zondag 16 maart 2014

''And I smile, and I cry, and I smile, and wish you were here.''

Vrijdag was mijn tweede vrije dag en ik was al heel vroeg wakker. Ik had de avond ervoor uitgezocht wat ik zou gaan doen en ik had voor iets sportiefs gekozen; hiking. Eigenlijk gewoon een wandeling door bergen of heuvels. Dus trok ik mijn hardloopschoenen aan, om er toch een beetje sportief uit te zien. Ik reed  met de auto naar Griffith Park. Mijn doel was om the Griffith Observatory te bezoeken, een soort sterrenwacht op de Hollywood-berg. Je kan er ook met de auto naar toe rijden, maar de wandeling naar boven scheen heel mooi te zijn. Dus waagde ik me daaraan. Gewapend met een flesje water en zonnebril liep ik naar boven. Wat wel redelijk pittig was, het was warm, weinig schaduw en best een steile weg. Maar het was het waard, onderweg stopte ik af en toe om het uitzicht te bekijken, op een of andere manier heeft het Hollywood-sign altijd iets magisch. 


Na wat bloed, zweet en tranen was ik boven en werd ik verrast met een waan-zin-nig uitzicht. Het Hollywood sign in de bergen, de  skyline van LA aan de andere kant. Het was adembenemend mooi. Vooral ook omdat het nog iets mistig was, waardoor er een soort waas om LA heen hing.



Ik maakte foto’s, bleef even staren naar het uitzicht, besefte me weer even dat dit geen droom was en ik echt wóón in deze stad. 
 



Toen ik een rondje had gelopen rond the Observatory zocht ik even een plekje op om te zitten en gewoon even mensen te kijken. Ik zag een schoolklas met zo’n dertig kinderen van rond de zes, zeven jaar. Op drie na waren ze allemaal te dik. Verbazingwekkend hoe ongezond de meeste kinderen hier worden opgevoed, geen wonder dat bijna de helft van de Amerikanen obesitas heeft. In en in triest. En natuurlijk waren de Chinezen en Japanners ook weer volop vertegenwoordigd bij deze toeristische trekpleister. Na een half uurtje hield ik het voorgezien en ging op weg naar beneden. Niet helemaal succesvol, want halverwege de afdaling kwam ik erachter dat ik op het verkeerde pad liep. Dus weer terug omhoog en een andere route naar beneden kiezen. Mijn richtingsgevoel is nog niet helemaal perfect.

Eenmaal beneden deed ik een poging om in mijn auto mijn bikini aan te trekken, wat nogal een gedoe is, weet ik inmiddels uit ervaring. Mijn volgende bestemming was namelijk Santa Monica en ik zag het niet helemaal zitten om mij midden op het strand om te kleden. Dus nadat ik mijn bikini had aangetrokken, een kort broekje en een hempje, startte ik de auto en reed naar Santa Monica. Waar ik een half uur later netjes mijn auto parkeerde en naar het strand liep. 


Santa Monica is zo anders dan het stukje Malibu dat ik gezien heb. Santa Monica is wat meer levendiger, er zijn meer winkels, er is een groot stuk gras voor het strand en de pier maakt het helemaal af waardoor ik altijd net het gevoel heb dat ik in een film of een ansichtkaart loop. Op het strand was het niet heel druk, maar het was warm en er stond een heel zacht briesje. Ideaal weer om bruin te worden. Dus pakte ik mijn boek erbij, legde mijn handdoek in het zand en voelde me even later weer Queen of the Beach.
 
Na een paar uur hield ik het voorgezien en liep weer naar de auto, op weg naar het Burbank Town Center. Waar ik een burritto at bij een Mexicaans tentje. Die perfect was, want het concept was dat je je eigen burritto moest samenstellen. Ik koos voor veel groenten, wat bonen, een beetje kip, veel sla en een klein lepeltje salsa-saus en even later zat ik op het terras te eten. Heerlijk! Als dessert koos ik voor Yoghurtland, mijn nieuwe favoriete winkel. Kies een bakje naar keuze, loop langs de verschillende ijs-automaten, kies je lievelings smaken en trek aan de hendel en doe er zoveel ijs in als je wilt. Daarna kan je kiezen uit zo’n dertig toppings en uiteindelijk zet je je bakje op een weegschaal en betaal je naar het gewicht van de inhoud. Een soort Swirl maar dan veel uitgebreider. I like it!
Eenmaal thuis nam ik een douche en kroop ik in bed met mijn laptop om Wie is de Mol te kijken. Ik blijf erbij dat Suzan de Mol is, al heb ik het ieder jaar fout, dus dat zou dit jaar ook wel weer verwacht ik.
Zaterdag was mijn allerlaatste dag op de PBX afdeling. Omdat ik pas om één uur hoefde te beginnen ging ik eerst met laptop naar Barnes & Noble om ideeën op te doen voor mijn nieuwe artikel voor de Linda en nog even wat e-mails te sturen. Ik zocht wat op op mijn telefoon en klikte per ongeluk mijn dagen-aftel app aan. Die nog stond ingesteld op mijn vertrek dag naar LA, 29 januari. Ik zag dat het al 45 dagen geleden was dat ik naar LA vertrok en werd daar even door overvallen. Al 45 dagen dat ik mijn ouders niet in het echt heb gezien,  m’n broertje niet heb gezien, vrienden en andere familie niet heb gezien. 45 Dagen geleden dat ik bij de paspoortcontrole stond en nog één keer goed achterom keek. En mijn ouders zag die hun duimen opstaken en 100 kushandjes mijn kant op bliezen, Frank die hard zwaaide, m’n opa en oma die zo trots stonden te kijken, mijn oom en tante die  naast mijn ouders stonden en samen met mijn nichtjes heel hard ‘’doei’’ riepen. Het gevoel dat ik had toen ik ze eenmaal niet meer kon zien. Toen ik in het vliegtuig zat op weg naar mijn droom en mijn nieuwe leven. In één keer kwam ineens alles weer even voorbij. En ik schrok ervan hoe ik daar door werd overvallen.
Natuurlijk spreek ik bijna iedere dag wel iemand via Facetime, Skype of Viber, maar dat is toch anders. Ik miste het even om gewoon een knuffel te krijgen van iemand. Ik besefte me dat 1/8e van mijn LA-avontuur al voorbij is. Dat de tijd vliegt maar dat het ookal zolang geleden is dat ik met een vertrouwd iemand zat te kletsen face to face. Ik verlangde er even naar om alles te kunnen laten zien wat ik hier mee maak, om het gevoel te delen wat ik heb als ik op de Freeway rijd of op het strand lig, of door de gangen op mijn werk loop, het gevoel dat ik dit allemaal zelf heb gedaan. Alles zelf geregeld. Ik verlangde ernaar om even te kunnen delen hoe trots ik stiekem ben dat ik, 23-jarig meisje uit Ermelo hier gewoon in mijn zelf gekochte auto de weg kan vinden in deze wereldstad. Trots dat ik nog geen één keer de moed heb laten zakken en het eerste de beste vliegtuig naar huis heb gepakt. Trots dat ik het red hier, in een vreemde stad, met vreemde gewoontes en vreemde mensen. Aan de ene kant miste ik Nederland heel even. Aan de andere kant was ik heel blij met wat ik hier heb en wat ik hier doe en meemaak. Ik haalde even diep adem en besloot om even met mijn moeder te kletsen. Dat was fijn en tien minuten later voelde ik me weer vrouw van de wereld. ‘‘Let’s kick some *ss!’’

En zo voelde ik me ook toen ik ’s middags weer op mijn werk was, waar collega’s mij begroeten met ‘‘Hey Anne!’’, waar de front office manager mij belde en vroeg of ik langs kon komen op zijn kantoor. Ik liep daarnaar toe en wist niet zo goed wat mij te wachten stond. Hij vertelde hoe blij hij was dat ik hier werkte en dat ondanks dat ik hier nog maar zes weken, ik al echt een toegevoegde waarde ben (hoe Amerikaans), en omdat het Front-Desk recognizing week is gaf hij mij een kaartje met (natuurlijk) chocola en ander snoep. ‘‘We are glad to have you as part of our TEAM!’’

 

Bijzonder, zo’n kaart heb ik nog nooit gehad, misschien omdat het heel Amerikaans is, maar het voelde toch wel heel goed. Om op zo’n manier gewaardeerd te worden. Als ik later manager ben in een hotel ga ik dat ook doen voor mijn medewerkers. Het is zo belangrijk om medewerkers te waarderen, dat maakt dat ze extra hard voor je werken én met plezier naar hun werk gaan.  Dat heb ik nu wel gemerkt.
Omdat ik morgen begin op de Housekeeping (huishouding) als supervisor en 80% van de medewerkers Spaans is, wordt dat nogal een uitdaging. Iedere front-desk collega die ik vertelde dat ik naar Housekeeping ga, wenste me enorm veel succes en maakte mij nogal bang. Ze waren blij dat ze niet in mijn schoenen stonden, ze vertelden dat niet alle medewerkers daar zo aardig zijn en dat Spaans kunnen wel een must is. Ik zelf kijk er juist wel naar uit, ik ben blij met een nieuwe uitdaging en heb nog nooit op Housekeeping gewerkt. En wanneer krijg je nou de kans om zes weken lang een kijkje te kunnen nemen op zo’n afdeling. Maar mijn collega’s besloten mij te helpen en mij Spaans te gaan leren. Best lief, aangezien de enige zin die ik ken ‘‘Vamos a la playa’’ is. En ik daarmee niet heel ver kom wanneer ik kamermeisjes aan moet sturen. Dus begonnen ze met lijsten te maken met de meest belangrijke woorden en leerden mij nieuwe zinnen. 

Overigens ben ik drie kwart alweer vergeten, maar het gebaar was lief! De avond ging heel snel en voor ik het wist was het alweer half tien en was daarbij het einde van mijn PBX-avontuur aangebroken. Nooit meer; ‘‘Thank you for calling (Hotelnaam), this is Anne, how may I assist you?’’ en ‘‘My pleasure to connect you to Housekeeping/Front Desk/Valet Parking etc!’’ Best gek, maar begin mei kom ik weer terug om te werken op de Front Desk tot eind september. Maar eerst het Housekeeping avontuur overleven!
Vandaag was ik weer vrij, en omdat ik de afgelopen zondagen alleen maar heb gewerkt leek het mij wel interessant om een kerk te bezoeken. Ik heb de afgelopen tijd gemerkt dat het geloof hier heel belangrijk is voor de mensen. Bijna al mijn collega’s zijn erg gelovig, praatten veel over God en ook alles wat ze posten op Instagram of Facebook heeft altijd wel met God te maken. Omdat ik wel heel benieuwd was naar hoe een kerkdienst hier gaat, eigenlijk wilde ik in NYC al naar een kerkdienst maar is het daar nooit van gekomen, greep ik vanmorgen mijn kans. En zo zat ik om 11:00 uur in de First Christian Church of Burbank. 

Volgens mij is First Christian weer een aparte stroming binnen het Christendom maar daar ben ik nog niet helemaal uit. Het was in ieder geval een belevenis. De kerk zat niet heel vol, er waren ongeveer dertig mensen. Wat waarschijnlijk komt omdat heel Burbank vol staat met kerken en er dus heel veel keuze is uit verschillende kerken. Er was een beamer (lekker modern!), een band en een dominee die gewoon in zijn t-shirt stond. Er werd gezongen, er was een preek en het was wel gek om dat in het Engels mee te maken. Zo hadden ze het over John the Baptist, Johannes de Doper en over Saint Peter, de discipel Petrus. Na de preek was er avondmaal en werd er voor in de kerk brood op twee schalen gelegd waarmee twee mensen de kerk doorgingen. Je moest zelf een stukje brood afbreken van het grote brood (eigenlijk wel een mooi iets) en kreeg een klein cupje met wijn. Het brood mocht je meteen op eten. De wijn deed iedereen tegelijk. En volgens mij vieren ze daar iedere week avondmaal want in de kerkbank was zelfs een gaatje geboord waar precies het cupje voor de wijn inpaste. Daar is over nagedacht. Na een uur was het afgelopen en liep ik weer naar mijn auto. De volgende keer wil ik naar een echte gospel kerkdienst. Iets wat je altijd in films ziet. Dat lijkt me wel wat en nu ik hier toch ben, moet ik wel alles meegemaakt hebben.

Ik twijfelde even om naar Griffith park te gaan of naar het strand, maar koos uiteindelijk voor het strand. En met mij ongeveer de halve bevolking want ik stond 1,5 uur in de file. Inmiddels weet ik wat pas echt file is, stilstaan op een snelweg van 10 rijbanen. Een file in Nederland stelt daar niets meer bij voor. Maar ik word langzaam al een echte Angelino (inwoner van LA) want zonder te schelden en te tieren sloot ik achteraan in de file aan. Ik manoeuvreerde mijn auto van rijbaan één naar baan acht omdat ik zeker wist dat die baan sneller ging. Wat ook het geval was, tot ik eenmaal in baan acht stond. Toen was baan één natuurlijk sneller. Ik opende mijn zakje Nacho Chips (in het weekend mag dat, chips eten), je moet er toch wat van maken. Met als gevolg dat mijn hele auto nu stinkt naar Nacho Cheese Tortilla Chips en mijn stuur oranje is. Morgen maar even schoonmaken.
 
Toen ik eindelijk mijn auto had geparkeerd was ik zo gelukkig als een klein kind en kon niet wachten om mijn handdoek weer neer te leggen in het zand. Met 30 graden was het heerlijk om op het strand te zijn. Ik smeerde mij in met zonnebrandcrème, deed mijn zonnebril op, maakte een knot boven op mijn hoofd en deed niets anders dan genieten. Het leven in LA is zó zwaar!
Het viel mij op hoeveel mensen alleen op het strand lagen. Natuurlijk waren er veel gezinnen, maar er waren ook heel veel meiden en jongens die in hun eentje naar het strand waren gekomen. Wat in Nederland vaak gek is, dingen alleen doen, is hier heel normaal. Ik hou daar altijd wel fijn, zo voel ik mij nooit zo alleen.
Om zes uur deed ik een poging om de stad uit te komen en met een kwartier vertraging reed ik even later weer op de freeway. Met een perfecte zonsondergang op rechts, het Hollywood-sign op links en Gavin Degraw door de speakers (‘‘He California, I think I love you!’’), voelde ik me voor even weer queen of the world…

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten