donderdag 31 juli 2014

I'd rather look back at my life and say ''I can't believe I did that!'' instead of saying ''I wish I did that..''


Vandaag precies zes maanden geleden stond ik op LAX. Met twee koffers en mijn handtas over mijn schouder en mijn map vol met immigratiepapieren. Ik stond met een buik vol zenuwen in de rij bij de douane en lachte vriendelijk tegen de douane beambte toen hij zei dat hij mijn vinger afdrukken niet meer nodig had, want die hadden ze al in het systeem. De stress van mijn bezoek aan het Consulaat in Amsterdam van een week ervoor schoot weer even in mijn hoofd voorbij. Pas toen de beambte zei; ‘‘Welcome in the USA!’’ durfde ik weer adem te halen en liep verder. Op zoek naar de taxi die mij naar het Hilton zou brengen.  Op de snelweg kon ik bijna niet geloven dat dit mijn nieuwe thuis zou zijn. Dat ik weer echt in Amerika was.

En de tijd vloog voorbij, ik overleefde mijn eerste week, mijn eerste maand, de eerste zes weken, de eerste drie maanden. En vanaf vandaag weet ik dat er in Europa mensen zijn begonnen met af tellen en die de verf al in huis hebben gehaald om mijn welkom thuis spandoeken te maken.

Ikzelf ben veel te druk om daar mee bezig te zijn. Ik maak me af en toe zorgen om wat ik volgend jaar moet gaan doen, Londen, New York, Amsterdam, Rome, Zurich,  Curaçao, er zijn veel teveel mogelijkheden. Of zoals mijn moeder zei; ‘‘Ik weet dat je in februari weer thuis bent, maar durf me er niet aan over te geven want ik ben bang dat je maar voor korte duur in Nederland zal zijn.’’ We zullen zien.

Mijn lang-leve-de-lol-leven bestaande uit het bezoeken van feestjes en exclusieve bars, een beetje werken, een beetje aan het strand liggen en een beetje winkelen maakt dat dit het beste jaar van mijn leven is tot nu toe. Mijn werk voelt zelfs niet eens als werken omdat ik meestal pas rond een uur of vier moet beginnen en dus overdag alle tijd voor mezelf heb. Het enige wat me soms opbreekt is dat ik de afgelopen weken zes dagen per week heb gewerkt en laatst zelfs 9 dagen straight waardoor ik op dag negen de grootste fout van mijn carrière heb gemaakt. Iemand inchecken met een gefraudeerde creditcard.

Afgelopen donderdag was ik vrij en ben ik met Joanne naar Santa Monica geweest. We gingen organic lunchen (zoooooo LA) en daarna bruin bakken in de zon en vooral Mexicanen kijken die hun hele huishouden mee het strand op namen. Er kwam een groep Nederlandse jongeren naast ons liggen die wij iets te uitgebreid aan het bekijken waren want toen ze weg liepen vroeg één van de jongens; ‘‘Ar joe bai anie tjans Joeropien?’’ Joanne zei nee en ik zei ja en we vielen meteen door de mand. ‘‘We zagen jullie al zo kijken en dachten, die twee meisjes komen vast uit Europa.’’ De echte Amerika look hebben we dus helaas nog niet.


Om acht uur besloten we dat we maar van het strand af moesten gaan, het was nog steeds snikheet. We liepen naar de auto, reden naar Burbank en stopten bij de Ralphs voor een paar porties sushi en een fles wijn en gingen bij mij thuis op mijn balkon dineren. We namen een douche, kleedden ons om, bestelden een taxi en gingen naar Hollywood. We lieten ons af zetten bij een ondergrondse bar en kwam meteen bekenden tegen. LA mag dan wel miljoenen inwoners hebben maar overal kom je bekenden tegen. En iedereen kent weer iedereen en Joanne en ik kwamen erachter dat we allebei dezelfde mensen kenden zonder dat we van elkaar wisten dat we die allebei kenden. We maakten vrienden met de general manager van een van de beste steakhouses van LA (oftewel binnenkort een gratis dinner) en we dronken roze cocktails.

Na een tijdje vertrokken we naar de bar ernaast, No Vacancy. Nadat we onze ID lieten zien aan de beveiliging, ik voel me nog steeds zo trots als ik mijn Californische ID kan showen, liepen we naar binnen. Daar waren drie deuren, we trokken er één open en kwamen in een kamer met een bed en een vrouw met weinig kleren aan. Ze sloot de deur, ging op het bed zitten, vertelde ons alle regels van de bar en drukte op een knop. Haar bed schoof aan de kant, er kwam een trap tevoorschijn en via die trap kwamen we in de bar. Hier kan ‘‘De Veluwe’’ in Ermelo net niet tegen op.


De volgende dag werden we wakker met een klein beetje hoofdpijn, een teken dat we in ieder geval lol hebben gehad. Ik ging weer werken om twee uur en Joanne vertrok richting huis.

Zondag moest ik om elf uur werken en was ik om half acht weer klaar. Eenmaal thuis pakte ik mijn koffer in en ging naar Torrance om daarna met Joanne naar Manhattan Beach te gaan om wat drankjes te gaan drinken. We eindigden in een bar vol met Canadezen met fijne opmerkingen; ‘‘Your hips are made voor iceskating!!!’’ Misschien waren de zes keer dat ik hier gesport heb het afgelopen half jaar toch niet helemaal genoeg.

Thuis bij Joanne bakten we organic tosti’s en na vierentwintig keer de slappe lach te hebben gehad vielen we in slaap. Maandagmorgen bleven we in bed liggen tot een uur of twaalf en daarna trokken we weer onze bikini’s aan, een jurkje en met onze strandspullen gingen we lunchen (of ontbijten, net hoe je het noemen wilt). We parkeerden onszelf even later weer op het strand met een berg tijdschriften en probeerden nog bruiner te worden.


Stipt zes uur waren we weer thuis en dronken buiten liters water met limoen. We besloten om te gaan douchen en daarna uit eten te gaan bij een nieuw restaurant. Zo nieuw dat we de enige gasten waren, hilarisch-er kon niet.


Dinsdag nam ik om een uur of twaalf afscheid van Joanne en ging weer terug naar mijn huis om te skypen met Nadine en Cynthia, die ik al zeshonderd jaar niet gesproken had. We hebben drie uur lang gekletst over van alles en nog wat en het leek net alsof ik naast ze aan tafel zat. Precies wat ik even nodig had.

 Toen ik op mijn werk kwam om vier uur hadden we nog 34 checkins te gaan, ondanks dat het hele hotel volgeboekt was. De avond duurde lang en ik was ongelooflijk blij toen ik een uur eerder naar huis mocht gaan.

Gisteren heb ik tot een uur of half tien in mijn bed gelegen, ik begin midden in de zomer een mega verkoudheid te krijgen. Ik vrees dat het door de airco’s komt maar mijn keel doet zeer, mijn oren zitten dicht en wanneer ik Engels praat klink ik als een Zweed of een Noor.  Om tien uur was ik bij de Ikea om te ontbijten met Veronica die ik al 200 jaar niet meer had gesproken. We dronken koffie, ontbeten voor ongeveer niks en deden twee uur langs niets anders dan bijkletsen.
De grap van de dag gisteren op mijn werk (of eigenlijk is het geen grap) was dat er ’s avonds geen water meer in het hotel was. De telefoon stond roodgloeiend van alle 500 gasten die naar de receptie belden. En na een kwartier kwamen we erachter dat er in een heel gebied in LA geen water meer was. Mijn laatste twee uur werken van die dag bestonden uit excuses aanbieden en het aanhoren van klagende Amerikanen. ‘‘Ik betaal jou voor deze kamer dus jij zorgt maar dat ik water heb’’ ‘‘Wat wilt u dat ik doe meneer? Het hele gebied heeft geen water meer.’’ ‘‘Dat boeit me niet, ik moet nu water hebben, dus jij regelt het maar.’’

‘‘Waarom moet ik naar beneden komen?!’’ ‘‘Wat kan ik voor u doen meneer?’’ ‘‘Waarom heb jij mij niet in mijn kamer gebeld om te vertellen dat er geen water is in dit hotel?’’ ‘‘U wenst dat wij alle 500 kamers gaan bellen om elf uur ’s avonds om te vertellen dat er geen water meer is?’’

‘‘Hoelang gaat dit nog duren?’’ ‘‘Geen idee, mevrouw, het is citywide, dus ze zijn nu aan het uitzoeken wat er aan de hand is en daarna wordt het probleem opgelost.’’ ‘‘Ik moet dus de hele nacht blijven wachten en ben morgen niet fit bij mijn meeting door het probleem van dit hotel?’’ ‘‘Mevrouw u kunt rustig gaan slapen, we hopen dat er morgenochtend gewoon weer water is.’’ ‘’Ik ga nu mijn advocaat bellen, DIT IS BELACHELIJK.’’

Zelfs mijn collega’s merkten op dat Europeanen in deze gevallen veel relaxter zijn. Zodra we mensen uit Europa vertelden dat het helaas citywide was reageerden ze met een ‘‘Oh, je hoeft je niet te verontschuldigen, dit is niet jouw fout!’’ Een paar van mijn collega’s verontschuldigden zich zelfs tegenover mij voor hun landgenoten. En natuurlijk reageerde niet iedere Amerikaan zoals hierboven geschreven, maar het was wel even duidelijk dat er een groot verschil was tussen de reactie van mensen uit Europa en uit Amerika.

De afgelopen dagen heb ik ook gemerkt dat de ramp van het vliegtuig van Malaysia Airlines niet alleen nog in Nederland leeft. Maar ook onder de gasten bij mij in het hotel. Minimaal veertig keer per dag hoor ik; ‘‘Are you from the Netherlands?!’’ Mensen lezen dat op mijn naamkaartje. In plaats van felicitaties met de prestatie van het Nederlands Elftal op het WK krijg ik nu alleen maar sterkte wensen en bemoedigende woorden. Mensen laten weten dat ze eigenlijk Nederland niet echt kenden voor de ramp maar respect hebben voor de manier waarop wij de slachtoffers van de ramp hebben onthaald in Nederland. Mensen uit alle delen van de wereld (Australië, Brazilië, Zuid Afrika, Noorwegen, Italië, Singapore, Ghana, Frankrijk, Marokko en zo kan ik nog wel even doorgaan) vertellen dat ze gehuild hebben toen ze op het nieuws zagen hoe de lijken uit het vliegtuig werden gehaald en hoe de rouwstoet over de snelwegen reed. Mensen zeggen dat ik trots moet zijn op mijn land. Dat Nederland één van de mooiste  landen op de wereld moet zijn, als er zo omgegaan wordt met een verschrikkelijke ramp. Gasten vragen of ik blij ben dat ik weer naar Nederland ga over zes maanden. Het land dat zo  menselijk is en waar iedereen met elkaar meeleeft. Collega’s vertelden dat ik eigenlijk de enige ben die ze kennen uit Nederland maar dat ze nu begrijpen waarom ik altijd zo positief en vrolijk ben. ‘‘Jij komt uit zo’n bijzonder land. Een land dat respect toont en waarin iedereen gelijk is. Ondanks de ellende die die jouw land nu doormaakt, kan jij trots zijn op je roots.’’ Ik krijg er kippenvel van, iedere keer weer wanneer ik hoor hoe mensen overal vandaan naar ''mijn'' Nederland kijken.


dinsdag 22 juli 2014

''En niemand vertelt je wat de reden is..''


Donderdagmorgen werd ik wakker en checkte de tijd op mijn telefoon. Ik zag een pushup bericht van de LA-Times over een neergestort vliegtuig in Oekraine. Half slaperig drukte ik het weg en toen ik zag dat het nog vroeg was, draaide ik me weer om en viel weer in slaap.

Anderhalf uur later werd ik weer wakker. Ik had een stuk of vier berichten met de vraag ‘‘heb je het al gehoord van het vliegtuig?’’. Ik ging naar nu.nl en zag dat het vliegtuig vanuit Amsterdam was vertrokken, dat er mogelijk veel Nederlanders aan boord waren, dat het misschien een aanslag zou zijn. Even bekroop mij een gevoel van schaamte, waarom schenk ik er nu pas aandacht aan nu ik weet dat Nederland erbij betrokken is en waarom drukte ik eerder die ochtend het bericht gewoon weg? Er werd gesproken over 80 Nederlandse doden, later werden dat er 110, 150, 180..

Op mijn werk werd ik gecondoleerd door sommige collega’s. Ik wist niet zo goed wat ik ermee moest. Ik bedankte en zij vroegen hoe het nu in mijn land was. En ik had geen idee. Het is gek als zoiets gebeurd in je eigen land terwijl je zelf daar al maanden weg bent. Ik kan mij indenken dat er bij de bakker en de slager over niets anders gepraat wordt. Dat jullie, net als ik hier de kranten en het internet uitpluizen op zoek naar nieuws. Dat jullie ook een traan hebben weggeveegd bij het zien van de foto’s met knuffelberen en kinderboeken. De reisgids van Bali en de verhalen over lijken die nog hun iPhone in hun hand hadden vastgeklemd. Ik denk eraan hoe de laatste seconden van het leven van de mensen in het vliegtuig geweest moet zijn. Wat gebeurt er met je in je hoofd als je weet dat je dood gaat? Zijn de meeste mensen meteen overleden toen het vliegtuig werd geraakt, of pas toen het vliegtuig naar beneden stortte? Zouden de passagiers het beseft hebben, wat er aan de hand was? Zouden de kinderen gehuild hebben, of waren ze toen al overleden? Zou die jongen die in z’n eentje op wereldreis ging geprobeerd hebben z’n ouders nog een teken van leven te sturen met zijn telefoon, of was het in twee of drie seconden voorbij en had niemand tijd om te beseffen wat er gebeurde? Ik denk niet dat er ooit antwoord komt op deze vragen.

Ik volg het op de voet, wat de ontwikkelingen zijn en het allerlaatste nieuws. Ik lees de verhalen van nabestaanden en las het gedicht van de moeder van wie haar zoon op reis ging, alleen. Het deed mij denken aan mijn eigen moeder, die ook bezorgd was toen ik met mijn LA plannen kwam. Die ook in alle eerlijkheid zei; ik gun het je, maar ik vind het voor mezelf zo erg want ik ga je zo missen. Mijn moeder die mij ook een laatste knuffel gaf op Schiphol en een ‘‘wees voorzichtig’’ in mijn oor fluisterde.
Ik weet nog dat mijn ouders wakker bleven, net zolang tot mijn vliegtuig geland was en ik veilig in mijn hotel was. Ik vond dat zo zielig voor ze, moesten ze wakker blijven tot twee uur ’s nachts terwijl mijn vader de volgende dag gewoon om zes uur moest werken. Nadat ik het gedicht van de moeder had gelezen ben ik dat ook beter begrijpen. Ik denk dat alle ouders zo zijn. Ik kan mij bijna niet indenken hoe erg het moet zijn voor deze mensen, die hun kind, hun vrienden, hun familie nooit meer terug gaan zien. Die niet op Schiphol staan over een paar maanden, met Welkom Thuis spandoeken. Hun geliefden komen nooit meer thuis.

Er is al heel veel gezegd en geschreven over deze ramp, en er is op dit moment zoveel gaande in de wereld. Op Twitter las ik ‘‘Was de wereld nog maar zo als het vorige week was.’’ Toen we ons nog druk maakten om het WK. Toen de passagiers van vlucht MH17 hun koffers nog aan het inpakken waren en tijd door brachten met familie en vrienden voordat ze een verre reis zouden maken. Toen de wereld minder in brand stond dan hoe het nu staat.

Morgen ben ik een minuut stil, duizenden kilometers van Nederland vandaan. Denkend aan al die mensen wiens leven op zijn kop staat sinds hun geliefde(n) vorige week aan boord stapten van vlucht MH17.
 

woensdag 16 juli 2014

''Living young and wild and free.''


Donderdag was ik na zeven dagen werken (lang leve The American Dream), eindelijk een dagje vrij. Ik bleef in bed liggen tot een uur of tien, nam een douche, deed boodschappen, ging mijn nagels laten lakken en reed met mijn bikini in mijn tas door naar Santa Monica voor een lunch met Joanne. We gingen op het terras bij Le Pain Quotidien zitten, dronken liters water en bestelden een broodje. Na een uurtje liepen we naar het strand om alvast een ‘‘tan’’ te krijgen voor onze Vegas-trip, het weekend. Met succes want na een half uur geslapen te hebben, en twee uur mensen te hebben bekeken, waren we het zat en liepen terug naar de boulevard. Om er achter te komen dat we meer rood dan bruin waren. We stopten nog even om een kleine hamburger te eten, namen afscheid en reden terug naar huis.


Eenmaal thuis ging ik mijn koffer in pakken met onder andere bikini’s, drie jurkjes, drie paar hoge hakken en mijn stijltang. Ik dweilde nog even de vloer en ging op mijn balkon zitten met een glas wijn. Tot ik zo moe was dat ik bijna van mijn stoel viel en naar bed ging.

Vrijdagmorgen ging om half tien de wekker en zorgde ik dat ik stipt elf uur op mijn werk was. Met in het vooruitzicht dat ik hierna drie dagen vrij was vloog de tijd. Ik irriteerde me niet aan veeleisende gasten, legde geduldig 39 keer uit hoe je connectie maakt met het Wifi-netwerk aan Japanners die hun telefoon zowat in mijn gezicht smeten. Ik bleef glimlachen toen ik een Chineze vrouw pen en papier gaf en vroeg om haar naam op te schrijven en het briefje terug kreeg met 19 Chinese tekens erop. Ik wenste een Duitse familie succes met de wedstrijd zondag en ik zei zelfs sorry tegen drie mannen uit Mexico die eigenlijk niet wilden dat ik ze incheckten nadat ze erachter kwamen uit welk land ik kwam. Stipt één over half acht zat ik in de auto, reed met volle vaart naar huis, kleedde me om, deed een nieuwe laag mascara op en reed richting downtown LA voor een barbecue met jongens die studeren op de UCLA en die Joanne weer via via kende. Voor het eerst in mijn LA leven was ik in een soort van Amerikaans studentenhuis wat eigenlijk nog veel toffer is dan een Nederlands studentenhuis. Twee blokken met huizen/kamers en in het midden een groot grasveld waar feestjes worden gehouden en barbecue’s. Het enige wat precies hetzelfde is, is de rotzooi. We waren met een paar Amerikanen, een jongen uit Mumbai  en een paar Nederlanders. Na de barbecue bestelden we een taxi om naar Santa Monica te gaan. Uiteindelijk hebben we meer in taxi’s gezeten van club naar club en van bar naar bar dan dat we daadwerkelijk ergens uren hebben gedanst. Maar leuk was het in ieder geval.

Zaterdagmorgen werden Joanne en ik allebei veel te laat wakker dan gepland, kochten we sushi als ontbijt en aten dat op in de auto op weg naar Vegas. Wij waren waarschijnlijk een van de weinige mensen die het voor elkaar krijgen om Vegas binnen te rijden met een kater. Een goed begin is het halve werk.. 

Na vier uur rijden waren we in Vegas, gaven de autosleutels aan de mannen van Valet, sleepten onze koffers uit de auto en checkten in. Omdat het inmiddels al half zeven was en we enigszins honger hadden belden we vanuit onze hotelkamer naar het restaurant op de 107e etage om een tafel te reserveren. We kleedden ons om en gingen op zoek naar een lift om bij het restaurant te komen. Na een security check mochten we de lift in. Met pijn in m’n oren zoefde de lift omhoog en twintig seconden later waren we boven. Het uitzicht was adembenemend mooi. Het restaurant draaide, zodat je perfect uitzicht had over de hele stad. Waar je ook voor moest betalen, een hoofdgerecht kostte gemiddeld 70 dollar en dat was niet helemaal toereikend voor ons budget. We bestelden een mandje brood en twee voorgerechten en maakten 184 foto’s van het uitzicht.


Na het eten gingen we een etage omhoog naar de lounge om een cocktail te drinken. Inclusief een bloem waar je hele mond van ging tintelen en wat we absoluut moesten proberen van de serveerster. Het was geloof ik de slechtste ervaring uit mijn leven,  het voelde alsof je een verdoving in je mond kreeg maar dan keer 104.



Omdat ik van het vorige bezoekje aan Vegas nog het nummer van een promotor van de Hakkasan had, stonden we daar in ieder geval op de gastenlijst. We namen een taxi naar de MGM Grand, liepen wat rondjes door het casino en gingen aan een bar zitten. Nadat we een Mojito hadden besteld kwam er een Zuid Afrikaan naar ons toe die erop stond nog een drankje voor ons te bestellen. Even later zaten we bij een hele groep Zuid Afrikanen aan tafel, moesten we heel snel praten tegen elkaar anders verstonden ze ons en stonden er binnen tien minuten zes mojito’s voor onze neus. Tsja.

We liepen even later naar de Hakkasan, waar we weer eens veel te laat aankwamen want de wachtrij voor de gastenlijst was twee uur. Zonde van de tijd, dus gingen we lopen naar de Cosmopolitan, een ander hotel. Wat naderhand niet een heel goed idee was, want eenmaal aangekomen kon ik geen stap meer zetten van de pijn in mijn voeten. We werden aangesproken door een promotor van een Champagnebar in het hotel, hij bracht ons gratis naar binnen, en nodigde ons uit voor een poolparty de volgende dag. De champagnebar was wel een van de meest chique bars waar ik ooit ben geweest, inclusief gigantische champagne torens, overal deuren en gangen en een dj op een ronddraaiend plateau.

Nadat we de hele bar hadden doorgelopen en champagne hadden gedronken gingen we naar de Marquee, de nachtclub van de Cosmopolitan. Ook daar stonden zeshonderd rijen, maar omdat Joanne goed in praten met portiers is, gingen we doodleuk bij een ingang staan waar niemand stond. We vertelden de portier dat een promotor had gezegd dat we hier moesten staan, lieten wat businesskaartjes zien, lachten lief en mochten na vijf minuten gratis naar binnen. The Marquee is een club met zwembad en alleen maar mannen met blousjes. Om een uur of vijf namen we een taxi terug naar het hotel en gingen in bed liggen.

Om een paar uur later weer wakker te worden. Tijd voor een nieuw feestje in de Encore Beachclub. We hadden niet echt het tempo erin, twee uur later stonden we pas klaar om een taxi te nemen. We konden zo doorlopen bij de ingang omdat we op een staff guestlist stonden en eenmaal binnen wilde ik niets liever dan meteen weer weg. Het was het meest ordinaire feest ooit. Het hele zwembad stond vol met mensen met flessen drank. Er liepen meisjes die een bikini aanhadden zo klein dat ze net zo goed niets aan hadden kunnen doen. Bij de meeste mannen was geen stukje huid meer te zien, iedereen was volledig onder getatooeerd. 


We besloten dat het tijd was om meteen weer weg te gaan. Dus liepen we nog even rond in het hotel om daarna naar het zwembad te gaan in de MGM grand. Frank en ik  hadden daar drie weken terug een kamer en ik had de kamersleutel nog  waardoor we meteen toegelaten werden in het zwembad, dat eigenlijk alleen voor hotelgasten is. Marije en Jeff waren inmiddels ook gearriveerd in Vegas en gingen met ons mee aan het zwembad liggen.

Het was ondertussen zo’n 45 graden, waardoor het onmogelijk was om zonder slippers te lopen en het was vooral een uitdaging om al het ijzer van de bedjes niet aan te raken want dat veroorzaakte meteen een derdegraads brandwond. We gingen met z’n vieren relaxen in het zwembad en bruin worden. Om zes uur sloot het zwembad en namen Joanne en ik een taxi naar ons hotel om te douchen en om te kleden.

We dineerden met een paar appetizers in de lounge boven in het hotel waar de avond ervoor ook zaten. Jeff en Marije kwamen daar ook naar toe en met z’n vieren waren we even later op weg naar de MGM Grand. 


Poging twee om de Hakkasan in te komen. Wat na twintig minuten wachten lukte. We liepen rondjes, dansten, bestelden drankjes en maakten vrienden met een paar mensen uit Engeland. Na een tijdje gingen Jeff en Marije weg, bleef ik met Joanne nog in de Hakkasan. Na een uur hadden we het wel weer gezien, zochten een taxi naar Caesar’s Palace en gingen daar rond lopen. We stopten onze lucky dollar in een gokautomaat en wonnen uit het niets 15 dollar. Omdat we moe waren van het lopen zochten  we een bar op en dronken daar nog even een drankje en ontmoetten daar 6 Italianen. Die uiteindelijk echte maffiosi’s waren want toen ze weg gingen had één van hen mijn Iphone meegenomen, waar ik na vier minuten pas achter kwam. Ik werd lichtelijk hysterisch, lag nog net niet op de grond met mijn handen op de vloer te slaan, maar het kwam daar wel redelijk dicht bij in de buurt. We gingen naar de security waar een proces verbaal werd opgemaakt en gelukkig was Joanne zo slim om één van de mannen te smsen om te vragen of ze per ongeluk mijn telefoon hadden meegenomen. Na een paar minuten stuurde er één een bericht terug dat dat inderdaad het geval was. En dat het echt per ongeluk was.

Omdat zij een kamer hadden in een ander hotel, en ik niet tot de volgende dag wilde wachten om mijn telefoon terug te krijgen, bestelden we weer een taxi en zo reden we om zes uur ’s ochtends naar het Luxor. Inmiddels was het buiten alweer licht en was ik als een kind zo blij toen ik weer herenigd was met mijn iPhone. Misschien heb ik toch een lichtelijke telefoon verslaving.

We gingen terug naar ons eigen hotel en vielen als een blok in slaap. Tot drie uur later alweer iemand van Housekeeping op de deur kloptte en we weer wakker waren. We bleven nog even liggen, gingen douchen en de kamer opruimen. We stalden onze bagage bij de belldesk en namen de lift naar het zwembad.


Om vijf uur reden we naar het Luxor waar we de laatste nacht bij Marije en Jeff sliepen. We dropten onze spullen op hun kamer en gingen naar het zwembad bij het Luxor waar ik spontaan in slaap viel en volgend Joanne niet wakker te krijgen was. Toen het zwembad om acht uur dicht ging was ik weer ontwaakt. We liepen terug naar onze kamer en werden aangesproken door een dame of we een zuurstof infuus wilden, blijkbaar zagen we eruit alsof we het nodig hadden. We gingen afdingen en even later zaten we voor tien dollar aan een zuurstof infuus en massage knoppen op onze rug. We kwamen de eerste tien minuten niet meer bij van het lachen. Lekker Amerikaans en lekker overdreven.


Weer helemaal fris en fruitig stonden we later in de hotelkamer te make-uppen en onze haren te doen, klaar voor avond nummer drie. Twee van de jongens waar we vrijdag bij hadden gebarbecued waren ook in Vegas en met hen gingen we naar Caesars Palace naar de bar van Elton John. We besloten om weer te gaan dansen in de Marquee en namen toen onze drankjes op waren een taxi naar de Marquee met z’n vieren. Na een beetje kletsen met de portiers kwamen Joanne en ik zo binnen, maar mochten de jongens niet naar binnen. We besloten om toch te blijven, de jongens wilden liever gaan gokken. We hadden de avond van ons leven, kregen een uitnodiging voor een R&B feestje in LA vrijdag, werden gevraagd voor een weekendje New York over twee weken en een bezoekje aan Perth. Allemaal lekker over de top.

Om zes uur liepen we op blote voeten door het hotel naar de ingang. Lang leven hoge hakken. We gingen terug naar ons hotel, aten een verschrikkelijk vieze burrito en liepen naar onze kamer. Waar om tien  de wekker weer ging, want we moesten om elf uur in de auto zitten want ik moest 's middags weer werken.

Stipt vier uur stond ik weer achter de check-in balie. Om vijf uur had ik een dipje en na vier koppen koffie kon ik er weer tegen aan.

Vanochtend heb ik tot elf uur geslapen, en nu zit ik in mijn bikini met een fles Vitamine water en een kom yoghurt op mijn balkon. Tijd voor de recovery, die waarschijnlijk een dag of zes gaat duren. Maar het was het waard. Dit Vegas weekend kan nooit meer overtroffen worden.

 

maandag 7 juli 2014

''All I want is my dream life to be my real life.''


Woensdagmorgen nadat ik eerst een paar uur in bed bleef liggen en Marije op mijn balkon zat te internetten, kleedde ik me aan en gingen we samen ontbijten/brunchen in Beverly Hills. We deden aan valet parking, de kans op boetes is dan in ieder geval nihil en liepen naar Le Pain Quotidien. Waar ik een I’m in heaven ervaring had, want ze serveren daar normale, Europese, magere yoghurt. Ik was bijna vergeten hoe dat smaakte. Zó lekker.  


Na het eten reden we als echte groupies even naar het huis van onze nieuwe vriend Leonardo di Caprio (dinsdagmiddag hebben we de wedstrijd USA-België gekeken mét Leonardo, geen grapje) en we waren gewoon nieuwsgierig hoe zijn huis eruit ziet. Er was natuurlijk weinig meer te zien dan een grote muur, wat vuilnisbakken en een bewaker die meteen in zijn walkie talkie begon te praten toen wij eraan kwamen rijden. 


We keerden weer om en gingen naar mijn huis waar Marije haar spullen in ging pakken. Ik kleedde me om en samen liepen we naar onze auto’s. Ik ging op weg naar Wendy in Santa Monica, Marije naar het vliegveld om haar vriend op te halen. We namen afscheid, en ondanks dat wel elkaar nog wel 100 keer gaan zien de komen de dagen voelde het toch een beetje gek. We hebben de afgelopen weken zoveel samen gedaan, Marije heeft de laatste tijd eigenlijk gewoon bij mij in gewoond, en het voelde een beetje als een afsluiting. 
Ik stapte in de auto, reed naar het tankstation en ging verder richting Santa Monica. Ik zette Marco Borsato’s laatste cd op repeat en begon na te denken over wat ik volgend jaar wil ga doen. Nu ik hier bijna een half jaar woon en mijn visum afloopt over 6 maanden, is het tijd om een nieuw plan te maken. Zo snel als de tijd het afgelopen half jaar ging, nog sneller gaat het komende half jaar vrees ik. Omdat ik hier nu op een studentenvisum ben, moet ik begin volgend jaar het land uit.  Opnieuw terug komen naar LA hoeft van mij niet. LA is echt een geweldige stad, het weer is áltijd goed, de mensen die hier wonen komen vanuit de hele wereld, de hard-werken-mentaliteit krijg ik respect voor, het buiten de deur ontbijten, brunchen, lunchen en dineren is mijn nieuwe levensstijl geworden en ik neem het organic eten maar met een korreltje zout (letterlijk en figuurlijk). Maar toch heeft New York meer mijn hart gestolen. In eerste instantie was mijn plan om volgend jaar in Amsterdam te gaan werken in de hoop vanaf daar ooit een transfer te maken naar New York. Maar op dit moment weet ik niet zo goed of ik dat wel wil, eerst weer een tijd in Nederland wonen. Misschien moet ik uit gaan zoeken of het inderdaad mission impossible is om een werkvisum te krijgen voor een hotel in New York na het visum wat ik nu heb. Of misschien is het slimmer om aan mijn spaarrekening te gaan denken en toch eerst in Nederland een tijd te gaan werken en weer te gaan sparen. Of misschien toch een enkeltje Zwitserland – het wordt er allemaal niet heel makkelijk op. Wordt in ieder geval vervolgd.

 Wendy had ik al honderd jaar niet gezien en samen gingen we wijn drinken bij de Sonoma Wine Garden waar het Happy Hour was (nog zo’n pluspunt van LA, iedere bar/restaurant/hotel heeft wel happy hour). We hadden elkaar zo’n vier weken niet gezien, op een toevallige ontmoeting in Santa Monica na een paar weken terug, en we hadden heel wat bij te praten. We bestelden wijn en een paar appetizers wat maar meteen mijn avondeten werd. Door het warme weer en alle honderdduizend emoties heb ik de laatste tijd mijn eetlust een beetje verloren, op naar size zero (grapje).

Na het happy hour gingen we nog even winkelen en  daarna reed ik weer naar huis, onderweg kreeg ik een berichtje van Marije of ik zin had om met haar en Jef wat te gaan drinken. Dat besloot ik toch maar te doen en dus veranderde ik het adres in Google Maps en reed naar The grove waar we naar een lounge gingen om een cocktail te drinken.
Donderdagmorgen begon ik met ontbijten met Marije en Jef bij le Pain in Hollywood. Nadat ik hen had thuis gebracht reed ik naar huis om op te ruimen en me om te kleden om te gaan werken.

Werken op de Front Desk vind ik tot nu toe nog steeds het leukste om te doen. Natuurlijk zijn er ook lastige momenten (niet ieder mens heeft een vrolijke persoonlijkheid) maar over het algemeen heb ik het echt naar mijn zin. Mijn collega’s zijn leuk, ondanks dat iedereen mij een beetje haat omdat ‘‘mijn’’ team Mexico heeft verslagen en Spanje en Costa Rica. Werken bij de Front Desk tijdens de Worldcup is eigenlijk nog leuker. Omdat op mijn naamkaartje staat Anne The Netherlands en behalve dat ik 34 keer per dag hoor; ‘‘Is Netherlands your last name?’’ (Ja en mijn andere collega’s heten allemaal Los Angeles, Brasil, Mexico en Spain van hun achternaam..), hoor ik ongeveer 284 keer per dag; ‘‘Wow you must be sooo proud of your team!’’ Mensen feliciteren me met het Nederlands elftal, spreken hun bewondering uit en doen net alsof ik Arjen Robben himself ben. Mijn receptie collega’s worden er inmiddels doodmoe van, dat iedereen mij feliciteert en ik lekker opschep over ons Nederlandse team. Een klein beetje jaloezie waarschijnlijk.

Vrijdag moest ik weer werken overdag en vrijdagavond ben ik gaan eten met Marije en Jeff bij Laurel Hardware, een restaurant/bar dat in de LA single top 10 staat, een fijne bijkomstigheid. We dronken teveel cocktails en besloten maar dat Jef en Marije bij mij bleven slapen. En zo zaten we rond 1 uur ’s nachts nog bij de in&out een hamburger te eten (anti-kater eten) en had ik vrijdagavond alsnog twee logees en was ik niet zo alleen.


Zaterdag was D-Day voor het Nederlands elftal en moest ik om 1 uur werken. Ik zorgde dat ik om kwart voor 1 op mijn werk was zodat ik het Nederlandse volkslied nog kon zien en om 1 uur stond ik achter de desk, zoekend naar een liveblog zodat ik alsnog de wedstrijd kon volgen. Het was heel rustig, en een collega van de belldesk vroeg of ik niet bij de liften wilde werken deze middag. Hij fluisterde in mijn oor dat daar een tv stond waar ze de wedstrijd van ‘‘mijn’’ team nu aan het uitzenden waren. Ik twijfelde geen moment en stond de 1 minuut later bij de liften, de wedstrijd te kijken en af en toe op een knopje te drukken wanneer gasten naar hun kamer wilden. Toen het tijd was voor de penalty’s vroeg ik of ik pauze mocht nemen en zo zat ik in de kantine als enige Nederlander tussen 30 collega’s die voor Costa Rica waren. Ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld. Tot Costa Rica voor de tweede keer een penalty mistte en ik als enige drie gaten in de lucht sprong en aan het juichen was. Ik excuseerde me snel, maar werd door iedereen gefeliciteerd. En sommige collega’s vonden het zelfs bijzonder dat ze dit hadden meegemaakt. Ze hadden nog nooit iemand uit Nederland zo zien juichen. Ik zie dat maar als een compliment.


Zondagmorgen ben ik gaan brunchen voor de laatste keer met Marije en Jef. Marije haar ouders zijn vandaag aangekomen en ze gaan nu met elkaar drie weken reizen en daarna naar Nederland. Helaas Pindakaas. Zondagmiddag moest ik weer werken, van 4 uur ’s middags tot 2 uur ’s nachts, want een collega had afgebeld. Maar al denkend aan een nieuw paar Louboutins heb ik het net overleefd.

Vanmorgen heb ik uitgeslapen tot een uur of tien. Daarna ging ik voor de vierde keer That awkward moment kijken. Zac Efron en New York is de beste combinatie ever. Ik krijg geen genoeg van die film. Daarna reed ik naar de kapper, waar ik al geen drie maanden was geweest. Na twee uur in de stoel te hebben gezeten heb ik nu een echte LA-look aldus de kapster. Perfect voor mijn Las Vegas trip aankomend weekend met Marije en Joanne (en ja, twee keer naar Vegas in drie weken is lichtelijk decadent, maar je leeft maar één keer..).


Ondertussen zit ik op mijn balkon nu mijn blog te typen, met een stroopwafel in mijn hand. Thanks to mijn oom en tante die een mis-Nederland-niet-teveel-overlevingspakket hebben opgestuurd. Wat net de dag nadat Frank weg was werd afgeleverd hier. Kon niet beter. Ik heb een paar collega’s al dropjes leren eten en samen met Marije ook al een heel zakje opgegeten. We waren bijna vergeten hoe drop ookalweer smaakte. De Cosmopolitan heb ik bijna uit en de Pepermuntjes staan in een potje op tafel. Een klein beetje Nederland hier in LA. I love it!

Deze blog ben ik de afgelopen tijd al 29 keer aan begonnen. Omdat ik een beetje tussen mentalbreakdown’s in leef had ik  niet zoveel inspiratie.  Maar begrijp me niet verkeerd, over het algemeen heb ik het hier nog steeds waanzinnig naar mijn zin en met mijn benen in de zon, uitzicht over de bergen wil ik er helemaal niet aan denken dat dit leventje ooit ophoudt. Misschien is het een goed idee als jullie gewoon allemaal hier naar toe verhuizen?