’ Oh oke?) tot iets simpels als de straat oversteken (auto’s komen hier van iedere mogelijke kant en ik ben inmiddels 12 bijna dood ervaringen rijker) en de buschauffeur bedanken als je uitstapt (ik leerde van mijn collega’s dat er bijna niets onaardiger is dan dat je de buschauffeur niet bedankt bij het uitstappen, ‘hij heeft je veilig naar je bestemming gebracht!’’ – en okee daar zit wel wat in). En dan is er nog het geld, met contant geld betalen gaat ongeveer zo; ‘4 pound 35 please’’ – Ik leeg mijn portemonnee op de toonbank, ‘Is dit genoeg?’’. Na twee maanden iedere dag deze vernedering moeten doorstaan, heb ik mij er bij neergelegd dat ik een soort kleingeld dyslexie heb en is contactloos betalen mijn nieuwe beste vriend geworden.



 

   




Long story short, ik ben weer terug op deze blog, nieuwe ronde, nieuwe vrienden, nieuw land, nieuwe kansen!
      

vrijdag 4 september 2015

''Lieve Aram.''

Afgelopen maandagavond kende ik je nog niet. Ik was uit eten met vriendinnen en we praatten over wat voor werk we in de winter wilden gaan doen. We klaagden over hoe lastig het was om een baan te vinden in Nederland en dat we weer in zo’n koud en regenachtig land moeten gaan wonen. Dat we de deur straks niet uit kunnen zonder handschoenen en een sjaal, dat we ’s ochtends eerst het weer bericht moeten gaan checken. We hadden het erover hoe fijn het is om zo dicht bij de zee te wonen en hoe gastvrij de Grieken zijn. We bestelden nog maar een Saganaki en een paar stokjes Souvlaki, want ach, in Nederland gaan we wel weer sporten.

Zou dat het moment geweest zijn dat jouw mama je op de boot tilde daar in Turkije? Dat je je oranje zwemvest omkreeg en dat je toekeek hoe al die andere kindjes de boot op kwamen met hun moeders? Vond je het spannend en had je door wat er ging gebeuren? Of had je geen idee en vond je het wel leuk dat jullie gingen varen?

Ik kende jou toen nog helemaal niet. Ik zag je voor het eerst dinsdagmorgen. Jullie boot was net door de havenpolitie naar de haven gebracht. De politieman tilde je uit de boot en je was helemaal doorweekt. Je zat op de grond in de haven om je heen te kijken en je moeder bleef naar het water staren. Ik zag dat je naast je zusje zat, die in een warmhouddeken op de grond lag. Hoe lang ben jij al grote broer? Twee maanden? Drie maanden?

Ik gaf jouw moeder namens het Rode Kruis een doos met flesjes water, sap en crackers, je keek er naar alsof het het grootste cadeau was wat je ooit had gekregen. Ik gaf jouw moeder droge kleren voor je en ze kleedde je snel om. Je kreeg een schone luier om en droge schoentjes waarop je trots rond wandelde. Een ander meisje van jouw leeftijd kwam naar je toe en zei iets tegen je in jouw eigen taal. Ze had een bellenblaas gekregen van een andere vrijwilliger en was grote bellen aan het blazen. Jij keek ernaar en stond op. Je probeerde alle bellen te vangen. Ik deed met je mee en samen prikten we de bellen kapot. Je begon te lachen en klapte in je handjes toen ik een grote bel doorprikte. Je probeerde dat zelf ook te doen maar de bellen waren al snel te hoog. Ik tilde je op en eindelijk lukte het je, en je schaterde het uit. Vanuit mijn ooghoek zag ik een glimlach op het gezicht van je moeder verschijnen en het leek alsof ze even al haar zorgen vergat.

Ineens begon je te gillen en naar het water te wijzen. In de verte kwam de havenpolitie aan varen met daarachter weer een grote zwarte rubberboot, boot nummer vier van die ochtend. Ik zette je op de grond en je rende richting het water. Je moeder stond op en keek naar de boot die dichterbij kwam. Andere kinderen werden ook enthousiast en begonnen te zwaaien en te rennen.

De boot kwam dichterbij en ik zag dat de boot vol zat met mannen. Je keek zoekend en probeerde je vader te herkennen tussen al die mannen in oranje zwemvesten. Ze stapten een voor een de boot af en toen zag je je papa. Je rende naar hem toe en knuffelde zijn been. Ik zag je vader naar je moeder kijken. Ik zag de emoties in je vaders ogen. Geluk dat hij veilig op Griekse bodem stond, de angst van alles wat hij heeft moeten doorstaan, de opluchting dat jullie als gezin weer samen zijn, het verdriet om deze hele situatie.
Van de havenpolitie moesten jullie bij elkaar gaan zitten. Je zat op je vaders schoot en keek naar je kleine zusje die in de armen van de medewerker van het Rode Kruis lag. Je moeder zat naast je en hield je hand vast. Je kreeg een nummer op je arm geschreven. Nummer 18, van boot nummer 3 die arriveerde op dinsdagmorgen 1 september.

Ik kon vanaf dat moment weinig nog voor jullie doen. Ik zette jullie doorweekte rugzakken iets uit elkaar zodat ze beter konden drogen. Ik zwaaide naar je en je zwaaide terug, je moeder zei zachtjes ‘Thank you’’ en je vaders lippen bewogen iets omhoog. Hij probeerde te glimlachen.

Lieve Aram, ik heb je na dinsdag niet meer gezien en ik weet ook niet waar je nu bent. Ben je nog op dit eiland? Ben je al in Athene of zijn jullie Griekenland inmiddels al uit?

Ik wens dat de wereld jou snel weer gaat zien als Aram en niet langer meer als een nummer.  

Ik hoop dat je over tien jaar een gezonde puber bent met een veilig thuis en dat je nog maar weinig weet van de manier waarop jij op 01 september 2015 Europa bereikte. Je herinnert je mij waarschijnlijk niet eens meer, maar weet dat jouw lach toen we samen bellen doorprikten, in mijn geheugen staat gegrift.

Lieve Aram, ik wens jou, je papa en mama en je zusje, het allerbeste toe.

dinsdag 7 april 2015

''Mamma mia, here I go again!''

(Note; ik heb op dit moment een soort van haat-liefde verhouding met de foto's in deze blog want ik krijg ze met geen mogelijkheid in het midden en sta zo ongeveer op het punt om mijn laptop het raam uit te gooien.)

Toen zondagmorgen om drie uur de wekker ging voelde ik eigenlijk niks. Geen zenuwen, geen stress, geen verdriet, geen spanning, geen moeheid, niks. Ik stapte mijn bed uit en kleedde me aan, ging op mijn koffer zitten om die dicht te krijgen en keek voor de laatste keer mijn kamer rond.

Dat ik helemaal niks voelde is misschien een beetje overdreven,  ik voelde me enigszins schuldig tegenover mijn ouders. Zaterdag vierden zij hun 25-jarig huwelijk en nog geen vier uur nadat het feest afgelopen was moesten ze alweer naar Schiphol. Ik ben echt een ellendige dochter geworden geloof ik. Maar pap en mam, jullie zijn altijd welkom!

Toen we zaterdagmiddag nog even met z'n viertjes waren voordat alle gasten arriveerden.

Polaroid-camera's zijn hip, mijn nichtjes zijn lief en rood-wit geblokte tafellakens zijn Italiaans.

Op Schiphol checkte ik mijn 40 kilo ruim bagage in (ik houd nu al van de voordelen van mijn nieuwe werk), ging afscheid nemen van Frank en mijn ouders en moest natuurlijk een mini-traantje laten, ik ben nog niet helemaal in steen veranderd. Ik checkte waar ik heen moest en heel even ging er een steek door mijn maag toen ik op de vertrekborden de KL 0601 zag staan. De vlucht naar LA.
         In Sunweb-stijl versleepte ik mijn bagage.

   

Bij de douane kwam ik een hele groep collega’s tegen, mijn directe collega’s die ook naar Samos gaan, maar ook teams van andere eilanden. We vlogen met elkaar naar Kreta en vanuit daar meteen door naar Kos. Ik voelde me meteen op mijn gemak, het is zo fijn om met mensen te zijn die hetzelfde gaan doen, dezelfde ideeën hebben en begrijpen hoe leuk het is om in het buitenland te werken. Voor de mensen die denken dat ik Nederland haat, dat is het zeker niet. Ik ben alleen nog niet klaar om mezelf in Nederland te settelen.

 

Op Kos werden we opgehaald van het vliegveld met de bus. De gasten werden afgezet bij hun hotels en wij gingen met z’n allen door naar ons hotel om in te checken. Ik deelde een appartement met een van de meiden die ook naar Samos gaat en nadat we onze koffers naar boven hadden gesleept, trokken we andere kleren aan en hadden we even een uur om bij te komen. Ik ging naar buiten, naar het haventje en op een bankje even met thuis bellen. Tussen de palmbomen en met uitzicht op de kleine Griekse bootjes kwam het geluksgevoel weer terug en viel alles op zijn plaats. De nieuwsgierigheid naar hoe de komende dagen gaan zijn, de zon op mijn gezicht, de vreemde taal om me heen, dit is waar ik gelukkig van word.



Na een uur kwam iedereen weer bij elkaar en liepen we naar het fietsverhuur bedrijf. We kregen allemaal een fiets en gingen een rondje eiland doen. Een paar jaar geleden was ik al op Kos geweest, maar toen voornamelijk voor het uitgaan en ik geloof dat het enige wat ik toen gezien heb de barstreet is geweest. Want ik herkende niks waar we langs fietsen en heb nooit geweten dat er nog zoveel cultuur op het eiland is, maar dat terzijde. Omdat het seizoen pas begint na Pasen, en Pasen hier aankomend weekend pas is in verband met een andere kalender die de Grieken aanhouden, is er nog veel dicht. Restaurants krijgen weer een nieuwe verfbeurt, mensen zijn begonnen met de stranden schoon te vegen en langzaamaan gaan de kleine koffie barretjes ook weer open.

 
Zullen we even een moment nemen om stil te staan bij het feit dat een mojito maar 5 euro kost, En dat ik daar bijna een hartaanval van kreeg omdat in LA een mojito rond de 15-20 dollar kost?! 
Dit land is nu al een soort van heaven.




’s Avonds gingen we met de hele groep Grieks eten. Ik was eerlijk gezegd nog niet echt bekend met de hele Griekse keuken (ik ken gyros en tzatziki, maar de rest van de kaart was nogal een mysterie). Om het makkelijk te maken werden er verschillende voorgerechten en als hoofdgerecht diverse soorten vlees op tafel gezet.  Super lekker en ik vrees dat ik toch echt weer iedere dag moet gaan hardlopen anders gaat Rens Kroes niet blij zijn.

Maandag & Dinsdag waren de trainingsdagen en ondanks dat het van 9 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds was, voelde het heel relax aan. Niet het strenge ‘‘ga aan een tafel zitten en luister de hele dag’’ maar het was afwisselend en dat we met een hele leuke groep mensen waren scheelt ook.

 
Back-to-business.

Gistermiddag waren we wat eerder klaar en omdat de zon scheen en het bijna te warm
was in een trui met lange mouwen, was het tijd voor ijs.

     

Dinsdagavond was onze laatste avond met elkaar, voordat iedereen naar het eigen eiland vertrok. Ik kwam er nog even achter dat een van de meiden van Kos ook een fervent Dave Roelvink fan is en we baalden dat we daar niet even drie dagen eerder achter waren gekomen. Het schept toch een band.

   


Woensdagochtend ging de wekker om vier uur, niemand had gezegd dat het leuk en relax zou worden dit uitstapje naar Kos.. Om vijf uur waren we op de luchthaven, checkten we in, dronken koffie en maakten we nogal indruk op de andere passagiers in onze rode truien.

Nog nooit in mijn leven had ik in een propeller vliegtuig gevlogen dus bij iedere trilling of ieder geluidje dacht ik dat er iets mis was, maar aangezien de rest van de passagiers gewoon rustig bleven stelde ik maar vast dat er niks aan de hand was. Aan boord kregen we snoep (heerlijk om half 7 ’s ochtends), we kregen wat drinken en een chocolade croissant (die inmiddels geplet ergens in mijn handbagage zit) en na drie kwartier landden we op Athene Airport. Weer iets wat ik van mijn bucketlist af kan strepen, ik was nog nooit in Athene geweest. Niet dat ik heel veel van de stad zie, want ik zit nu met mijn collega’s in een koffie bar dit verhaal te typen. Naast het raam, zodat ik toch nog even wat vliegtuigen kan spotten, het blijft fascinerend landende en opstijgende vliegtuigen (zegt de nerdy ik in mij).


Voor de oplettende lezer, mijn laptop staat inderdaad nog even op NL-tijd. 

                                   

Straks om half 1 vliegen we weer met een propellervliegtuig van Aegean naar Samos. Eindelijk ‘‘ons’’ eiland zien, de plaatselijke agent ontmoeten waar we samen mee gaan werken, het kantoor bekijken, onze auto’s ophalen en natuurlijk onze appartementen bekijken. Vanaf morgen begint het echte harde werken en gaan we beginnen met de voorbereidingen voor de eerste gasten die 16 april komen. En moeten we vrienden maken met de plaatselijke bevolking want Pasen is hier ongeveer het feest van het jaar met heel veel rituelen en dat moeten we natuurlijk meevieren met de locals.


donderdag 5 maart 2015

''I do it my way.''

One day my father—he told me,
 "One day you'll leave this world behind
So live a life you will remember."







Dat was het dan.

Ik ben inmiddels bijna een maand terug en ben erachter gekomen dat best veel Nederlanders niet vriendelijk zijn. Dat ‘‘How are you’’ roepen de hele dag misschien wel onpersoonlijk is (en voor de gemiddelde Nederlander erg nep overkomt), het zorgt er wel voor dat je je welkom voelt in een winkel of een restaurant of gewoon op straat. In een winkel hier zegt (bijna) niemand je gedag. Mannen laten vrouwen niet voor gaan bij het instappen in een trein of als je tegelijk bij een kassa aankomt. En toen ik op Schiphol aankwam en mijn 15 kilo wegende handbagage koffertje de trap op moest slepen in mijn eentje, liepen me gewoon vier mannen voorbij. Die mij weliswaar aanstaarden maar geen van hen offerde ook maar hulp. Net iets anders dan Amerika, waar iedere vrouw op handen wordt gedragen. Is het gek dat ik dat mis?

Ik ben er ook achter gekomen dat ik na een jaar ineens alle Nederlandse gebruiken ben ontwent. Ik denk zo’n 27 keer per dag ‘‘Annerieke, doe normaal, je bent maar 1 jaartje weg geweest, stel je niet aan.’’ Maar de eerste keer dat ik een restaurant binnen kwam wachtte ik tot iemand naar me toe kwam om mij een tafel te wijzen. Dat gebeurde natuurlijk niet. Ik bestelde een glas water en zag dat later terug op de rekening. Ik vroeg om de rekening en legde mijn pas op tafel, maar moest meelopen naar de kassa om mijn pincode in te toetsen (ohja!). Ik had al 20% er bovenop geteld om fooi te geven tot ik me net op tijd bedacht dat dat in Nederland net iets anders ligt. Gek hoe ik 23 jaar lang niet eens nadacht over al deze handelingen, maar na 1 jaar ergens anders gewoond te hebben moest ik weer nadenken over hoe het ook al weer ging hier in mijn geboorteland.

Buiten dat was ik emotioneel nogal van het padje af. Kon ik af en toe mezelf het meest zielige wezen van deze wereld vinden. Ik miste (en mis) ongeveer alles. Zelfs in de file staan op de 405. Zelfs het gebrek aan parkeerplaatsen (ohhh mijn lieve rooie auto…). Ik luister nonstop ‘‘Are you with me’’ van Lost Frequencies en waan mezelf dan weer even op het strand. Met lieve mensen om me heen (het 90210-gevoel) en een zon die onder gaat. Tot ik na twee minuten weer terug ben op aarde en bedenk dat ik nooit meer in LA kan werken. Of nouja, alleen op het moment dat ik de Greencard win. Of wanneer er ineens een Amerikaan met trouwring op de stoep staat. 

Verder wordt iedereen in mijn omgeving gillend gek omdat ik over niets anders praat dan LA. ‘‘In LA krijg je je drankje niet op een bierviltje maar op een servetje.’’ ‘‘In LA is het normaal om in je sportoutfit naar de supermarkt te gaan.’’ ‘‘In LA kan je tenminste met een Uber overal heen.’’ (Oke, misschien niet helemaal eerlijk om een dorpje op de Veluwe te vergelijken met LA, maar toch.)
Ik heb inmiddels de nieuwe hotspots van Amsterdam alweer ontdekt, 5&33, The Marqt, het Waldorf, het Andaz-hotel én ik heb een Mac Kroket gegeten. Én bitterballen. Én ik ben bij Humberto Tan op visite geweest en ik ben even naar Parijs geweest een nachtje.

En daarmee eindigt mijn LA-avontuur.. Over en uit, schrijf ik nu met een kleine traan in mijn oog.

Het verlangen naar een leven met een man en een kind, een 40-urige werkweek en iedere zaterdagavond met een bakje nootjes op de bank te zitten en one happy family te spelen, ben ik op het moment dat ik alleen in het vliegtuig zat naar NYC in 2013 kwijt geraakt. Dus toen ik hier weer thuis was en zat te denken over wat ik nu moest, twijfelde ik of ik wel echt naar Amsterdam wilde. Ik heb de afgelopen maanden nonstop geroepen, ‘‘ik vind wel werk in Amsterdam en een huis.’’ Maar de twijfel sloeg aan, vooral nadat ik ongeveer 4 sollicitatiegesprekken per week had en nonstop werd afgewezen na het eerste of zelfs het tweede gesprek. Te hoog opgeleid, te laag opgeleid, ik had teveel ervaring voor een startersfunctie, te weinig ervaring voor een startersfunctie (uhh oke?), ik paste niet in het team of paste te goed in het team. Ik hoorde tijdens die gesprekken dat er gemiddeld 150 mensen solliciteren op een vacature, en kwam erachter dat hotels mij bij wijze van spreken konden afwijzen op basis van de hakken die ik aanhad. Voor mij 149 anderen. Ik werd er redelijk depressed van. Mijn omgeving zei, ‘‘stel je niet aan want je bent net terug, het komt wel goed!’’ Maar ik begon te twijfelen of ik nog wel wilde. Of er toch niet weer een kans was om naar het buitenland te gaan. En aangezien het in mijn leven nooit echt stabiel grijs is, maar altijd of spierwit of een beetje zwart, ik sport keihard óf totaal niet. Ik eet waanzinnig gezond óf waanzinnig ongezond. Ik ben supermegaverliefd of heartbroken, het is altijd het ene of het andere uiterste. En dus stortte ik mezelf dan ook weer volledig op mijn nieuwe plan. Amsterdam, tot later, ik vind wel een baan in het buitenland.

Om een lang verhaal kort te maken zat ik afgelopen maandag in Rotterdam op het hoofdkantoor van de Holland America Line, want ik had bedacht dat selfies maken op Antartica en cocktails drinken in Hawaii ook best leuk is om te doen. En dus had ik een super fijn gesprek bij de HAL, was ik zo goed als aangenomen als front desk supervisor. Ik moest nog even een Engelse test doen en daarna zouden mijn gegevens naar Seattle worden gestuurd waar ze een schip voor me uit zouden zoeken. En met een beetje geluk zat ik dan over een week aan boord van een cruiseschip.
Totdat het woord medische keuring aan de orde kwam en ik vertelde dat ik kerngezond ben op een alvleesklier na die niet helemaal werkt. En dat was meteen het einde van het gesprek want iemand met diabetes mag niet werken op een schip. En zo zat ik twee minuten later weer in de auto op weg naar huis. Dag Antartica, dag Hawai, dag schip. Hoi allereerste keer in mijn leven dat ik iets niet kan omdat ik een ziekte heb.

Maar ik had mijn winkansen verspreid en dinsdag zat ik wederom in Rotterdam. Dit keer bij een ander hoofdkantoor. Ik moest een presentatie geven, een bestemming ‘‘verkopen’’ en verschillende casussen oplossen. Na twee uur was er een overleg en werd ik nog niet weg gestuurd maar mocht ik blijven om nog een persoonlijk gesprek te hebben. Dit gesprek was nogal pittig, op iedere manier werd ik uitgehoord, werd er gelet op hoe ik reageerde en het was niet echt een gezellig theekransje te noemen. Maar op het einde kwamen de verlossende woorden; ‘‘Gefeliciteerd, jij hebt een baan!’’

Gisteren werd ik gebeld met de bevestiging dat ik officieel aangenomen ben en over een paar weekjes naar Griekenland vlieg. Ik ga daar werken op Samos. Een nieuw land, een nieuwe baan, een totaal andere cultuur en weer zon, zee & strand. Ook al wordt het natuurlijk keihard werken, veel uren maken, veel PR doen en veel verkopen. Maar met een beetje geluk kom ik in november weer lekker zongebruind terug. En dan wordt het misschien wel tijd om te gaan werken aan het huisje-boompje-beestje-verhaal. Of om weer terug te gaan naar LA, mocht ik die Greencard hebben gewonnen. Maar ik vertrouw erop dat ik tegen die tijd alweer een ander plan heb bedacht.





Of ik deze blog bij ga houden weet ik nog niet, het zal niet teveel in details over werk gaan in verband met bedrijfsprivacy en de privacy van de gasten. Maar wie weet, mocht ik tussen het borden stuk gooien, bruin worden en souvlaki en tzatziki eten nog tijd over hebben, dan schrijf ik vast af en toe nog wel een stukje!
Ik wil vanaf hier in ieder geval iedereen bedanken die meegelezen heeft het afgelopen jaar. Ik begon deze blog eigenlijk puur voor mezelf om alle indrukken van mij af te schrijven, maar ik kwam er achter dat ik schrijven eigenlijk best wel heel erg leuk vind. Ik wil jullie bedanken voor al jullie reacties, jullie likes, jullie kaartjes, kadootjes en telefoontjes het afgelopen jaar. Ik heb mij geen seconde echt-echt alleen gevoeld het afgelopen jaar in LA, mede dankzij jullie.


I've lived a California life that's full
I traveled each and every highway
And more, much more than this, I did it my way.

woensdag 4 februari 2015

"These are the days that never die."


Omdat foto's inderdaad meer zeggen dan heel veel woorden & jullie waarschijnlijk wel klaar zijn met mijn gejubel (en geklaag) over deze stad en mijn naderende afscheid. Wees gerust, over een paar dagen is mijn Facebook/Instagram/Blog gestalk voorbij. En in de tussentijd, er is altijd nog het kruisje in de rechterbovenhoek. 


Hier krijg is dus never nooit genoeg van, en toen ik vorige week weer even moest wachten voor het stoplicht greep ik mijn kans (met vierhonderd toeterende auto's achter me omdat ik veel te ver van de auto voor mij stond, sorry!).


Ready voor mijn aller-aller-aller laatste Hilton dag die vrijdag was. Ik kreeg duizend goodbye knuffels en zoenen en heb me nog nooit zo gewaardeerd gevoeld. Zelfs een paar dames van Housekeeping hadden armbandjes voor me gekocht. Dezelfde dames die toen ik net begon in Housekeeping geen woord tegen me zeiden. Zo bijzonder allemaal!


Zelfs het weer was verdrietig. En dat is de auto die inmiddels niet meer mijn auto is. Verkocht dankzij Tinder, wat ik eigenlijk nog wel de grootste grap van de eeuw vind. Mijn collega's keken me aan; ''Tinder, that's a dating app right?! You are sooooo crazy!''  Ik beschouw dat maar als klein compliment.


TOT ZIENS. 


En jaaaa ik heb in ieder geval een plaatsje op de Wall of Fame in de personeels kantine. Forever en ever en gelukkig is het de meest charmante foto ooit.


En ik moest even slikken de volgende dag toen ik weer langs mijn werk reed, zoveel herinneringen die ik daar heb. Van een verlegen en zenuwachtig meisje op mijn eerste werkdag tot zelfverzekerde jonge vrouw die een baan kreeg aangeboden op de laatste werkdag (en geen visum dus ik heb er alsnog niet heel veel aan, maar wie weet als ik ooooooit de Green Card lotery win).


Zaterdagmorgen was ik op weg naar het Donation Centre om wat kleren en lakens en spullen te doneren. Zo blijft er toch nog een stukje Annerieke achter in LA en maak ik weer mensen gelukkig.


Na het doneren deed ik iets wat me altijd vrolijk maakt, shoppen en lunchen in Beverly Hills. 


Zaterdagmiddag werkte ik nog even aan mijn bucketlist en hikete naar The Wisdom Tree. 


En bij deze boom ligt een kist vol met schriften waar iedereen een boodschap achter kan laten. Mission Completed. Letterlijk & Figuurlijk.

En ik was zooooooo blij toen ik eindelijk boven was. En nee ik ga niet klagen, maar het is wel pittig om in de brandende zon even naar boven te klimmen. 


Maar dit uitzicht maakt alles weer goed.


Zaterdag avond had ik date night met Sarah en gingen we naar de bioscoop (the boy next door, de slechtste film everrrr maar dat terzijde). Zondag middag nadat ik mijn auto was opgehaald ging ik mijn huis opruimen en deed ik net alsof ik heel geinteresseerd was in de Superbowl. 


Meer dan 70 kaarten heb ik gekregen het afgelopen jaar. En een voor een hebben ze me opgevrolijkt. Bedankt, bedankt, bedankt voor iedereen het afgelopen jaar aan mij heeft gedacht. En kaartjes, pakketjes of lieve berichtjes heeft gestuurd. Ik heb dat echt e-norm gewaardeerd.


En zondag ging ik nog een keer hiken naar the Wisdom Tree (helemaal naar dat puntje ja!).


Liefde, liefde & nog meer liefde voor deze stad.


Maandag was ik de hele dag druk met schoonmaken en naar de bank wandelen en stuff like that. Dinsdag ging ik een auto huren. (En helaas werkte al mijn charmes in de strijd gooien niet helemaal en kreeg ik deze auto niet mee.)


Een rondje langs mijn lievelingsplekken, hiken, brunchen in Larchmont, naar Santa Monica (de plek waar ik de Pacific Ocean voor de allereerste keer in mijn leven zag.)

Nog meer hartjes.


Deze verkeersborden ga ik ook missen. En sta trouwens iedere keer stil als ik dit soort foto's maak voor degene die zich daar zorgen over maakt.



's Middags zag ik de zonsondergang vanuit Griffith Observatory. 
Can't get enough of it.


Had ik al verteld dat ik verliefd ben op deze stad?


Vanmorgen gingen mijn Ford en ik nog een stukje de Pacific Coast Highway rijden. Een paar weken geleden ging ik South met de mooie man, nu North met mijn Ford. Radio aan, ramen open en zonnebril op. Ik kon wel huilen van geluk. 


Toeval of niet, maar ik spot ineens overal surfers. 


En zo ziet een gelukkige Annerieke eruit op het strand in een van de mooiste steden van de wereld. Afscheid nemen bestaat niet. En dat probeer ik me maar in te prenten want vanavond is het afscheidsfeestje voor mijn collega's en ik weet zeker dat er een traan gaat rollen. Maar I'll be back. Ooit.