Natuurlijk heb ik het overleeft afgelopen maandag, toen ik
van zeven tot tien uur ’s ochtends in mijn eentje de hele PBX-draaiende mocht
houden. Ik heb geen telefoontjes per ongeluk opgehangen in plaats van
opgenomen, ik heb geen mensen verkeerd doorverbonden, geen koffie over de
telefoon gegooid en geen enkele klagende collega op visite gehad. Missie geslaagd,
dacht ik zo. Maandag was ik om 2.15 alweer klaar met werken en reed ik snel
naar huis om een kort broekje aan te trekken en naar het Verdugo Park te
rijden. Het park is welgeteld vijf minuten rijden van mijn huis, maar net iets
te ver om te lopen, ik begin al enigszins op een luie Amerikaanse te lijken. Om
een uur of vijf had ik het wel gezien, ik had een heel boek uitgelezen en ik
begon honger te krijgen. Dus ging ik richting de Coffee Beans om daar met
laptop op het terras te gaan zitten en mijn tweede blog voor het JDRF te
schrijven. Voor de geïnteresseerden, mijn verhaal is hier te lezen.
Omdat ik ’s avonds wel zin had om iets te doen whatsappte ik
Veronica en zo zaten we om half acht bij de Starbucks in Hollywood. Mensen
bekijken en vooral véél kletsen. Het gekke aan Hollywood is dat het een totaal
andere wereld dan Burbank is, het is op tien minuten rijden afstand maar het is
zó anders. Alleen de mensen al. Zo zat er in de Starbucks een zwerver met
laptop te gamen en een koude, oude, McDonalds hamburger te eten. Naast ons zat
een nogal onverzorgd stevig mannetje onderuit gezakt op zijn stoel voor zich
uit te staren. Ondertussen kwam er een diva binnen met vijftien centimeter
hakken, een strak jurkje en een perfect kapsel. Aan de andere kant zat een
lange donkere man met zijn Ipod te spelen alsof zijn leven ervan afhing en even
later kwam er een stel binnen dat zo in de jaren zestig was blijven hangen.
Lekker hippie. Never a dull moment in Hollywood. In Burbank is het wat
burgerlijker. Het is er netjes, schoon, zo goed als geen toeristen en dan ook
zo goed als geen winkels gericht op toeristen. Het is echt een woonwijk achtige
buurt. Met een heel leuk ‘’towncenter’’, met terrassen, kledingzaken, bioscoop,
Ikea, Urban Outfitters, telefoonwinkels enzovoort. Om half tien was ik weer
thuis, nam ik een douche en ging mijn bed in.
Omdat ik dinsdag pas om half vier hoefde te werken, kon ik
eerst uitslapen. Ik ging ontbijten in de zon, op mijn balkon en nam een cracker met appelstroop (genieten tot de macht
vierentwintig, super thanks mam!), en een schaaltje yoghurt.
In ieder geval stond ik om één uur bij m’n lievelings Noah’s
New York om een bagel te kopen. Nu ik dit zo typt lijkt het net alsof mijn
leven alleen maar uit buiten de deur eten en drinken bestaat, maar dat zijn
moment opnamen, ik zit heus niet iedere dag bij een Bagelwinkel of
Koffie-zaak..
Maar ik genoot van mijn Bagel-moment in het zonnetje en ging
daarna naar huis om nog even wat op te ruimen en mijn jurkje te verwisselen
voor een net pak en nieuwe roze blouse. Die succes boekt, want ik krijg van
iedereen complimenten dat de kleur mij zo mooi staat. Zooo Amerikaans, net als
dat ik al 25 keer heb gehoord; ‘‘You’re so funny!’’, ‘I love your shoes!’’, ‘‘I
like the color of your hear!’’, ‘‘Wauw, you look so great today!’’. Ik moet
daar nog even aan wennen, het is natuurlijk een beetje aan de neppe kant al die
complimenten. Maar ik denk maar zo; beter dat ze iets positiefs zeggen dan ‘‘I
hate you!’’.
Op mijn werk was het erg rustig met maar één uitdaging, er
was een grote groep Russische gasten en Russen kunnen veel behalve Engels
praten. En dan dacht ik in het begin nog dat mijn Engels slecht was…. In ieder
geval duurde het uren voor het twaalf uur was, komt vooral omdat er weinig
telefoontjes waren en we weinig vouchers hoefden te schrijven. En als ik mezelf
niet bezig kan houden kijk ik constant naar de klok en word ik langzaam gek.
Maar zoals altijd werd het ook dinsdag weer twaalf uur en
een half uur later lag ik in bed. Ik hou ervan om zo dicht bij mijn werk te
wonen!
Woensdag was mijn vrijdag, de laatste dag voor ik twee dagen
vrij was. Heerlijk! En omdat ik toch echt theorie-examen moest gaan doen zocht
ik op internet welke formulieren ik nodig had. Pakte al mijn spullen, pasfoto’s,
visum, Nederlands rijbewijs en nog wat papieren en ik reed naar het DMV. En net
zoals ieder overheidsgebouw voelde ik me daar ook niet echt op mijn gemak.
Weer
was het vol met mensen, ik zie nooit enorme massa’s mensen hier in LA, behalve
wanneer ik bij een overheidsgebouw ben. Het DMV, het Social Security Office,
het Amerikaanse Consulaat.. Ik ging in de rij staan en toen ik aan de beurt was
en uitgelegd had dat ik voor mijn rijbewijs kwam vroeg de meneer naar mijn I-94
formulier. Ik liet hem de stempel zien die ze op LAX (het vliegveld) in mijn
paspoort hadden gezet en waar ook I-94 bij stond. Maar dat was helaas niet
voldoende, ik had een echt formulier nodig. Tot mijn verbazing schoot ik totaal
niet in de stress, ik vroeg aan de meneer waar ik dat formulier vandaan moest toveren
(ik zag mezelf al terug rijden naar het vliegveld…) en hij gaf mij een ander
boekwerk waarin stond dat ik via internet dat formulier op kon vragen en moest
printen, want ze hadden de code nodig die op dat formulier stond. De code
opschrijven was niet voldoende. Het moest uitgeprint worden. Dus vulde ik eerst
een ander papier in voor de aanvraag van mijn theorie-examen. Met de meest
gekke vragen, of ik orgaandonor wilde worden, of twee dollar per maand wilde doneren
om de orgaan-donorpromotie te ondersteunen. En nog een vraag over de politieke
voorkeur. Best aparte vragen voor op een aanvraagformulier voor een rijbewijs,
maar dit is Amerika. Daar kan dat allemaal.
Omdat ik thuis geen printer heb moest ik dat formulier op
mijn werk printen wat betekende dat ik woensdag geen theorie-examen meer kon
doen. Dus toen ging ik maar naar het Burbank TownCenter om een beetje winkels
te kijken en te skypen met Nederland bij de (jawel, alweer) Starbucks op het
terras.
Gistermiddag was ik om half vier weer present op mijn werk,
waar het in de back-office (dat is de achterzijde van de receptie, achter de
schermen zeg maar) vol hing met ballonnen en posters. Want het is front-desk
recognizing week. Wat inhoudt dat deze week de Front-Desk medewerkers ‘’erkent’’
worden en extra in het zonnetje gezet worden. En dat betekent dat er iedere dag
om half zes acht pizza’s bezorgd worden voor de Front Desk (en PBX, lucky me!)-
afdeling. Er zijn taarten, chocolaatjes in de vorm van puzzelstukjes (want je
maakt deel ui van een team bij de Front Desk..), collega’s bakken koekjes en
muffins en brownies en er hangen slingers. Een feestje vieren kunnen ze hier
wel. De Russische gasten waren vertrokken en het was een stuk drukker gelukkig.
Na vijf uur gewerkt te hebben moest ik achter een andere computer gaan zitten
voor ADA-training. ADA betekent American with Disabillities Act. Wat staat voor
Amerikanen met een handicap of aandoening. Het gaat er vooral om wat te doen
als er iemand komt inchecken die blind is, of doof, of niet kan praten. Wat je
moet doen als iemand een hulp hond mee neemt. Of zijn hulp-paard, ook dat kan
in Amerika. Ik heb het nog nooit gezien, iemand die een pony als hulphond
heeft, maar blijkbaar gebeurt dat hier ook. Ik blijf mij verbazen iedere dag
weer. Dankzij de training was het zo weer twaalf uur én daarmee was ik ook
meteen een ‘weekender’ geworden.
Vanmorgen stond ik om negen uur op, ik was van plan om naar
het strand te gaan. Eigenlijk had ik in de planning om naar het DMV te gaan,
maar soms ben ik nogal goed in uitstellen.. Dus deed ik mijn bikini alvast aan,
smeerde mezelf volledig in met zonnebrandcreme en trok een jurkje uit de kast.
Ondertussen kreeg ik van Veronica een whatsapp dat ze graag mee wilde en nadat
ik mijn Ramsö (parasol) bij de IKEA had gekocht (hier verkopen ze inderdaad
parasollen bij IKEA voor 10 dollar) ging ik richting Veronica. Toen ik haar had
opgehaald typte ik Malibu in op Google Maps en reden we naar hét strand
paradijs, Malibu. De weg ernaar toe was er weer één voor in de boekjes. Ik denk
erover dat ik een automatische camera aan moet schaffen voor in mijn auto want
ik rijd iedere keer langs zulke mooie plekjes en wil dan steeds foto’s maken.
Maar je telefoon gebruiken en auto rijden kost 160 dollar dus dat doe ik maar
niet. In ieder geval zagen we een geweldig berglandschap, reden door tunnels en
zagen in de verte de zee. Van mijn collega’s hoorde ik dat Zuma, één van de 30
stranden van Malibu een aanrader is en dus reden we daarnaar toe. We parkeerden
aan de straat en zochten een plekje op het strand.
We kletsen, lazen, bekeken de andere strand gasten. Veelal
locals.
Na het eten rekenden we af, en namen nog een
tijdschrift mee wat bij de uitgang lag over hotspots in Malibu. Leuk voor de
volgende keer, ik heb nog zóveel te ontdekken hier.
De weg naar huis duurde iets langer dan de heen weg. We
namen een andere route, eentje die sneller zou zijn volgens mijn vriend Google
Maps. We reden door Malibu richting Santa Monica volledig langs het strand. Zó
mooi met al die strandhuisjes en natuurlijk palmbomen. Het laatste stuk was
over de freeway en heel even waren we vergeten dat je die wegen in LA tussen 4
en 7 eigenlijk moet vermijden en we kwamen dan ook een paar keer lekker in de
file terecht. Maar mijn humeur kon bijna niet meer stuk. Het strand, Malibu,
eten op nog geen twintig meter van de zee, deze dag was perfect.
Morgen ben ik ook vrij en ik ga nu even aan de slag om een
planning te maken voor morgen. Ik heb mezelf voorgenomen om iedere dag dat ik
vrij ben iets nieuws te ondernemen. Zo zou het in theorie moet het lukken om na
12 maanden LA van binnen en van buiten te kennen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten