zondag 30 maart 2014

''Eat-Sleep-Laugh-Repeat.''


Vrijdag was mijn eerste dag van mijn drie dagen-durend-weekend. Een luxe met een baan in de hotellerie en het voelde een beetje als een mini-vakantie. Lekker drie dagen doen waar ik zin in heb en even geen Spaans om me heen én geen wekker die om 04.30 gaat. Ik begon de dag met Facetimen met Nederland en at ondertussen mijn ontbijt. Daarna vond ik dat ik er niet langer onder uit kon en moest ik als ‘‘miss-uitstel’’ naar het DMV, Department for Motor Vehicles, oftewel mijn theorie-examen maken. Mijn rijbewijs is eind april niet meer geldig en dus moet ik binnen nu en 1 mei een Californisch rijbewijs regelen. Vol goede moed ging ik op weg naar het DMV, deze keer met wel de juiste papieren en om half tien zat ik netjes te wachten op een van de niet-lekker-zittende-stoeltjes  in het sfeervolle DMV-gebouw. 


Ik weet niet wat het is, met die overheidsgebouwen hier, maar gezellig is het daar niet te noemen. Ik bedacht me dat ik nog wel even de vragen door kon lezen die de vorige trainee (het meisje dat vorig jaar in het Hilton haar traineeship deed)mij had gestuurd, zodat ik in ieder geval voorbereid was. Je maakt hier je theorie-examen gewoon op een a4-tje, met meerkeuze vragen. Na afloop krijg je het a4-tje mee naar huis en de vorige trainee had via via zo’n 175 mogelijke vragen ontvangen per mail. In plaats van het hele handboek te bestuderen hoopte ik dat het uit mijn hoofd leren van de vragen wel voldoende zou zijn.


Toen ik na anderhalf uur eindelijk naar loket nummer 21 mocht lopen, begon ik toch lichtelijk zenuwachtig te worden. De dame bekeek mijn papieren, merkte op dat de achternaam van haar dochter ‘‘Holland’’ is, en zei dat het enige dat ze van Nederland weet is dat wij een goed voetbalelftal hebben. Ik knikte instemmend mee. Daarna moest ik een ogen test doen, ‘‘Doe je hand voor je rechteroog en lees wat er boven mij staat’’. Appeltje eitje. Uiteindelijk waren al mijn papieren in orde, moest ik 33 dollar betalen en mocht ik doorlopen naar de camera voor een foto. Waar ik totaal niet op voorbereid was (lees, m’n haar was een puinhoop en m’n make-up zat niet). ik dacht namelijk dat ik een eigen foto mee moest nemen en had in Nederland netjes extra pasfoto’s laten maken, in Amerikaans formaat. Maar nee, ik moest daar op de foto en ik geloof dat dat de meest lelijke foto ooit is geworden. Wat dus hilarisch gaat worden als ik mezelf ooit moet identificeren met mijn rijbewijs.

Na de foto moest ik op de rode loper gaan staan (hoe toepasselijk) en wachten tot ik aan de beurt was voor het theorie-examen. De jongen voor mij stond al zijn nagels af te bijten en een beetje te hupsen van z’n ene naar z’n andere been waar ik ook nerveus van werd. Heel even schoot door m’n hoofd dat ik misschien toch beter het hele handboek door had kunnen lezen en werd ik nog iets zenuwachtiger. Na een paar minuten kreeg ik mijn potlood en moest aan een tafel gaan staan om de juiste antwoorden aan te kruisen. Aan beide kanten zaten schotten zodat ik niet bij m’n buurman of buurvrouw kon kijken, maar ik vond het wel een grote grap dit. Die Amerikanen zouden eens bij een Nederlands theorie-examen moeten kijken. Ik begon met het beantwoorden van de 35 vragen en kwam erachter dat dit een nieuwe versie was en de vragen die de trainee van vorig jaar had doorgestuurd niet echt van toepassing waren. Na een kleine stille scheldpartij (oke, ik had dit kunnen verwachten..) vulde ik op goed geluk de test verder in en probeerde logisch na te denken om een Amerikaanse manier. Sommige regeltjes zijn hier toch iets anders dan in Nederland. Toen ik klaar was leverde ik mijn papiertje in en werd het meteen nagekeken. Met ingehouden adem keek ik toe hoe de man mijn foute antwoorden aankruiste en ik deed een schietgebedje dat ik er niet meer dan zes zou hebben. Gelukkig stopte hij na zes strepen zetten en feliciteerde me. Geslaagd! Eindgoed, algoed. Ik heb nu een tijdelijk rijbewijs en dertig dagen de tijd om af te rijden. En dan ben ik echt-echt ingeburgerd.


Dolgelukkig en toch een beetje trots, stapte ik later in de auto. Mijn volgende stop was negen minuten rijden, de Los Angeles Zoo. Ik vind het altijd leuk om in het buitenland dierentuinen te bekijken, toch altijd weer anders dan in Nederland en ik wilde naast de Bronx-zoo (New York) ook de Los Angeles-zoo van m’n lijstje af kunnen strepen. De Central Park-zoo ga ik volgend jaar bekijken, wanneer ik weer naar NYC ga. Het was veel minder druk dan die zondag ervoor, toen ik niet eens een parkeerplaats kon vinden. Dus voor ik het wist stond ik bij de kassa, kocht een toegangskaartje en nam een plattegrond mee. 

De dierentuin was niet heel erg mooi, het viel mij op dat alles er een beetje verdord uit zag. De verblijven waren  wel mooi en netjes en ik had niet het idee dat de dieren een heel zwaar leven hadden in deze dierentuin. 

 
Wat mij wel opviel, waren dat het ook hier stikte van de veel te dikke kinderen. Amerika heeft echt een probleem wat dat betreft. Van de gemiddelde schoolklas was 80% sowieso te dik. En het ergste was nog dat ze allemaal met grote flessen cola in hun hand liepen of mega zakken popcorn. Ik wilde het bijna uit hun handen treken. Arme kinderen, die kunnen er ook weinig aan doen. Het grootste probleem ligt bij de ouders én bij de school. Ik hoorde afgelopen week van een collega hoe het schoolsysteem hier in elkaar zit. En hoe een schooldag eruit ziet. De kinderen gaan rond half negen naar school, kunnen daar dan ontbijten (sommigen ontbijten thuis, maar veel ouders vinden het makkelijker om de kinderen op school te laten ontbijten) en daarnaast eten ze tussen de middag altijd een maaltijd op school. Die maaltijden op school zijn niet de meest gezonde vertelde mijn collega. Wel probeert de staat de maaltijden gezonder te maken en fastfood te verbieden en meer groente en fruit aan te bieden. Toch worden de kinderen al heel jong blootgesteld aan heel veel ongezond eten. De ouders hebben hier ook een groot aandeel in, volgens mijn collega zijn veel mensen erg gemakzuchtig wat betreft eten en wordt er vaak buiten de deur gegeten of gesnackt. ‘‘Amerika biedt ook zoveel lekkere dingen’’, zei mijn collega. Ik weet dat dit niet voor alle Amerikanen geldt, en wederom wil ik zeker niet iedereen die hier woont en kinderen heeft over één kam scheren. Want natuurlijk zijn er ouders die wel goed opletten op wat hun kinderen eten én ervoor zorgen dat hun kinderen veel bewegen en opgroeien tot gezonde volwassenen in plaats van volwassenen met obesitas. Maar ik schrik er steeds zo van wanneer ik die schoolklassen zie met al die kleine, veel te zware kinderen. 

Na de dierentuin reed ik terug naar Burbank om daar een taco op het terras te eten (‘’U wilt er maar één? Geen drie, mevrouw?’’). Ondertussen zocht ik op welke films er in de bioscoop draaiden en besloot ik om naar The Grand Budapest Hotel te gaan. Een leuke film, niet mega-geweldig-je-moet-er-echt-heen-leuk, maar gewoon leuk. Het was een waargebeurd verhaal over een conciërge in The Grand Budapest Hotel zo’n vijftig jaar geleden. Na de film ging ik naar huis en om negen uur lag ik in mijn bed en keek ik nog even uitzending gemist.

Tot ik weer een keihard gerommel hoorde en toen ik ook mijn bed voelde bewegen wist ik hoe laat het was. Ik pakte mijn telefoon en rende naar m’n woonkamer om onder mijn tafel te gaan zitten. Aardbeving nummer twee die ik bewust meemaakte. 

Deze was heftiger dan de vorige keer, maar gelukkig snel voorbij. Toen ik eenmaal onder de tafel zat, was het gerommel ook al bijna over. Ik checkte twitter en zag meteen dat ik gelijk had en dat het inderdaad een aardbeving was. Een van de voortekenen voor ‘‘The Big One’’, schreef de LA-Times. Iets waar ik totaal niet bij stil wil staan. 

 
Er zijn uiteindelijk nog zo’n 20 naschokken geweest, waarvan ik er één lichtelijk heb gevoeld. De andere 19 niet. Toch went het niet, het is zo’n gek natuur verschijnsel. Wanneer het normaal gesproken regent, ga je onder een afdak staan en ben je droog. Onweert het, dan zorg je dat je binnen bent en ben je 9 van de tien keer veilig. Bij een aardbeving ben je nergens veilig.


Mijn zaterdagmorgen bracht ik door op de LA Farmers Market. Een markt met allemaal kleine restaurantjes waar je verschillende specialiteiten kan eten. Er zijn heel veel winkeltjes die van alles verkopen en er hangt een hele relaxte sfeer. Halverwege kwam ik een Franse winkel tegen en daar ging ik even naar binnen, de laatste tijd ben ik zelfs met iets dat uit Europa komt al heel blij. Ik liep door het winkeltje en mijn hart sloeg over toen ik echte LU Prince-koekjes zag. En Knorr kippenbouillon. En Dr. Oetker taart mix. 

 
Nog gelukkiger werd ik toen ik aan de andere kant de echte Dutch Waffles zag. STROOPWAFELS! Ik kocht twee pakjes van twee stroopwafels ($5,50..) en liep heel gelukkig de Franse winkel uit. Mijn volgende stop was de Starbucks. Eindelijk een Skinny Vanilla Latte met stroopwafel in plaats van chocolate chip cookie of muffin of cheesecake.

Toen ik bij de uitgang van de Farmers Market kwam, zag ik in mijn ooghoek iets heel bekends, de Zara. Ook al is de Zara in Amerika drie keer zo duur als in Nederland, ik kon het niet laten om daar naar binnen te gaan. Ik kocht een nieuwe broek en bedacht dat ik ook nieuwe schoenen nodig had. 

 
Het winkelcentrum (The Grove) wat naast de Farmers Market zit,  is echt een heel mooi winkelcentrum. Niet overdekt, maar vol met bloemen, fonteinen, gezellige muziek en hele chique winkels. Ik kocht een heel mooi paar nieuwe hakken, in het zwart. Twijfelde tien minuten of ik ze in het roze of in het zwart wilde, maar koos toch voor veilig zwart. Die roze koop ik zodra het weer payday is.  


Ik liep verder langs de Apple Store, de Cheesecake Factory (heel snel doorlopen), de Marc Jacobs Store, Barney’s New York en nog honderd winkels. Het voelde heel even alsof ik op Fifth avenue in New York was, zo’n sfeertje hing er.


Toen mijn handen pijn deden van al mijn tassen (I need a man!) ging ik weer naar mijn auto en reed ik terug naar huis. ’s Avonds had ik met Veronica afgesproken om uit eten te gaan. We gingen pizza eten op een terras en bleven lang zitten om mensen kijken.

Vanmorgen was ik al heel vroeg wakker, té vroeg voor een zondagochtend eigenlijk. Toch stapte ik uit bed, nam een douche en maakte een ontbijt. Omdat ik een beetje klaar ben met al dat gesnoep en ongezonde eten hier, ontbeet ik met yoghurt met stukjes mango en banaan. En een handje ongezouten noten. Lekker healthy en alvast een voorproefje op mijn healthy-april. 

 
Mijn eerste twee maanden LA zijn om, zaterdag was ik hier precies twee maanden. En dus begin ik 1 april met gezond eten. Even geen lekkere koekjes en ijsjes en snoepjes meer. Maar wat meer hardlopen en geen Amerikaanse zoetigheden. Ik ben benieuwd hoelang ik dat vol ga houden..

Na mijn ontbijt ruimde ik mijn huis een beetje op en pakte mijn strand spullen. Mijn ochtend bracht ik door in Santa Monica en Venice Beach. Toen ik in Santa Monica aankwam, zag ik dat er een marktje was. Voordat ik naar Venice Beach ging wandelen, dat was mijn doel van de dag, bracht ik eerst een bezoekje aan de markt. Een kleine markt, met alleen maar gezond eten. Zelfs Organic Coffee. Dat ging mij allemaal iets te ver, dus na een rondje markt ging ik de zee opzoeken. Vanaf Santa Monica beach liep ik over het wandelpad richting Venice Beach. 


Onderweg kwam ik vaders tegen die aan het hardlopen waren en zo de kinderwagen met kind erin voor zich uit duwden (de nieuwe trend hier geloof ik), ik kwam surfboy’s tegen, hardlopende dames, mensen die aan het yoga-en waren, en mensen die in hun eentje van de zon genoten. Na een kwartiertje wandelen kwam ik bij Venice Beach. Venice staat nogal bekend om de gekke mensen en ik kwam er al snel achter dat er daar inderdaad bijna alleen maar alternatieve mensen zijn. Niet verkeerd natuurlijk, iedereen moet zijn eigen ding doen. Maar ik voelde me niet heel erg op mijn gemak. Aan de ene kant van het wandelpad waren winkels, variërend van vreemd uitziende restaurantjes, tot winkels die Medical Marihuana verkopen (ik waande me weer even in Amsterdam). 


Aan de andere kant stond het vol met mensen die zelfgemaakte dingen verkopen. Van gekke schedels, tot handlezers, van mensen die kunstjes deden met glas, tot mannen die met slangen om hun nek geld probeerden te verdienen. Het was nogal bijzonder. 


Ik liep door en kwam bij de beroemde ‘‘Muscle Beach’’. Muscle Beach is een soort van buitensportschool en het stond er ook vol met afgetrainde Amerikanen die aan het trainen waren. Muscle Beach is vooral beroemd doordat Arnold Schwarzenegger er trainde en nog een handvol beroemde bodybuilders. Daarnaast is Muscle Beach ook bekend van de tv-serie BayWatch. 



 
Ik maakte wat foto’s en ging naar het strand waar ik met mijn handdoekje in de zon ging liggen. Wel met m’n kleren aan, want er stond een mega wind waardoor het in bikini iets te koud was. 


Na anderhalf uur moest ik weer terug, want ik kon maar maximaal vier uur parkeren op de parkeerplek waar mijn auto stond. Zonder file reed ik terug naar Burbank en nu zit ik bij Barnes & Noble te schrijven. Zometeen ga ik een salade kopen en in de zon op mijn balkon op eten. En vanavond vroeg naar bed, want morgen gaat de wekker om 04.30 en is mijn mini-vakantie weer voor bij. Back to reality.  

donderdag 27 maart 2014

''5,4,3,2,1 and ACTION!''


Het leven van een roomattendant gaat niet over rozen heb ik de afgelopen dagen gemerkt. Maandagmorgen stond ik om acht uur klaar om 14 kamers schoon te maken. Let vooral op m'n schoenen. 



Na de opening door de manager werd ik toegewezen aan een dame die al zestien jaar bij het hotel werkt als kamermeisje/roomattendant, net hoe je het wilt noemen. Haar achternaam was Gordon en daar moest ik even om lachen, ze zag er ook een beetje uit als de vrouwelijke Gordon. Ze was heel vriendelijk en probeerde ook echt om in het Engels tegen mij te praten. Gelukkig.

We gingen eerst naar de 24e etage, dat is de etage die zij meestal schoonmaakt. Samen met de andere kamermeisjes (oke, ik noem ze vanaf nu kamermeisjes, ondanks dat ik dat woord denigrerend vind, maar ik weet even geen andere benaming) stapten we in de lift. Wat nogal hilarisch was, ik stak namelijk boven ze allemaal uit, ik was minimaal een kop groter dan alle andere dames. Alleen daarom al houd ik van Californië, niemand hier die begrijpt dat ik in Nederland bijna alleen maar vriendinnen heb die groter zijn dan ik. De dames spraken natuurlijk alleen maar Spaans en keken af en toe naar mij, waardoor ik zeker wist dat het over mij ging. Waar ze het over hadden, geen enkel idee. Misschien hadden ze het niet verwacht dat ik kamers schoon zou gaan maken. Of misschien deden ze een weddenschap hoe lang ik het vol zou houden. Of misschien vonden ze het wel tof dat ik mee ging helpen. Ik ga maar van het laatste uit. Toen we op de 24e etage aankwamen begonnen we met de kar inruimen. Lakens in queen, king of double formaat, kussenslopen in drie verschillende formaten, een fles chloor, een fles schoonmaakmiddel, een fles luchtverfrisser en een fles met water. Die laatste is om over het bed te spuiten kwam ik later achter. Zo ziet je bed er fris en sprankelend uit, jullie begrijpen natuurlijk dat ik dat vanaf nu ook iedere ochtend netjes doe met mijn eigen bed. Daarnaast pakten we voldoende flesjes badschuim, zeepjes, brillendoekjes, schoenlepels, scheermesjes, tandenborstels enzovoort.

De eerste van de veertien kamers maakte Shirley (schuilnaam) zelf schoon. En ik keek naar alles wat ze deed. Omdat ik daar niet zo van houd, een beetje toekijken, en mezelf erg ongemakkelijk begon te voelen, pakte ik bij de tweede kamer een doekje met schoonmaak middel en begon met de tv, de kasten en het bureau te poetsen. Shirley deed voor hoe ze het bed verschoonde en bij het tweede bed dat in de kamer stond hielp ik haar. Natuurlijk was zij in twee minuten klaar met het eerste bed verschonen, ik deed twaalf minuten over het tweede bed. En Shirley maar lachen. Mijn zelfvertrouwen daalde met de minuut. Daarna gingen we de badkamer schoonmaken, en liet ze mij de hele badkamer drogen met een handdoek. Even spierballen kweken.

Bij suite nummer vijf (formaat zes fatsoenlijke hotel kamers bij elkaar) was ik de gelukkige om stof te zuigen en de drie badkamers te poetsen. Ik pakte de stofzuiger en ging aan de slag, in de suite waar de airco op dertig graden (Celsius, van Fahrenheit begrijp ik nog niks) stond. En helaas mag je in een bezette kamer nergens aankomen dus ook niet de airco wat lager zetten. Met zweet op mijn hoofd en bijna tranen in mijn ogen was ik na 15 minuten stofzuigen nog niet klaar. Ik haatte de Presidential Suite. En ik haatte de Chinese gasten die zo graag met dertig graden in hun kamer willen zitten. Ik haatte m’n schoenen die een blaar aan het veroorzaken waren en ik haatte het dat ik dit werk moest doen en wilde bijna het bijltje erbij neerleggen. Toch zette ik door, ik wilde niet dat andere mensen zouden denken dat ik mezelf te goed zou voelen voor dit werk. Of dat ik gezien zou worden als een klagerig meisje uit Europa dat er alleen maar leuk uit wil zien in d’r mantelpakjes en met hakken aan (wanneer ik niet aan het schoonmaken ben). Ik liet Shirley niets merken en ik bleef glimlachen. Ondertussen steeg mijn respect voor haar en alle andere dames.

Even later stond ik met grote roze handschoenen aan en een spons in mijn hand de wc te poetsen. Ik keek even in de spiegel en toen ik mezelf zag staan, voorover gebogen over het toilet, met knalrode wangen en uitgelopen mascara moest ik heel even glimlachen. Dit is dus ‘Living the American Dream’. Ik wilde Shirley bijna vragen om een foto van mij te maken om naar iedereen te sturen die zegt jaloers te zijn op wat ik hier allemaal meemaak.

Kamers schoonmaken is een vak apart ben ik nu achter. En een vak dat ongelooflijk ondergewaardeerd wordt naar mijn gevoel. De dames werken zo hard, 14 kamers in je eentje schoonmaken in 8 uur is ontzettend veel. Het is dan ook niet gek dat ze rennend door die kamer gaan met een stofdoek in de hand. Ik heb er heel veel van geleerd de afgelopen dagen, vooral wat ik zou willen veranderen in het hotel en ook wat ik later absoluut niet zou willen in mijn eigen hotel. Mocht het ooit zover komen. Ik vond het vooral lastig dat ik er drie minuten over deed om een kussen fatsoenlijk in een sloop te krijgen. Of dat het mij twaalf minuten kostte om een bed op te maken, terwijl Shirley dat in een handomdraai voor elkaar had (natuurlijk heeft zij in d’r leven al duizenden bedden opgemaakt, maar ik voelde me een beetje een sneu meisje omdat ik niet eens even snel een bed op kon maken).

Omdat ik maandag en dinsdag (ja, ik moest dinsdag ook de hele dag schoonmaken) samen met Shirley aan het werk was, ging ik ook met haar en de andere kamermeisjes lunchen. Ondanks dat ze heel hard werken, hebben deze dames niet echt het hoogste salaris. Toen ik mijn Iphone dan ook pakte tijdens het eten om wat berichtjes te beantwoorden, voelde ik alle blikken mijn kant op gaan. Ik keek op en zag dat zij allemaal met een ouderwetse Nokia in de hand zaten. Of een oude Samsung, die wij in Nederland 10 jaar geleden ook hadden. Ik werd er heel ongemakkelijk van, ondanks dat ik er niks aan kon doen. Een van de dames vroeg waar ik vandaan kwam in gebrekkig Engels. Ik vertelde dat ik uit Europa kom, uit Nederland. Het land waar Obama die dag was. Wat ik overigens best bijzonder vond, om hier in de kranten foto's te zien van Obama met Rutte. Obama met "onze" Koning en Koningin. Ik was maandag een beetje extra trots op Nederland. 




Ik vertelde dat ik hier ben voor een jaar als trainee om internationale ervaring op te doen. Ze knikten en vonden het bijzonder. Ik vroeg hen in het meest makkelijke Engels hoe zij hier kwamen en gelukkig kwam er net een andere collega aan lopen die kon vertalen. Ik hoorde verhalen over hoe sommigen vanuit Mexico door de woestijn naar LA zijn gelopen. Meer dan een maand zwierf het meisje naast mij door de woestijn met haar familie, op weg naar LA, de plek die hen meer zou gaan bieden dan wat Mexico had gedaan. Een andere dame vertelde dat ze in Las Vegas woont maar daar geen werk kon vinden, dus iedere maandag met de bus naar LA gaat en vrijdagavond weer terug gaat. Zodat ze zaterdag en zondag voor haar zoontje van 3 kan zorgen. Een ander meisje van 19 vertelde over haar twee kinderen, van 4 en 3. De dame naast haar zei dat ze oorspronkelijk uit El Salvador komt en daar geen werk kon vinden. Ze stuurt iedere twee weken de helft van haar salaris naar haar gezin in El Salvador. Ik werd er even stil van, van al die verhalen en toen ze mij vroegen of ik het hier moeilijk had, gaf ik als antwoord ‘‘nee’’. Vergeleken met de verhalen die zij hebben, viel mijn verhaal in het niet. Ik heb een fatsoenlijk inkomen, carrière kansen, ik had genoeg spaargeld om een ticket naar LA te boeken en hier een auto te kopen en ik kan netjes iedere maand mijn huur betalen.  Het meisje naast mij vond het dapper. Ik zei dat zij dapperder is dan ik. ‘‘Nee’’, zei ze. ‘’Ik heb mijn hele familie hier wonen in LA, jij hebt geen familie hier.’’ En toen moest ik voor de tweede keer die maandag even slikken.


Omdat ik maandag avond helemaal gesloopt was, reed ik op weg naar huis langs de In&Out, waar je een van de betere hamburgers van Californië schijnt te kunnen eten. Ik was er nog nooit geweest, maar mijn collega's raadden het enorm aan om daar te gaan eten. De keuze daar is niet reuze, je kan kiezen uit drie soorten hamburgers. Ik koos de meest simpele, met patat en zat even later in het zonnetje te genieten. Eenmaal thuis keek ik nog even uitzending gemist in bed en om acht uur deed ik het licht uit.
 

Dinsdag stond weer in het teken van schoonmaken, een ‘‘nieuwe work-out’’, grapte de manager. Inderdaad een goede work-out, want iedere spier in mijn lichaam deed pijn, dus de dinsdag werd nog iets pittiger dan de maandag. En ik ben nog nooit zo blij geweest toen ik naar mijn auto liep. Of nouja, strompelde, alles deed mij zeer.

Gisteren mocht ik (gelukkig) om zes uur beginnen en werkte ik samen met de office-coordinator. Ook zwaar werk, maar dan niet lichamelijk. We starten met de kamers toe te bedelen, wat ik nu iets beter begrijp omdat ik meer inzicht heb in de verschillende type kamers én waarom ze bepaalde kamers aan bepaalde personen toebedelen. En ik begreep het verschil tussen King, Queen en Double - kamers. Ik wist welke etages meerdere bedden hadden, op welke etages de suites zijn en wat de verschillen zijn tussen de diverse suites. Om acht uur kwamen de kamermeisjes binnen en ik merkte dat hun houding naar mij toch is veranderd doordat ik met hen gewerkt heb twee dagen. Ze zeiden me gedag en probeerden mij woordjes in het Spaans te leren. Ze lachten naar me en eindelijk voelde ik me niet meer voor 100 procent een buitenstaander. De tijd ging gelukkig razendsnel en voor ik het wist was het half drie en ging ik weer naar huis. In de auto bedacht ik me dat ik tickets had ontvangen via de mail voor een tv-show van Comedy Central en ik whatsappte Veronica of ze zin had om mee te gaan.

Dat had ze, en zo stonden we om kwart over zes in Hollywood in een lange rij voor de ingang van de opname-studio’s. Zonder telefoon en tas (er mag niets mee naar binnen), voelde ik me een beetje kaal. En ik werd na tien minuten al lichtelijk chagrijnig omdat het lang duurde en ik mijn telefoon mistte (enigszins verslaafd..). We gingen naar de show @midnight, waar ik nog nooit van mijn leven van gehoord had en nog nooit een aflevering van had gezien. Na een uur in de rij te hebben gestaan mochten we door de security controle en bracht een dame ons naar een lange bank waar we moesten gaan zitten en weer moesten wachten. Na 1,5 uur werden we gevraagd op te staan en werden Veronica en ik gevraagd om als een van de eerste naar binnen te gaan, om vooraan plaats te nemen. Wat de giller van de eeuw was, zaten wij als twee Nederlandse meisjes, bij een show die we totaal niet kenden, helemaal vooraan. Toen iedereen zat, kregen we instructies. @midnight is een soort comedyshow voor volwassenen (waar we later achter kwamen, het was af en toe nogal grof) waarbij drie cabaretiers het tegen elkaar opnemen wanneer ze antwoorden moeten geven op vragen die gaan over berichten op Social Media. De presentator kwam het podium op, en stond recht tegen over mij, wat ik nogal ongemakkelijk vond. Precies achter mij stond de autocue dus iedere keer leek het alsof hij mij recht aankeek en deed ik maar alsof ik alles heel grappig vond. Terwijl ik niks van de grapjes begreep.  Het enige voordeel was dat de presentator niet heel verkeerd was om naar te kijken.
 

De opnames begonnen en het was heel Amerikaans. Ze lachen hier werkelijk waar overal om. En dat was nogal irritant, omdat Veronica en ik vooraan zaten en voor ons gevoel steeds gefilmd werden, deden we maar alsof we alles grappig vonden. Wat betekende dat onze kaken pijn deden na een uur nep-lachen. Het enige hoogtepuntje was de man achter ons. Type, Amerikaan XXXXXL, samen met zijn vrouw, ook Amerikaan XXXXXL. De man had zo’n harde lach, dat wij automatisch in een deuk lagen wanneer hij weer begon te bulderen van het lachen. Ik weet zeker dat deze meneer op tv te horen moet zijn tijdens de uitzending. De grappen die de cabaretiers maakten waren nogal simpel, grof en niet grappig. Het gekke is dat hier op de radio bij iedere song waar ook maar iets in gescholden wordt, een piep klinkt tijdens het scheldwoord. Omdat ze dat niet kunnen handelen. Maar een comedyshow die vol zit met grove en vieze grapjes mag wel. Het blijft vreemd.

Nadat er drie pauzes waren geweest en een aantal scenes opnieuw werden opgenomen, was het afgelopen en rende de presentator nog even langs de voorste rij om iedereen een high five te geven (hoe Amerikaans). Het was een leuke ervaring deze tv-opname, ondanks dat de show nooit mijn lievelingsshow zou worden, het was weer eens iets anders dan op de bank Uitzending gemist kijken op een woensdagavond.  

‘‘Onze’’ uitzending is vanavond om 12 uur plaatselijke tijd op tv te zien, of het in Nederland ook rond die tijd wordt uitgezonden, geen idee. Of wij in beeld komen, weet ik ook niet. Ik gok in ieder geval vanaf de achterkant. Mocht je de show via internet willen zien (alleen aan te raden wanneer je bewegende beelden van mij wil zien, óf van grove humor houdt), het is terug te zien via comedycentral.com.  Het meisje dat (heel erg bruin is) en recht tegenover de presentator zit met knip in haar haar, dát ben ik.  
Ondertussen ben ik net thuis en lag daar (naast een kaart uit Nederland en één uit Spanje) een envelop op mij te wachten van de DMV. Met eindelijk mijn nummerplaten! Nu nog even kijken hoe ik die op mijn auto ga knutselen en dan hoor ik er hier weer een beetje meer bij.

zondag 23 maart 2014

''Sprechen Sie ein bisschen Deutsch?''


Donderdag was de eerste dag dat ik op pad mocht met de floorsupervisor. Het verschil met de office-coordinator is dat de supervisor vooral op de vloer is, zoals de benaming al zegt. De taak van de supervisor is om de kamers te controleren die schoongemaakt zijn en vooral de kamers voor de VIP’s te checken. Zijn ze goed schoon, doen alle lampen het, is er voldoende water, is er een welkoms-kaartje, staat er een pakketje met nootjes en chocola en ga zo maar door. Heel anders dan de hele dag achter een bureau zitten en planningen maken en te coördineren. Om acht uur was eerst de dagopening door de Manager en even later liep ik gewapend met een stapel papieren (en mijn healthy-nieuwe-schoenen) door het hotel samen met de supervisor. Ze vertelde me van alles over haar werk, over de strubbelingen die ze soms heeft met verschillende afdelingen, en ze vertelde over de kamermeisjes. Maar ze vertelde ook over haar gezin en over haar man die vrachtwagenchauffeur is en vrijdagavond om zeven uur thuis komt en zondagmiddag om één uur weer weg gaat. De supervisor werkt ieder weekend van 8 tot half vijf omdat de manager dan afwezig is. Ik vroeg haar wanneer ze haar man dan zag. ‘‘Heel weinig’’, antwoordde ze. Natuurlijk zijn er in Nederland ook gezinnen zie zo leven. Maar ik werd mij er nu weer even bewust van wat een huwelijk je dan wel niet hebt. Je man zie je eigenlijk alleen op vrijdag en zaterdagavond. Misschien omdat ik nu extra inzie hoe belangrijk familie is, vind ik het juist nu zo aangrijpend dat ze haar man maar zo weinig ziet. En hoe weinig haar zoontje van 3 zijn vader ziet.

We controleerden een aantal kamers die al schoongemaakt waren en de supervisor gaf terugkoppeling aan  de dames. Het lastige is dat ik, omdat ik geen Spaans spreek, niet kan communiceren met de kamermeisjes. Ik loop er een beetje tegenaan dat ik mijn taak eigenlijk niet voor de 100% kan vervullen. Want ik kan niet tegen de kamermeisjes zeggen wanneer ze iets goeds hebben gedaan óf wanneer er enige verbetering noodzakelijk is. Erg jammer en frustrerend want nu kan ik mijn management-vaardigheden ook niet verbeteren. Volgens de manager moet ik Spaans gaan leren, maar ik heb nog 5 weken te gaan op Housekeeping en daarna ga ik naar afdelingen waarbij de medewerkers wel Engels kunnen. Dus daar begin ik niet aan, voor ik volledig Spaans kan zijn we waarschijnlijk drie jaar verder. Dus probeer ik zo goed mogelijk te luisteren en af en toe versta ik woordjes en kan ik een beetje peilen waar ze het over hebben. Toch voel ik me soms een buitenstaander wanneer er grapjes worden gemaakt in het Spaans en ik maar een beetje slap meelach. Terwijl ik geen flauw idee heb waar het over gaat. Of wanneer een van de huismannen iets in het Spaans zegt en de supervisor aangeeft dat ze me aan het versieren zijn.  Iedereen lacht, maar ik voel me dan redelijk een sukkel omdat ik niet door heb wat ze aan het doen zijn. Maar ja, al met al zie ik het als een grote uitdaging en vraag ik de supervisor maar steeds om alles voor me te vertalen. En met een klein beetje handen- en voetenwerk probeer ik te communiceren met de dames. Het is even niet anders.

Donderdag was ik om half vijf klaar met werken en volledig gebroken. Ik ging naar de supermarkt en kocht wat sushi. Ik hou van de supermarkt hier want er is een volledige sushi kraam ingebouwd waar een Japanse kok live sushi bereidt. Super lekker én verslavend. En omdat ik op mijn werk altijd al warm eten eet, kunnen de paar stukjes sushi prima door als avondeten. Na de sushi ging ik onder de douche, trok schone kleren aan en hoge hakken. Vulde mijn clutch met creditcard, lipgloss en lippenstift en vertrok naar Veronica. Tijd om wijn te drinken bij een borrel georganiseerd voor alle Dutchies in LA. En dit keer ook voor de mannelijke Dutchies. Veronica en ik waren aan de vroege kant en besloten om eerst aan de bar te gaan zitten en een pizza te delen. Ondertussen werden we geobserveerd door twee barmannen die ernstig geïnteresseerd waren en zich afvroegen uit welk land we kwamen. We vertelden dat we uit Nederland kwamen en niet veel later liepen we naar buiten, richting het terras waar ondertussen al enkele Nederlanders zaten. Superfijn om weer nieuwe mensen te ontmoeten, en leuk om hen verhaal te horen. Waarom ze hier zijn, hoelang ze hier zijn en hoe ze hier zijn gekomen. Rond elf uur liepen we naar de valet-parking en niet veel later werd mijn auto voorgereden (hilarisch om mijn schattige rode auto tussen alle grote BMW’s, SUV’s en Range Rovers te zien staan) en reden we richting huis.

Vrijdagochtend was ik om acht uur present en vervulde ik weer de rol van supervisor-assistent. Ik leer steeds meer en ben inmiddels ook in staat om zelf de kamers te checken en te beoordelen wanneer een kamer opnieuw schoongemaakt moet worden of wanneer ik zelf de kleine vlekjes weg kan poetsen of de paar haren die ik vind op kan ruimen. Daarnaast was het vrijdag pay-day en haalde ik in mijn pauze mijn pay-check op bij de security. Omdat ik op verschillende afdelingen werk en de pay-check’s per afdeling zijn ingedeeld kon mijn collega mijn envelop in eerste instantie niet vinden. Nadat ik hem uitlegde dat mijn echte naam op de envelop staat en niet Anne probeerde hij mijn naam uit te spreken. Het klonk nogal Zweeds volgens hem. Ik zei dat het absoluut geen Zweeds was, maar Nederlands en hij vertelde heel serieus dat zijn moeder uit Duitsland komt. ‘Ach so, sprechen Sie ein bisschen Deutsch?’ Vroeg ik hem en hij keek mij aan alsof ik van Mars kwam. Ze heeft je door, zei de Security Manager die achter zijn bureau zat tegen de medewerker, ‘je moeder komt helemaal niet uit Duitsland’. En ik liep glimlachend weg.

Mijn vrijdagavond spendeerde ik in het Burbank TownCenter bij de Starbucks. Ik ging nog even naar de New York & Company, pastte een paar broeken bij Gap, werd een klein beetje boos op mezelf dat ik teveel lekkere dingen eet en bij lange na niet in size zero pas. En bedacht me daarna dat ik helemaal geen size zero meisje wil zijn en dat ik beter maar kan genieten nu ik hier ben. En zo zat ik even later bij de Yoghurtland met een Frozen Yoghurt (nieuwe verslaving).


Zaterdag was mijn tweede vrije dag van de week (hier lopen de werkweken van zondag tot zaterdag en zondag was ik ook al vrij geweest). Ik begon met mijn dekbed af te halen en mijn was te verzamelen. En zo zat om negen uur mijn eerste was al in de wasmachine. Ik ging daarna mijn hele huis schrobben en vond nog wat zand afkomstig van het strand. Ik maakte een geimproviseerde waslijn op mijn balkon en hing daar mijn beddengoed op en deed mijn gekleurde was in de wasmachine. Ondertussen kreeg ik een uitnodiging om de volgende dag in een commercial te spelen in Venice Beach, maar helaas moest ik werken zondag. Daar ging m’n moment of fame. Toen mijn was klaar was skypte ik met mijn ouders die hun vakantie naar de USA aan het voorbereiden zijn en even later kreeg ik een berichtje van m’n broertje dat hij en een vriend van hem tickets naar LA hebben geboekt. Nog 75 nachtjes en dan sta ik weer op LAX-Airport. En dit keer aan de andere kant van de deur, om Frank en Thijs op te halen.


’s Middags wilde ik graag naar de dierentuin en toen ik na een kwartiertje rijden bij de dierentuin aankwam was het bijna vechten om een parkeerplek. Dat is het nadeel van LA. Toen ik na 20 minuten nog geen parkeerplek had en langs de ingang reed en zag dat er minstens honderd mensen aan het wachten waren om een entreekaartje te kopen, gaf ik de moed op. Ik reed verder en besloot om te gaan relaxen in Griffith Park. En zo lag ik even later in het gras, naast de Merry-go-round die Rollercoaster-Tycoon achtige muziekjes afspeelde. 

Na een paar uur ging ik op weg naar huis, waar ik een kleine aanvaring had met de hond van de mensen waarvan ik het appartement huur waardoor ik genoodzaakt was om vandaag een nieuwe tas te kopen. But nothing special, ik leef nog.  Zaterdagavond bracht ik door op de bank met de film Alles is Familie. En werd ik even gelukkig van de beelden van een vertrouwd Amsterdam en Artis, LA is waanzinnig en ik geniet enorm hier. Maar in Nederland hebben we het goed. Neem dat maar van mij aan nu.

Vanmorgen ging mijn wekker om half acht en was ik om negen uur weer present. Met een plastic tas met mijn spullen daarin. Mijn collega's keken nogal raar naar m'n plastic tas.  Ik vertelde over de dog-attack en maakte een grapje dat dit dé nieuwe IT-bag was. ‘‘You’re so funny!!!’’ Reageerden ze.

Samen met de supervisor ging ik weer kamers controleren en voor ik het wist was het half zes en namen we de lift naar beneden. Eenmaal thuis trok ik snel andere kleren aan en vertrok naar het Winkelcentrum om een nieuwe tas te kopen. Dat is gelukt én dankzij het lief aankijken van de caissière kreeg ik ook nog een berg korting. I love Amerika! 


Inmiddels zit ik bij Barnes & Nobles mijn blog te schrijven en ga ik zo naar huis. Een douche nemen en nog even een film kijken. Morgen wordt een dag om nooit te vergeten, want ik ben morgen voor één dag room-attendant. En dat betekent zelf 14 kamers schoonmaken. Ik denk dat het de giller van de eeuw wordt, ik ben misschien toch meer van het kantoor- en organiseer-werk in plaats van snel schoonmaken, bedden opmaken en handdoeken opvouwen. Daarbij komt dat ik zo goed als niet kan communiceren met de mede-kamermeisjes. Maar ik blijf lachen, misschien ontmoet ik morgen eindelijk mijn eigen Mr. Marshall (zoals in Maid in Manhattan). Keep dreaming, keep dreaming!

woensdag 19 maart 2014

''Who's gonna save us?!''


Maandagmorgen iets voor half zeven zat ik rechtop in mijn bed. Ik hoorde een keihard kabaal. Mijn eerste gedachte was ‘‘Wat waait het hier hard, onweert het soms?!’’ Toen bedacht ik me dat het helemaal niet kan in Californië, dat het zo hard waait dat mijn hele appartement beweegt. Ik keek naar het plafond en zag mijn lamp heen en weer gaan, ik voelde mijn bed bewegen en ineens besefte ik dat dit een aardbeving was. Mijn allereerste aardbeving die ik bewust meemaakte. En het was eng. Vooral omdat ik niet wist hoelang het zou duren en wat ik moest doen. Ik rende uit paniek mijn bed uit en naar buiten, naar mijn balkon. En toen was het ineens afgelopen. Zo snel als dat het kwam, zo snel was het ook weer weg. Met mijn hart in mijn keel liep ik terug naar mijn slaapkamer en pakte mijn telefoon. Ik zag meteen op Twitter dat het inderdaad een aardbeving was geweest en whatsappte als eerst naar mijn ouders; ‘‘IK HEB NET EEN AARDBEVING MEEGEMAAKT MAAR IK LEEF NOG.’’ Nog geen minuut later belde mijn moeder.


Vroeger op school in groep vijf of zes leerde ik voor het eerst over aardbevingen geloof ik. Hoe ze ontstaan, wat er precies gebeurd. En altijd heb ik mij afgevraagd hoe het zou voelen, zo’n aardbeving. Inmiddels kan ik vertellen dat het heel vreemd is. De grond onder je voeten beweegt, het maakt herrie en het meest gekke is dat je niet weet hoelang het duurt én er niets tegen kan doen.

Maar eind goed, al goed. Behalve dat er meteen na de aardbeving overal sirenes klonken zijn er geen gewonden gevallen. Wel zijn er nog een stuk of vijf naschokken geweest maar die waren zo klein dat ze niet voelbaar waren. Gelukkig. 

Nadat ik mijn eerste aardbeving had overleefd, kon ik meteen beginnen aan mijn eerste werkdag op de afdeling Housekeeping. Ik was super benieuwd, nog nooit heb ik op Housekeeping gewerkt en omdat ik een beetje bang gemaakt ben door collega’s, wist ik niet zo goed wat ik moest verwachten. Het viel gelukkig reuze mee. Ik werd om acht uur ontvangen door de Housekeeping Manager, die mij introduceerde aan de Housekeeping Coordinator, Sarah. Ik ging bij Sarah zitten en zag de kamermeisjes (wat ik overigens een beetje denigrerend woord vind, maar ik weet even geen andere benaming) langzaam aan binnen komen. De manager heette alle dames welkom (in het Spaans, Sarah gaf mij ondertiteling in het Engels) en introduceerde mij en vertelde nog even over veiligheid. De dames moesten allemaal zorgen dat ze hun fluitje aan hun schort hadden vast gemaakt. Dat fluitje is ervoor wanneer er een gast in de kamer is waar ze schoonmaken en slechte bedoelingen heeft. Een paar maanden geleden is een kamermeisje in New York in een hotel verkracht. Omdat de dames geen telefoon bij zich hebben gebruiken ze een fluitje. Mochten ze in gevaar komen dan hoeven ze alleen maar daarop te blazen zodat andere mensen het horen en alarm kunnen slaan. Best slim. Nadat de kamermeisjes hun spullen hadden gepakt en aan het werk waren, begon Sarah met mij dingen uit te leggen. Ze vertelde over de taakverdelingen en hoe de afdeling Housekeeping was opgebouwd. Eerst heb je de roomattendants, de kamermeisjes. Zij maken per dag maximaal 14 kamers schoon, waarvan maximaal acht check-outs. Kamers van gasten die al vertrokken zijn.  Ze hebben per kamer een half uur de tijd en de meeste kamermeisjes hebben hun eigen verdieping die ze altijd schoonmaken. En hoe beter en preciezer je schoonmaakt, hoe hoger de etage is die je schoon mag maken. De VIP’s en de suites zijn op de hoogste etages. Daarnaast zijn er verschillende ‘‘huismannen’’ die ieder een aantal etages onder hun hoede nemen. De huismannen zorgen ervoor dat de kamermeisjes voldoende linnen hebben en voldoende supplies (shampoo, badmutsen, koffiebekers, koffiepad’s etc). Dan zijn er twee floor supervisor’s. Die checken de kamers nadat ze zijn schoongemaakt (niet allemaal, meer steekproefsgewijs) en zij communiceren met de huismannen. Daarnaast checken zij de kamers van de VIP’s en als er klachten van gasten komen, zijn zij ervoor om die op te lossen. De Housekeeping Coordinator zit op kantoor en neemt de telefoon op. De telefoontjes die de afdeling PBX (de telefooncentrale) binnenkrijgt, worden doorgezet naar de Housekeeping Coordinator. Verder communiceert de coördinator met de supervisors en de huismannen. De coördinator begint altijd om zes uur en start dan met het maken van de schoonmaakroosters. 


De kamers worden verdeeld onder de dames (waar weer honderd verschillende regels en uitzonderingen voor zijn), en dat is lastiger dan het lijkt. Van zes tot acht is het een soort race tegen de klok voor de housekeeping coordinator, want stipt acht uur moet de indeling klaar zijn want dan is het welkomspraatje van de Manager waarna de dames aan de slag gaan. Er komt nog heel wat bij kijken, bij het werk van een Coördinator en dat had ik nooit verwacht. Het lijkt wel alsof ik in een heel ander bedrijf ineens werk. Ik hielp Sarah bij haar werk, zij leerde mij woordjes Spaans, ik leerde haar Nederlands. Omdat Sarah om zes uur was begonnen en ik om acht uur ging zij om half drie naar huis. Een floor supervisor kwam bij mij zitten om de telefoon te beantwoorden en mij uitleg te geven over de administratie. Het enige hele lastige van dit verhaal is dat ik geen word Spaans kan behalve ‘‘Vamos a la Playa’’ (laten we naar het strand gaan). En met dat zinnetje schiet ik niet heel veel op. Omdat de meeste dames geen woord Engels kunnen is communiceren best lastig. En daardoor kan ik vaak de telefoon niet beantwoorden wanneer de dames bellen of één van de huismannen. Dat frustreert. De housekeeping manager gaf aan dat ik echt Spaans moet gaan leren, maar voor de komende vijf weken heeft dat niet heel veel zin. Ik doe in ieder geval mijn best en begroet de kamermeisjes al met ‘‘Buenos Dias’’. Waarbij zij vaak moeten glimlachen. Zo komen we er wel.

Om half vijf was ik klaar met werken en ging ik naar huis. Na mijn pak omgewisseld te hebben voor een kort broekje liep ik weer naar mijn auto om even naar het Verdugo park te gaan. Het was niet druk, het is ook een klein parkje, maar ik parkeerde mijn auto en lag al snel met boek en al in het gras. In de zon. Het mooie weer hier verveelt nooit. Wat het weer betreft kan ik hier wel honderd jaar blijven wonen, heer-lijk!

Dinsdagochtend ging om half 5 mijn wekker, een onmenselijk tijdstip. Ik trok mijn kleren aan, deed wat make-up op. Bijna geen foundation, want dat is niet meer nodig nu ik geen spierwitte-Nederlandse-winter-kleur op mijn gezicht heb. Maar gewoon lekker bruin ben. Om zes uur hielp ik Sarah met het maken van de indeling voor de kamermeisjes. Een heel werk en net een puzzel. Ik schreef vijf a4-tjes vol met aantekeningen en om negen uur toen we pauze hadden had ik het gevoel alsof ik er al een hele dag op had zitten. Toch vloog de tijd want om half drie stonden we weer bij het klokapparaat en liepen we naar onze auto’s. Uit mijn werk ging ik meteen naar Ralph’s (de supermarkt), waar ik bij de kassa voor het eerst meemaakte dat iemand even ging betalen met coupons. Hier in Amerika krijg je ongeveer overal korting op wanneer je enquêtes invult, bepaalde acteproducten koopt, bepaalde reclamefolders leest etcetera. De vrouw voor mij had voor $263 aan boodschappen op de band staan en nadat ze al haar coupons had ingeleverd hoefde ze nog maar $41 te betalen. Gewoon $222 dollar bespaart. Ik stond bijna met open mond te kijken. DAT WIL IK OOK.

Mijn middag bracht ik verder door bij de Starbucks op het terras. Waar ik netjes wat mailtjes aan het beantwoorden was en op het AllesAmerika forum aan het rondkijken was. Tot er iemand achter mij kwam zitten die zo hard zat te slurpen dat ik wel om moest kijken. Wat ik per ongeluk ook deed, waarna meneer zei ‘’Slurp ik te hard?’’ Ik verontschuldigde me meteen en na 152 sorry’s vroeg meneer wat ik aan het doen was (eh Pardon?). Ik vertelde hem dat ik hier voor een jaar was en een beetje aan het rondzoeken was op internet naar hotels in Las Vegas, tips voor San Francisco en nieuws in LA voor mijn Linda-column. Hij vertelde dat hij bij de NBC-studios werkt, al 35 jaar in Burbank woont en dat wanneer ik vragen heb, hem echt moest bellen (eh ja, handig als je niet je telefoonnummer geeft). Saved by the bell kwamen er net twee collega’s van hem langs lopen, stond hij op en begon met zijn collega’s te praten. Ik richtte me weer op mijn laptop en na tien minuten vertrok de meneer samen met zijn collega’s. Best bijzonder dit en weer heb ik kennis gemaakt met het oppervlakkige van Amerikanen.

Ik ging vroeg naar bed, nadat ik even gesport had op mijn balkon. Ondanks dat ik heel slank ben vergeleken met 90 procent van mijn collega's wil ik toch weer even aan mijn sixpack werken (grapje). Ik ben weer begonnen met 30 day Shred zodat ik over 30 dagen weer buikspieren heb. Al doe ik het meer om mijn bijna-dagelijkse chocolate chip cookies te compenseren. 


Mijn wekker ging vanmorgen weer om half vijf. Het irritante aan deze tijden is dat contact onderhouden met Nederland ongeveer onmogelijk is. Als ik werk is het bij jullie middag en avond. En als ik klaar ben met werken, slapen jullie. Wanneer ik slaap, zijn jullie aan het werk en zo gaat het cirkeltje door. Tijd voor Facetime of Skype is er niet echt.

Vandaag was het wederom hard werken tussen zes en acht ’s ochtends. Even lekker rustig wakker worden zit er niet in. Sarah liet mij zoveel mogelijk doen en vond dat ik ‘’a smart girl’’ was. Heel soms zijn Amerikaanse complimenten wel leuk. Na mijn werk ging ik even naar wat winkels op zoek naar ongelooflijk lelijke, maar vooral goed zitten en ‘‘gezonde/medische’’ schoenen. Want vanaf morgen mag ik de Floor Supervisor assisteren wat betekent dat ik de hele dag ga lopen. En helaas passen mijn hakken daar niet echt goed bij. Dus die moet ik inwisselen voor lekkere-makkelijke-schoenen. Aiii. Maar ik ben geslaagd, en nee ik ga geen foto plaatsen want ze zijn té lelijk. Daarnaast heb ik nog twee hele mooie pantalons gekocht en omdat ik een enquête had ingevuld kreeg ik ook nog even 10 dollar korting. Langzaamaan word ik ook goed in coupon-shoppen!

 

 

zondag 16 maart 2014

''And I smile, and I cry, and I smile, and wish you were here.''

Vrijdag was mijn tweede vrije dag en ik was al heel vroeg wakker. Ik had de avond ervoor uitgezocht wat ik zou gaan doen en ik had voor iets sportiefs gekozen; hiking. Eigenlijk gewoon een wandeling door bergen of heuvels. Dus trok ik mijn hardloopschoenen aan, om er toch een beetje sportief uit te zien. Ik reed  met de auto naar Griffith Park. Mijn doel was om the Griffith Observatory te bezoeken, een soort sterrenwacht op de Hollywood-berg. Je kan er ook met de auto naar toe rijden, maar de wandeling naar boven scheen heel mooi te zijn. Dus waagde ik me daaraan. Gewapend met een flesje water en zonnebril liep ik naar boven. Wat wel redelijk pittig was, het was warm, weinig schaduw en best een steile weg. Maar het was het waard, onderweg stopte ik af en toe om het uitzicht te bekijken, op een of andere manier heeft het Hollywood-sign altijd iets magisch. 


Na wat bloed, zweet en tranen was ik boven en werd ik verrast met een waan-zin-nig uitzicht. Het Hollywood sign in de bergen, de  skyline van LA aan de andere kant. Het was adembenemend mooi. Vooral ook omdat het nog iets mistig was, waardoor er een soort waas om LA heen hing.



Ik maakte foto’s, bleef even staren naar het uitzicht, besefte me weer even dat dit geen droom was en ik echt wóón in deze stad. 
 



Toen ik een rondje had gelopen rond the Observatory zocht ik even een plekje op om te zitten en gewoon even mensen te kijken. Ik zag een schoolklas met zo’n dertig kinderen van rond de zes, zeven jaar. Op drie na waren ze allemaal te dik. Verbazingwekkend hoe ongezond de meeste kinderen hier worden opgevoed, geen wonder dat bijna de helft van de Amerikanen obesitas heeft. In en in triest. En natuurlijk waren de Chinezen en Japanners ook weer volop vertegenwoordigd bij deze toeristische trekpleister. Na een half uurtje hield ik het voorgezien en ging op weg naar beneden. Niet helemaal succesvol, want halverwege de afdaling kwam ik erachter dat ik op het verkeerde pad liep. Dus weer terug omhoog en een andere route naar beneden kiezen. Mijn richtingsgevoel is nog niet helemaal perfect.

Eenmaal beneden deed ik een poging om in mijn auto mijn bikini aan te trekken, wat nogal een gedoe is, weet ik inmiddels uit ervaring. Mijn volgende bestemming was namelijk Santa Monica en ik zag het niet helemaal zitten om mij midden op het strand om te kleden. Dus nadat ik mijn bikini had aangetrokken, een kort broekje en een hempje, startte ik de auto en reed naar Santa Monica. Waar ik een half uur later netjes mijn auto parkeerde en naar het strand liep. 


Santa Monica is zo anders dan het stukje Malibu dat ik gezien heb. Santa Monica is wat meer levendiger, er zijn meer winkels, er is een groot stuk gras voor het strand en de pier maakt het helemaal af waardoor ik altijd net het gevoel heb dat ik in een film of een ansichtkaart loop. Op het strand was het niet heel druk, maar het was warm en er stond een heel zacht briesje. Ideaal weer om bruin te worden. Dus pakte ik mijn boek erbij, legde mijn handdoek in het zand en voelde me even later weer Queen of the Beach.
 
Na een paar uur hield ik het voorgezien en liep weer naar de auto, op weg naar het Burbank Town Center. Waar ik een burritto at bij een Mexicaans tentje. Die perfect was, want het concept was dat je je eigen burritto moest samenstellen. Ik koos voor veel groenten, wat bonen, een beetje kip, veel sla en een klein lepeltje salsa-saus en even later zat ik op het terras te eten. Heerlijk! Als dessert koos ik voor Yoghurtland, mijn nieuwe favoriete winkel. Kies een bakje naar keuze, loop langs de verschillende ijs-automaten, kies je lievelings smaken en trek aan de hendel en doe er zoveel ijs in als je wilt. Daarna kan je kiezen uit zo’n dertig toppings en uiteindelijk zet je je bakje op een weegschaal en betaal je naar het gewicht van de inhoud. Een soort Swirl maar dan veel uitgebreider. I like it!
Eenmaal thuis nam ik een douche en kroop ik in bed met mijn laptop om Wie is de Mol te kijken. Ik blijf erbij dat Suzan de Mol is, al heb ik het ieder jaar fout, dus dat zou dit jaar ook wel weer verwacht ik.
Zaterdag was mijn allerlaatste dag op de PBX afdeling. Omdat ik pas om één uur hoefde te beginnen ging ik eerst met laptop naar Barnes & Noble om ideeën op te doen voor mijn nieuwe artikel voor de Linda en nog even wat e-mails te sturen. Ik zocht wat op op mijn telefoon en klikte per ongeluk mijn dagen-aftel app aan. Die nog stond ingesteld op mijn vertrek dag naar LA, 29 januari. Ik zag dat het al 45 dagen geleden was dat ik naar LA vertrok en werd daar even door overvallen. Al 45 dagen dat ik mijn ouders niet in het echt heb gezien,  m’n broertje niet heb gezien, vrienden en andere familie niet heb gezien. 45 Dagen geleden dat ik bij de paspoortcontrole stond en nog één keer goed achterom keek. En mijn ouders zag die hun duimen opstaken en 100 kushandjes mijn kant op bliezen, Frank die hard zwaaide, m’n opa en oma die zo trots stonden te kijken, mijn oom en tante die  naast mijn ouders stonden en samen met mijn nichtjes heel hard ‘’doei’’ riepen. Het gevoel dat ik had toen ik ze eenmaal niet meer kon zien. Toen ik in het vliegtuig zat op weg naar mijn droom en mijn nieuwe leven. In één keer kwam ineens alles weer even voorbij. En ik schrok ervan hoe ik daar door werd overvallen.
Natuurlijk spreek ik bijna iedere dag wel iemand via Facetime, Skype of Viber, maar dat is toch anders. Ik miste het even om gewoon een knuffel te krijgen van iemand. Ik besefte me dat 1/8e van mijn LA-avontuur al voorbij is. Dat de tijd vliegt maar dat het ookal zolang geleden is dat ik met een vertrouwd iemand zat te kletsen face to face. Ik verlangde er even naar om alles te kunnen laten zien wat ik hier mee maak, om het gevoel te delen wat ik heb als ik op de Freeway rijd of op het strand lig, of door de gangen op mijn werk loop, het gevoel dat ik dit allemaal zelf heb gedaan. Alles zelf geregeld. Ik verlangde ernaar om even te kunnen delen hoe trots ik stiekem ben dat ik, 23-jarig meisje uit Ermelo hier gewoon in mijn zelf gekochte auto de weg kan vinden in deze wereldstad. Trots dat ik nog geen één keer de moed heb laten zakken en het eerste de beste vliegtuig naar huis heb gepakt. Trots dat ik het red hier, in een vreemde stad, met vreemde gewoontes en vreemde mensen. Aan de ene kant miste ik Nederland heel even. Aan de andere kant was ik heel blij met wat ik hier heb en wat ik hier doe en meemaak. Ik haalde even diep adem en besloot om even met mijn moeder te kletsen. Dat was fijn en tien minuten later voelde ik me weer vrouw van de wereld. ‘‘Let’s kick some *ss!’’

En zo voelde ik me ook toen ik ’s middags weer op mijn werk was, waar collega’s mij begroeten met ‘‘Hey Anne!’’, waar de front office manager mij belde en vroeg of ik langs kon komen op zijn kantoor. Ik liep daarnaar toe en wist niet zo goed wat mij te wachten stond. Hij vertelde hoe blij hij was dat ik hier werkte en dat ondanks dat ik hier nog maar zes weken, ik al echt een toegevoegde waarde ben (hoe Amerikaans), en omdat het Front-Desk recognizing week is gaf hij mij een kaartje met (natuurlijk) chocola en ander snoep. ‘‘We are glad to have you as part of our TEAM!’’

 

Bijzonder, zo’n kaart heb ik nog nooit gehad, misschien omdat het heel Amerikaans is, maar het voelde toch wel heel goed. Om op zo’n manier gewaardeerd te worden. Als ik later manager ben in een hotel ga ik dat ook doen voor mijn medewerkers. Het is zo belangrijk om medewerkers te waarderen, dat maakt dat ze extra hard voor je werken én met plezier naar hun werk gaan.  Dat heb ik nu wel gemerkt.
Omdat ik morgen begin op de Housekeeping (huishouding) als supervisor en 80% van de medewerkers Spaans is, wordt dat nogal een uitdaging. Iedere front-desk collega die ik vertelde dat ik naar Housekeeping ga, wenste me enorm veel succes en maakte mij nogal bang. Ze waren blij dat ze niet in mijn schoenen stonden, ze vertelden dat niet alle medewerkers daar zo aardig zijn en dat Spaans kunnen wel een must is. Ik zelf kijk er juist wel naar uit, ik ben blij met een nieuwe uitdaging en heb nog nooit op Housekeeping gewerkt. En wanneer krijg je nou de kans om zes weken lang een kijkje te kunnen nemen op zo’n afdeling. Maar mijn collega’s besloten mij te helpen en mij Spaans te gaan leren. Best lief, aangezien de enige zin die ik ken ‘‘Vamos a la playa’’ is. En ik daarmee niet heel ver kom wanneer ik kamermeisjes aan moet sturen. Dus begonnen ze met lijsten te maken met de meest belangrijke woorden en leerden mij nieuwe zinnen. 

Overigens ben ik drie kwart alweer vergeten, maar het gebaar was lief! De avond ging heel snel en voor ik het wist was het alweer half tien en was daarbij het einde van mijn PBX-avontuur aangebroken. Nooit meer; ‘‘Thank you for calling (Hotelnaam), this is Anne, how may I assist you?’’ en ‘‘My pleasure to connect you to Housekeeping/Front Desk/Valet Parking etc!’’ Best gek, maar begin mei kom ik weer terug om te werken op de Front Desk tot eind september. Maar eerst het Housekeeping avontuur overleven!
Vandaag was ik weer vrij, en omdat ik de afgelopen zondagen alleen maar heb gewerkt leek het mij wel interessant om een kerk te bezoeken. Ik heb de afgelopen tijd gemerkt dat het geloof hier heel belangrijk is voor de mensen. Bijna al mijn collega’s zijn erg gelovig, praatten veel over God en ook alles wat ze posten op Instagram of Facebook heeft altijd wel met God te maken. Omdat ik wel heel benieuwd was naar hoe een kerkdienst hier gaat, eigenlijk wilde ik in NYC al naar een kerkdienst maar is het daar nooit van gekomen, greep ik vanmorgen mijn kans. En zo zat ik om 11:00 uur in de First Christian Church of Burbank. 

Volgens mij is First Christian weer een aparte stroming binnen het Christendom maar daar ben ik nog niet helemaal uit. Het was in ieder geval een belevenis. De kerk zat niet heel vol, er waren ongeveer dertig mensen. Wat waarschijnlijk komt omdat heel Burbank vol staat met kerken en er dus heel veel keuze is uit verschillende kerken. Er was een beamer (lekker modern!), een band en een dominee die gewoon in zijn t-shirt stond. Er werd gezongen, er was een preek en het was wel gek om dat in het Engels mee te maken. Zo hadden ze het over John the Baptist, Johannes de Doper en over Saint Peter, de discipel Petrus. Na de preek was er avondmaal en werd er voor in de kerk brood op twee schalen gelegd waarmee twee mensen de kerk doorgingen. Je moest zelf een stukje brood afbreken van het grote brood (eigenlijk wel een mooi iets) en kreeg een klein cupje met wijn. Het brood mocht je meteen op eten. De wijn deed iedereen tegelijk. En volgens mij vieren ze daar iedere week avondmaal want in de kerkbank was zelfs een gaatje geboord waar precies het cupje voor de wijn inpaste. Daar is over nagedacht. Na een uur was het afgelopen en liep ik weer naar mijn auto. De volgende keer wil ik naar een echte gospel kerkdienst. Iets wat je altijd in films ziet. Dat lijkt me wel wat en nu ik hier toch ben, moet ik wel alles meegemaakt hebben.

Ik twijfelde even om naar Griffith park te gaan of naar het strand, maar koos uiteindelijk voor het strand. En met mij ongeveer de halve bevolking want ik stond 1,5 uur in de file. Inmiddels weet ik wat pas echt file is, stilstaan op een snelweg van 10 rijbanen. Een file in Nederland stelt daar niets meer bij voor. Maar ik word langzaam al een echte Angelino (inwoner van LA) want zonder te schelden en te tieren sloot ik achteraan in de file aan. Ik manoeuvreerde mijn auto van rijbaan één naar baan acht omdat ik zeker wist dat die baan sneller ging. Wat ook het geval was, tot ik eenmaal in baan acht stond. Toen was baan één natuurlijk sneller. Ik opende mijn zakje Nacho Chips (in het weekend mag dat, chips eten), je moet er toch wat van maken. Met als gevolg dat mijn hele auto nu stinkt naar Nacho Cheese Tortilla Chips en mijn stuur oranje is. Morgen maar even schoonmaken.
 
Toen ik eindelijk mijn auto had geparkeerd was ik zo gelukkig als een klein kind en kon niet wachten om mijn handdoek weer neer te leggen in het zand. Met 30 graden was het heerlijk om op het strand te zijn. Ik smeerde mij in met zonnebrandcrème, deed mijn zonnebril op, maakte een knot boven op mijn hoofd en deed niets anders dan genieten. Het leven in LA is zó zwaar!
Het viel mij op hoeveel mensen alleen op het strand lagen. Natuurlijk waren er veel gezinnen, maar er waren ook heel veel meiden en jongens die in hun eentje naar het strand waren gekomen. Wat in Nederland vaak gek is, dingen alleen doen, is hier heel normaal. Ik hou daar altijd wel fijn, zo voel ik mij nooit zo alleen.
Om zes uur deed ik een poging om de stad uit te komen en met een kwartier vertraging reed ik even later weer op de freeway. Met een perfecte zonsondergang op rechts, het Hollywood-sign op links en Gavin Degraw door de speakers (‘‘He California, I think I love you!’’), voelde ik me voor even weer queen of the world…