zaterdag 31 mei 2014

''Remember that life is not meant to be wasted.''


Geen bericht, goed bericht, ga daar maar van uit. Schreef ik de eerste maanden om de twee, drie dagen. Inmiddels ben ik druk met onregelmatig werken, met dinertjes, feestjes en af en toe de toerist uithangen.

Afgelopen zondag werkte ik weer van drie tot half twaalf, op zich vind ik dat nog niet eens zo erg. ’s Ochtends bleef ik in mijn bed liggen tot een uur of tien, ik kleedde me aan en at een cracker en ging in het zonnetje bij de Coffee Bean een skinny vanilla latte drinken en de Glamour lezen. Op en top Amerikaans voel ik me dan, omdat het hier dan vol zit met mensen die in hun eentje een koffie drinken, wat lezen, een beetje werken op hun laptop, of zitten te bellen. Toen ik weer thuis was keek ik nog even uitzending gemist en ging ik op weg naar mijn werk.

Daar was een bruiloft bezig met 500 gasten, was het op en top druk met als hoogtepunt dat een vrouw uit Porto Rico naar me toe kwam om te vragen of ze met mij op de foto mocht. Ze had nog nooit iemand uit Europa gezien (..), ik ben een heuse attractie aan het worden.

Maandagmorgen ging ik eerst even op zoek naar t-shirtjes, want ik had al weken geen nieuwe kleren gekocht en ik had ook nog een nieuwe broek en slippers nodig. Forever 21 is mijn nieuwe lievelingswinkel geworden en een uur later was ik weer twee nieuwe outfits en nieuwe slippers rijker.

Maandagmiddag moest ik weer werken, leerde ik een andere collega wat Nederlandse woorden. Hij wilde vooral weten wat beautiful in het Nederlands is en sindsdien noemt hij me constant ‘Miss Mooi’.

Dinsdag, mijn 'vrijdag' vloog voorbij. Ik begon de dag op mijn balkon met een bakje yoghurt en telegraaf.nl en keek RTL Boulevard terug. Daarna ruimde ik mijn huis wat op en ging een bagel eten bij Noah’s New York Bagels. Eenmaal thuis kleedde ik mij weer om en reed naar mijn werk. Checkte zo’n 80 gasten in, maakte vrienden met mensen uit Denemarken en gaf ze een voucher om een gratis film te kijken. ‘‘Omdat we bijna buren zijn, Nederland en Denemarken.’’ En omdat ze twee zoontjes hadden die waarschijnlijk om drie uur ’s nachts klaarwakker zouden zijn dankzij de jetlag.

Toen ik om half twaalf in mijn auto zat op weg naar huis was ik heel gelukkig, twee hele dagen achter elkaar vrij, het beste vooruitzicht ever! Eenmaal thuis vond ik op de trap een envelop van het DMV, Department for Motor Vehicles en wist ik bijna meteen wat dat moest zijn. Mijn rijbewijs! Vanaf nu heb ik officieel een Californische ID-kaart én rijbewijs. Op en top ingeburgerd na precies vier maanden.


Woensdagmorgen begon ik de dag met een paar afleveringen van Grey’s Anatomy en ging toen ontbijten bij de Starbucks met mijn laptop en de Cosmopolitan. Om half één reed ik richting Hollywood waar ik met Wendy en Isabelle (een vriendin van Wendy) had afgesproken om naar een interieurwinkel te gaan. Een hele mooie winkel, waar ik ongeveer verliefd werd op iedere bank, ieder kussentje en ieder bed. Vergeleken daarmee stelt het interieur in mijn huis niet zoveel voor, maar ach dat is maar voor een jaartje. Als ik ooit mijn penthouse heb in Manhattan dan hang ik een surfboard aan de muur, als herinnering aan Californie (ondanks dat ik hier nog nooit heb gesurfd). En koop ik een eettafel waar tien mensen aan kunnen zitten. En een bed met 28 kussens erop.


Na twee uur kwijlen was het tijd voor een lunch en gingen we naar Joan’s on Third. Een heel hip restaurant wat beroemd is geworden dankzij heel veel bloggers die daar altijd zitten. En voor het eerst in vier maanden at ik een sandwich met mozzarella en basilicum en tomaat. Het was heel even alsof ik in heaven was.


Na de lunch stapte Wendy bij mij in de auto en reden we naar Santa Monica voor een fietstochtje naar de Santa Monica Stairs, een beroemde/beruchte plek voor een work-out. Al was het enige wat wij deden mensen bekijken die zichzelf in het zweet werkten. Daarna fietsen we door naar Montana Avenue, een straat die meer voor de locals is en waar geen toerist te vinden is. We vonden een leuk koffie tentje met terras en gingen wat drinken met ons hoofd in de zon. Het LA-leven is zó perfect!



Na de koffie ging ik naar huis, deed even boodschappen en ging op bed tv kijken. En zette ik de wekker op acht uur.
Donderdagmorgen had ik met Marije afgesproken om samen te ontbijten en zo stapte ik stipt negen uur in de auto op weg naar Marije. Samen liepen we naar Kings Road Cafe om tussen de locals te ontbijten. We deelden eieren met spek (zó lang niet gegeten dat ik bijna niet meer wist hoe dat smaakte) en aten pancakes met blueberries (om het nog gezond te houden). Na het ontbijt liepen we terug naar Marije’s huis en gingen met haar auto op weg naar Ventura. Dinsdag had een gast die ik incheckte gezegd dat dat echt een leuke plek is om te bezoeken en om rond te hangen. Dus zo gezegd, zo gedaan, wij wilden dat wel eens zien. Het was een uurtje rijden en onderweg hielden we ons eigen foute uur en zongen mee met  Monique Smit, Vinzzent, en nog honderd kermisartiesten. Voor we het wisten hadden we de hele 101 Freeway afgereden en waren we in Ventura. We parkeerden bij Surf Beach tussen alle campers en grote auto’s met surfboarden op het dak. 

In de zee waren overal mensen aan het surfen en dat uitzicht was niet heel slecht. We liepen langs het strand, door de duinen en waanden ons even in Scheveningen. 

Even later namen we de auto weer richting Downtown Ventura waar we de winkeltjes gingen bekijken. Een heel Europees stadje is het. Met kleine restaurantjes, specialiteiten winkeltjes én zelfs een echte Rabobank. Toen we de hele winkelstraat en het gemeentehuis hadden gezien reden we door naar de haven.


Die was nogal uitgestorven, ondanks dat er veel boten lagen waren er weinig mensen te bekennen. Toch liepen we een rondje langs de haven, gingen nog even in het zonnetje zitten en maakten plannen voor de rest van de dag. 


We besloten om terug te gaan naar Marije’s huis en om s’avonds naar Date Night bij de Grove te gaan. Een arrangement inclusief diner, valet parking en bioscoopkaartjes.


Omdat we pas om half acht hadden gereserveerd gingen we eerst nog wat drinken bij de Coffee Bean en RTL late night terug kijken bij Marije thuis. Om kwart over zeven liepen we naar The Grove, haalden onze tickets op bij de Concierge en gingen naar het restaurant.
Wat nogal een bijzonder Italiaans restaurant was en me erg deed denken aan een partycentrum in Harderwijk. Met roodwit geblokte tafelkleedjes en gordijntjes.
We deelden een pizza en lasagne, kregen van de ober nog een gratis portie pasta in een goodybag mee naar huis (het blijft Amerika). En als dessert bestelden we een chocolade taart. Waar we na drie happen al vol van zaten.
Twee uur later zaten we in de bioscoop, we hadden de film Neighbours uit gekozen. Vooral vanwege Zac Efron, wat overigens ook de enige reden is om deze film te gaan kijken. Het verhaal is nogal simpel, erg voorspelbaar en erg Amerikaans. Het leuke was wel dat ik nu dingen herken en op details let waar ik vroeger nooit op lette. Zoals de huisnummers die op de stoep voor het huis staan. Of de vuilnisbakken die ze hier niet op de stoep zetten maar gewoon bijna midden op straat. Én op het einde van de film speelt Zac Efron een Abercrombie & Fitch Model en staat hij voor die winkel in zijn ontblote bovenlichaam. En die locatie herkende ik meteen, het was opgenomen bij de Abercrombie winkel op de Universal Citywalk, en dat is direct naast het hotel waar ik werk. Hoe leuk!

zaterdag 24 mei 2014

‘‘Time flies, when you’re having fun!’’


Maandagmorgen was ik al vroeg wakker. Ik ging even snel ontbijten en trok toen mijn hardloopoutfit onder het stof vandaan en ging voor het eerst sinds tijden (shame on me) weer even hardlopen. Ondanks dat ik hier niet mega ongezond eet, heb ik toch het gevoel dat het tijd wordt om wat meer te sporten. Toen ik op Housekeeping werkte, was trap lopen mijn workout, maar nu bij de Front Desk sta ik meer stil, dus tijd voor meer beweging. Ik begon met les 1 van Evy’s Start to Run, was na twee minuten rennen al volledig gebroken en kon me niet voorstellen hoe ik tot een half jaar geleden vijf kilometer achter elkaar kon rennen. Best frustrerend dat ik al mijn conditie kwijt ben. Maar ondanks dat ik uitgeput was na een half uur, sprong ik toch voldaan onder de douche en voelde ik me de rest van de dag enorm slank en healthy.


Na mijn douche reed ik naar de Starbucks waar ik met een green tea op het terras ging zitten en even met mijn moeder ging kletsen. Ik las nog even Telegraaf.nl en AD, en rond een uur of één reed ik weer naar huis. Op bed keek ik nog een paar afleveringen van Grey’s Anatomy en trok ik mijn werkoutfit aan.

Stipt drie uur was ik present voor mijn avonddienst, van 3 tot half twaalf. Ik was ingeroosterd om samen te werken met de Assistent Front Office Manager, die een iets andere manier van leiding geven heeft dan de manier waarop ik later manager wil worden. De eerste uren stond ik zelf gasten in te checken en na een paar uur riep ze mij bij zich en legde ze mij vanalles uit over haar werk. Ondanks dat ze nooit mijn beste vriendin zou worden, leerde ik toch wel het één en ander. En na een uur liet ze mij al alleen zitten en het werk doen, omdat ze pauze ging nemen. Een uitdaging. Maar wel leuk! De rest van de avond stond ik weer achter de Front Desk, grapjes te maken met collega’s en gasten in te checken.

Dinsdag werd ik om half negen fris en fruitig wakker en ging ik weer een rondje hardlopen. Het ging iets beter dan maandag en ik zag ook iets minder rood toen ik terug kwam. Na een douche en een banaan ging ik koffie drinken bij de Coffee Bean (ik moet toch iets doen om de tijd te doden voor ik naar m’n werk moet), en met wat mensen Facetimen die ik al honderd jaar niet gesproken had. ’s Middags keek ik nog even Uitzending Gemist en om half drie stapte ik weer in de auto naar mijn werk.


‘‘Bereid je voor, het is hectisch!’’ Zei een collega die ik tegenkwam in de gang. En daarmee was niets teveel gezegd. Ik liep naar de Front Desk, en de lobby zag zwart van de mensen. Ik logde in op een computer, riep ‘‘I can assist the next guest in line over here!!’’ en vanaf dat moment deed ik niets anders dan inchecken, kamersleutels maken en mensen teleurstellen dat hun kamer nog niet schoon was. Omdat het zo druk was, we hadden meer dan 300 check-ins, was ik iedere keer blij wanneer ik zag dat een kamer schoon was en ik de gast kon inchecken. Heel even deed dit me weer denken aan vroeger toen ik bij de bakker werkte en het Oudjaarsdag was. Verstand op nul en gaaaaaan. De meeste mensen waren begripvol en respectvol, op een enkeling na. Zo had ik een vrouw die kwam inchecken en waar de kamer schoon voor was. Zij blij, ik blij en zo snel als ik kon checkte ik haar ID, swypte haar creditcard en maakte de kamersleutel. ‘‘I’m sorry! Room 666? I don’t want that room, I can’t sleep in a room with with number 666. GIVE ME ANOTHER ROOM!’’ Ik als veel te nuchtere Nederlandse kon alleen maar denken; doe normaaaaaal. Maar ik bleef glimlachen, liep even weg om te ‘‘overleggen’’ met de supervisor en kwam weer terug met de mededeling dat ze deze kamer nu moest accepteren en  later in de avond terug kon komen om eventueel te wisselen. Omdat we overboekt waren kon ik ook geen kamers wisselen, dus dit was de enige optie. Ze ging uiteindelijk akkoord en liep weg.

Toen ik voor het eerst weer op de klok keek was het zes uur, en nam ik mijn eerste tien minuten pauze. De rest van de avond bleef het druk en een soort van gekkenhuis, de tijd vloog voorbij en stipt half twaalf klokte ik weer uit en liep naar mijn auto.

Woensdag had ik geen zin om te hardlopen, ik ben nog niet helemaal een echte LA-er en ben alleen healthy bezig wanneer ik er zin in heb. In ieder geval  deed ik ’s ochtends niet heel veel. Ik bleef in bed liggen tot tien uur, ging douchen, mijn huis een beetje opruimen, een bagel eten, Facetimen, Grey’s Anatomy kijken en  toen was het weer tijd om te werken. In tegenstelling tot dinsdag hadden we woensdag om drie uur nog maar veertig mensen om in te checken. Het was ongelooflijk rustig en dus duurde mijn shift nogal lang. Ik geef meer de voorkeur aan drukte, dan gaat de tijd tenminste snel. In ieder geval leerde ik mijn collega’s over Nederland, gingen ze op internet zoeken naar typisch Nederlandse dingen. Discussieerden we over ‘‘going Dutch’’, vroegen ze hoe vaak ik pillen gebruik met uitgaan (never) en hoevaak per week ik wiet rook (uhhh).  Ook wilden ze dat ik binnekort mijn klompen aandoe naar het werk en vroegen ze of mijn huis hier in LA ook volstaat met tulpen. Ik was zo met mijn gedachten bij Nederland dat ik toen ik een gast incheckte en vroeg of ze ook hun auto bij ons parkeerden doodleuk antwoordde met; ‘’selfparking will be 24 euro’s a night’’.  Na een halve minuut had ik zelf ook door dat het niet helemaal klopte wat ik zei en ook de gast moest erom lachen.

Donderdag moest ik om twaalf uur werken, dus ’s ochtends deed ik niet heel veel. Het was niet druk op mijn werk, dus begon ik maar met mezelf nuttig maken en ging kastjes opruimen. ‘‘Oh, dat opruimen is zeker typisch Europees?’’ Vroeg een collega. Ik vertelde hem dat ik liever bezig ben dan stil sta en wacht tot er een gast komt die ik kan inchecken. Dat begreep hij niet echt. Ik checkte een Amerikaanse countryzanger in, die heel beroemd is hier maar waar ik nog nooit van gehoord had, ik ontving weer 20 dollar fooi van een andere gast en stond een half uur te praten met een Oekrainse fitnessinstructeur die vond dat ik erg athletisch gebouwd was (?). Daar was ik het natuurlijk volledig mee eens.. Om vier uur moest ik bij de supervisor op kantoor komen en kreeg ik meteen de zenuwen. Uiteindelijk vroeg hij hoe laat ik begonnen was. ‘‘12 Uur’’, antwoordde ik. Hij pakte het rooster erbij en daar stond op dat ik eigenlijk om 4 uur had moeten beginnen. ‘‘Dat wordt een lange dag voor je!’’. ‘‘Nu word ik eindelijk rijk, met drie uur overtime.’’ Antwoordde ik. Hij kon er wel om lachen, blijkbaar was er een roosterwijziging geweest die ik volledig had gemist. Een beginnersfoutje, laten we het daarbij houden. Om half negen mocht ik naar huis, keek nog even Flikken Maastricht in bed en viel rond een uur of half elf in slaap.

Vrijdag om acht uur stond ik al fris en fruitig onder de douche en zat mijn witte was al in de wasmachine. Ik ontbeet, dweilde mijn vloer, poetste de badkamer en mijn keuken en deed even later de donkere was in de machine terwijl ik de witte was ophing op mijn waslijntje. Ik was vrij en had met Wendy afgesproken. Omdat zij in de ochtend nog even een paar andere dingen moest doen, reed ik naar de Coffee Bean toen ook mijn donkere was op de waslijn hing. Ik skypte met thuis en las de Glamour en om half één ging ik naar Santa Monica. 

Samen met Wendy haalde ik een salade en die aten we op haar balkonnetje op. Daarna pakten we de fiets en reden langs het strand richting Venice. Blauwe lucht, overal palmbomen, uitzicht op de Pacific Ocean, de wind door mijn haren en vakantie vierende mensen. 

Ik kan nog steeds niet geloven dat ik echt in LA woon en dat dit mijn thuis is. We maakten fiets selfies, kletsten over vanalles en nog wat en gingen een klein ijsje eten bij Yoghurtland.


’s Avonds hadden Wendy en Alex afgesproken met een Belgische man met een boot en vroeg Wendy of ik zin had om mee te gaan. Offcourse! Zo gezegd, zo gedaan en om zes uur lag ik met Wendy op het dek van de boot. In de hoop een beetje bruin te worden, wat niet helemaal lukte want het was een beetje bewolkt en er stond een harde wind op het water. 

Dus had ik meer het gevoel dat het winter was in plaats van zomer. Mijn eerste keer in LA op een boot op het water, ik heb zelfs nog niet eens gezwommen in de zee. We spotten zeeleeuwen in het wild, we dronken champagne, kletsten en droomden over hoe het zou zijn om zelf zo’n boot te hebben. 

Dat zwarte op die stijger, dat zijn zeeleeuwen. Die ik voor het eerst van mijn leven in real-life zag in plaats van in een dierentuin.
Na een tijdje hadden we honger en gingen we met z’n allen seafood eten (honderd hartjes voor seafood).



Vanmorgen werd ik pas om tien uur wakker. Uitgeslapen en wel. Inmiddels zit ik voor de verandering weer even koffie te drinken in het Burbank Towncenter en ben ik mezelf psychisch aan het voorbereiden op weer een nieuwe werkdag. En ben ik aan het duimen dat ik morgen toch vrij ben (ik weet mijn rooster nog niet..) zodat ik met Marije naar een festival kan van UCLA met Aloe Blacc (I’m the man, I’m the man, I’m the man…). Ondertussen kan ik niet geloven dat het alweer bijna juni is en dat mijn broertje over 13 nachtjes slapen al naar LA komt. Hoe gek zal dat zijn, voor het eerst sinds vier maanden mensen uit mijn Nederland-leven hier in mijn LA-leven. Al heb ik er ook wel ontzettend veel zin in. Eindelijk laten zien waar ik woon, waar ik werk, waar ik mijn boodschappen doe, waar ik koffie drink, waar ik uit eten ga, wat mijn lievelingsplekjes zijn. Heerlijk! Ondanks dat de tijd ook wel heel snel gaat, in het begin dacht ik steeds; ‘‘als Frank komt heb ik 1/3e al gehad.’’ Nu besef ik dat inderdaad 1/3e van mijn LA-Avontuur al voorbij is. Terwijl ik nog steeds het gevoel heb dat ik hier net ben en nog zoveel moet onderzoeken. ‘‘Time flies, when you’re having fun!’’

zondag 18 mei 2014

''Set your mind free, it's the year of Summer.''


Woensdag moest ik om acht uur beginnen met werken, ik probeerde een groot aantal van de gasten zelf in- en uit te checken, maakte grapjes met collega’s en  ik hoorde dramatische verhalen aan over de branden in de omgeving. De temperatuur was inmiddels gestegen tot een graad of 42 en in grote delen van Californië zorgde dat voor bosbranden of palmbomen die in brand vlogen. Best heftig en ondanks dat ik heel goed tegen hitte kan, wist ik ook niet meer waar ik het zoeken moest toen ik woensdag uit het hotel liep richting de parkeergarage.
Eenmaal thuis zette ik meteen de airco op standje iglo en kleedde me om. Een uurtje later zat ik weer in de auto op weg naar Hollywood voor een optreden van Niels Geuzebroek (die van ‘‘Take your time girl’’ en ‘‘Year of summer’’). Samen met Marije en Joanne had ik afgesproken en na mijn auto afgeleverd te hebben bij de valet-service liepen we naar binnen. In een klein zaaltje, met tafeltjes en zo’n 14 mensen publiek was Niels al begonnen met spelen. Omdat ik de afgelopen week zijn hele cd even uit mijn hoofd had geleerd, kwamen de meeste liedjes mij wel bekend voor. 


Na drie kwartier was hij klaar en kwam er een andere artiest optreden. Wat niet heel bijzonder was. Toch bleven we nog even luisteren, kwam Niels nog bij ons staan om te vragen wat we ervan vonden en vertelde hij dat hij wel 100 keer zenuwachtiger voor dit was, dan z’n optredens in Nederland op Koningsdag. En hoe apart het is dat hij hier in LA helemaal opnieuw moet beginnen, terwijl hij in Nederland net echt doorgebroken is. LA, the city of dreams, voor miljoenen mensen.


Donderdag ging mijn wekker weer op mijn favoriete tijdstip (not), 5.15. Ik kleedde me aan, ontbeet en stond om half zeven weer netjes achter de front desk. ‘‘Good morning, you’re checking out? Did you get a chance to take a look at your receipt this morning? Are there any charges pending? Can I charge the creditcard on file? Would you like a copy of your receipt with a zero balance? Do you need an envelop for your receipt? Can I offer you assistance with your luggage or a future reservation? Thank you for staying with us and have a great day!’’ Inmiddels kan ik die tekst wel dromen. De leukste uitdaging zijn nog wel de Koreanen en Chinezen of Italianen en Fransen, die geen woord Engels spreken. Met hand gebaren vraag ik ze dan of hun verblijf oke was en wens ze een fijne dag.

Het hoogtepunt donderdag was de allereerste comment-card die ik heb gekregen. Een comment-card is een kaart waarop gasten kunnen invullen hoe ze het verblijf hebben ervaren. Een van de gasten had daar het een en ander opgezet (heel positief) over hoe ik haar had ingecheckt. En nu ga ik de boeken in als allereerste Front Desk Agent die binnen twee weken al drie keer fooi en één comment-card heeft ontvangen. De comment-card hangt inmiddels boven mijn bed en ik bleef de rest van de dag glimlachen.

Om drie uur was ik klaar met werken en ging ik naar huis. Thuis heb ik drie seconden buiten gezeten en ben toen naar binnen gevlucht met mijn laptop om Grey’s Anatomy te kijken. ’s Avonds was er een borrel in Hollywood voor Nederlanders in LA en ik twijfelde of ik zou gaan. Ik was moe, viel bijna in slaap op mijn bed en had geen motivatie om mezelf toonbaar te maken. Toch wist Wendy mij te overtuigen en zo zat ik om half negen netjes in een bar in Hollywood, waar onder andere Wendy, Alex en Joanne ook waren.

Vrijdag was mijn vrije dag. Een tijdje terug ontving ik een mailtje van Lente die begin mei naar LA is gekomen om een taalcursus Engels te volgen. Zij stelde mij een aantal vragen en vroeg of ik zin had om een keer af te spreken wanneer zij in LA was, zodat ik over mijn ervaringen kon vertellen. Daar ben ik altijd voor in, en ik had vrijdag met haar afgesproken bij een grote shoppingmall in Cerritos (een uitkomst met die hitte). Na een wereldreis van een uur waarbij ik voor het eerst in mijn LA-auto-rij-carrière een volledige afslag gemist had en er dus nog langer over deed, kwam ik eindelijk aan. We gingen een broodje eten, ik kreeg de Nederlandse Cosmopolitan en Glamour en was daarmee meteen het gelukkigste meisje van de hele wereld. 


Daarna gingen we nog wat winkels kijken, kleren passen, een ijsje eten en rond een uur of vier namen we afscheid en zat ik weer in de auto richting Santa Monica voor een vrijdagmiddagborrel met Wendy.

Op onze hoge hakken en leukste jurkjes aan liepen we naar The Bungalow, dé hotspot van LA, in de tuin van het Fairmont Hotel. Zo’n plek waar in het geval dat mijn droomman in LA rondloopt, ik hem daar kan vinden. Loungebanken, lekkere cocktails, mooie barmannen en een uitzicht op zee. We bestelden allebei een drankje en vroegen aan twee mannen of we bij hen aan tafel mochten zitten. Ze bleken allebei in de IT te werken (een heel klein beetje saai) en een van de twee was ooit in Italie geweest en vertelde over zijn lievelings plek, Cinque Terre.   Wendy en ik kenden dat natuurlijk en de man heeft er 45 minuten over gedaan om op zijn Facebook-pagina een foto van Cinque Terre te vinden.

Toen we ons drankje op hadden gingen we terug naar Wendy’s huis waar Alex aan het koken was. Wendy en ik gingen nog even op het balkon zitten en even later gingen we met z’n drietjes vissoep eten en bespraken mijn interessante liefdesleven en Wendy en ik maakten plannen voor ons tripje naar New York volgend jaar februari. Na een half uur in de file te hebben gestaan was ik om elf uur thuis en dook mijn bed in.


Zaterdag was ik al vroeg wakker en keek nog even Grey’s Anatomy in bed. Om tien uur was ik weer present op mijn werk, mocht ik werken bij de Hilton Honors check-in balie. De speciale balie met rode loper waar de mensen die lid zijn van het Hilton Honors loyaliteits programma, komen inchecken.  Hilton Honors is een spaarprogramma, per verblijf ontvang je punten hoe meer punten, hoe meer dingen je krijgt. Variërend van gratis water op je kamer, tot gratis ontbijt of gratis overnachtingen. Ik checkte veel gasten uit, checkte nog meer gasten in en het was een soort mega gekkenhuis. Iedere nacht zit het hotel volledig volgeboekt, wat inhoudt dat wanneer mensen eerder dan vier uur komen inchecken, vaak de kamer die hen toegewezen is nog niet schoon is. In dat geval moet je een kamer die al wel schoon is en toebedeeld is aan een gast die nog niet is ingecheckt, omruilen met de kamer voor de gast die op dat moment voor je staat. En dat moet snel gebeuren, want gemiddeld zijn er vijf collega’s bezig met inchecken. Dat resulteert in een heen en weer geschreeuw van; ‘‘Don’t take anything from the 16th and 23rd floor please!!’’ and ‘‘Stay away from the 7th and 21st floor!’’ Ondertussen de gasten blijven bedanken voor hun geduld en daarna blij maken wanneer je een mooie kamer hebt gevonden, die al schoon is. Rond een uur of drie, toen ik mijn praatje over het hotel aan het houden was, schoot door mijn hoofd dat ik nu aan het doen was waar ik al die tijd van gedroomd heb. Volledig in het Engels gasten inchecken in een hotel midden in Los Angeles. Nu kan ik zeggen; missie geslaagd!

Now my will is strong and my doubt is gone
And I never think about what went wrong
It’s time to put the past behind
It’s not that I don’t know how to fight
It’s just that it’s time to put the past behind

En kan ik gaan werken aan mijn volgende droom, een baan in het Waldorf Astoria in New York. Maar eerst een tussenstop maken in Amsterdam volgend jaar. Voor een paar jaar ervaring opdoen en wonen in een grachtenpand. Al is dat laatste misschien iets te on-realistisch.  

Om half zeven was ik klaar en ging ik naar huis, om daarna naar Marije te rijden. We dronken samen wijn bij haar in de tuin en liepen daarna naar de Grove om uit eten te gaan. Om half elf was ik weer thuis. Moe en afgepeigerd lag ik even later in bed.

Vannacht sliep ik slecht, omdat het gisteren zo warm was, had ik de airco aangezet toen ik ging slapen en werd ik vannacht om twee uur wakker omdat ik ongeveer volledig bevroren was. Bed weer  uit, airco uit, korte broek omwisselen voor joggingbroek en toen weer mijn bed in. Ik droomde over hele gekke dingen en werd zo’n acht keer wakker. Ik besloot uiteindelijk maar om Grey’s anatomy te gaan kijken en een douche te nemen. Ik  facetimede met mijn moeder en ging naar Marije om een uur of half twaalf om pannenkoeken te bakken. 


Echte Hollandse pannenkoeken was het doel, zoals m’n oma ze altijd bakt. Dat lukte niet helemaal, ondanks dat we stukjes appel, kaneel en rozijnen door het deeg hadden gedaan, werden het meer pancakes dan dunne pannenkoekjes. Nadat we er een hadden opgegeten zaten we vol, dus de komende dagen eten we allebei pannenkoeken als ontbijt, lunch en diner. Ook een leuk vooruitzicht. 



 

dinsdag 13 mei 2014

''The DJ saved my night.''


Vrijdag was Armin-Day. Én ik was de hele dag vrij. Ik begon met  mijn bed te verschonen en twee wasmachines te draaien. Ik keerde mijn hele huis binnenste buiten om alles schoon te maken. Ondertussen wachtte ik tot mijn eerste was klaar was en hing deze op op mijn zelfgespannen waslijntje. Waar iedereen mij trouwens volledig om uitlacht, niemand heeft hier een waslijn, laat staan een droogmolen in de tuin. Overal gebruiken ze de droger voor. Ik blijf mij vasthouden aan de Nederlandse gewoonte en heb iedere keer handdoeken die ruiken naar ‘‘buiten’’. Ik ging nog even kletsen met m’n moeder op Facetime, reed langs de supermarkt en ging door naar Marije.

Samen gingen we lunchen in Hollywood bij een hotspot waar Miley Cyrus ook vaak komt. En Mila Kunis en nog zo’n 100 sterren. Er zaten ook alleen maar hippe mensen op het terras en het eten was een en al gezond en organisch. Ik koos een Griekse salade met kip en als dessert een stukje carrotcake. Marije koos als dessert de vegetarische chocolade (only in America). 

 
We bleven nog even onze green tea opdrinken en rond een uur of vijf gingen we met de auto richting The Forum, daar waar Armin van Buuren zou gaan draaien.  We waren er iets voor zessen, parkeerden de auto en bleven  wachten op Joanne die ook mee zou gaan. Ondertussen liepen we drie rondjes langs het stadion om te kijken waar de VIP ingang was en of we misschien illegaal naar binnen konden als enige meisjes uit Armin’s thuisland. Dat plan mislukte. Dus om half zeven liepen we maar netjes naar binnen, kochten een beker water en een cocktail en liepen naar onze plaatsen. Omdat we lekker last minute hadden besloten om te gaan, waren er alleen nog zit plekken beschikbaar. In Nederland zijn er tijdens zulke concerten niet eens zitplekken te krijgen geloof ik, maar hier wel.
 
In ieder geval begon Armin om stipt zeven uur te draaien, was de zaal nog maar voor een kwart gevuld en begonnen wij ons af te vragen waar we beland waren. Na een kwartier gingen we maar wat rondjes lopen en nog meer drinken halen. Na anderhalf uur was de zaal vol, waren de meeste plekken bezet en ging iedereen uit z’n dak. We hebben niet eens meer omgekeken naar onze zitplekken, liepen rondjes over de balkons, dansten en maakten mensen wijs dat we Armins familie waren. 

 
Wat natuurlijk iedereen geloofde. We hoorden eigenlijk in de VIP-area te zitten maar we hielden er meer van om om te gaan met ‘‘normale’’ mensen, daarom stonden we gewoon tussen het normale publiek, was onze tekst. Het leverde veel aandacht op, drankjes en heel veel lachbuien. Ondertussen kwam ik nog een collega tegen van de Front Desk, die inmiddels mijn nieuwe bff is op m’n werk, nu hij weet dat ik als heel net meisje ook van Armin houd. Dat ik uit hetzelfde land als Quintino, Afrojack, Hardwell en Armin van Buuren kom, maakt het nog interessanter voor hem.  In ieder geval was het eerste wat hij me vroeg toen ik hem tegen kwam; ‘‘Do you have pills?’’

Om elf uur sloot de bar, wat ook een beetje anders ging dan hoe het in Nederland gaat. En om stipt twaalf uur was het afgelopen. Het is dat ik hier geen filmpjes kan plaatsen, maar het was (om in Amerikaanse begrippen te praten) awe-some!

Zaterdag kon ik gelukkig iets uitslapen en hoefde ik pas om tien uur te werken. Ik was lichtelijk moe, werkte samen met m’n trainer. Die ik inmiddels heb geleerd hoe je I like you in het Nederlands zegt. Dus naast ‘‘Hello gek’’, ‘‘Good job, gek’’ zegt hij nu ook; ‘‘Iek wint juh aarrrrrduhg’’. Een hele verbetering.

Om half zeven was ik klaar met werken, rende ik bijna naar mijn auto, kleedde me snel om en ging naar Santa Monica voor de housewarming van Alex en Wendy. Met heerlijk eten, lekkere wijn, een waanzinnig-super-goed-dessert en leuke mensen.

Zondag was ik weer vrij en nadat ik vijf afleveringen van Grey’s anatomy had gekeken (ja, ik was vroeg wakker), ging ik mijn bed uit. Na een douche en een lange Facetime sessie met m’n moeder, die nogal verrast was door dit  bericht en filmpje (missie geslaagd!). 

 
Omdat we allebei zonder moeder bij de hand Moederdag moesten vieren, gingen Marije en ik samen lunchen bij le Pain Quotidien voordat we richting het strand reden. 
Op het strand waaide het mega hard, omdat er een hele hete lucht aan zat te komen (die inmiddels gearriveerd is, temperaturen rond de 36 graden Celsius zijn normaal deze week). Omdat we gezandstraald werden, verplaatsten we al snel naar het gras bij de boulevard om daar een beetje te lezen en palmbomen te bekijken en mensen te spotten. 

 
Na een paar uurtjes gingen we naar de Santa Monica Winebar voor nog een drankje en om een uur of zeven was ik weer thuis. Klaar voor nog meer afleveringen van Grey’s Anatomy. Mijn verslaving is zelfs zo erg dat ik al één aflevering van Flikken Maastricht achterloop en twee afleveringen van Smeris.

Gistermorgen moest ik weer om acht uur werken. Omdat er drie collega’s langdurig uit de running zijn en we nog steeds iedere nacht volledig volgeboekt zijn, was het nogal druk. Na een uur kon ik het niet meer aan dat al die gasten mij woest aankeken omdat ik naast m’n collega stond en alleen maar facturen aan het overhandigen was en mijn collega assisteerde. Dat ik zelf maar naar een computer liep. ‘‘I can assist the next guest in line over here!’’ En vanaf dat moment handelde ik alles zelf af. Ik ben eindelijk de denkbeeldige drempel over gestapt en maak zelfs grapjes met de gasten. Ben niet meer bang dat ik ze niet begrijp, want dan vraag ik het gewoon nog een keer. En ik ben niet meer bang dat ik fouten maak, ik ben hier niet voor niets om te leren. Honderd complimenten verder van mijn collega’s en één van gasten uit Slovenië (met alle Europeanen maak ik inmiddels vrienden), was het half vijf en tijd om naar huis te gaan.

Thuis trok ik andere kleren aan, ruimde het een en ander op, keek nog een aflevering van Grey’s anatomy en werd toen opgehaald door Wendy. Samen gingen we snel even lekker cheap Mexicaans eten (ik ga langzaam failliet in dit land) en naar de film, The Other Woman. Even verstand op nul en nergens aan denken. Een super leuke film, die zich afspeelt in New York (+1), met mooie mannen (+3) en een simpel verhaal.

Vanmorgen ging mijn wekker om 5.15 uur, oftewel op een belachelijk vroeg tijdstip. Nadat ik wakker was geschrokken van mijn wekker en een gekke droom sprong ik maar uit bed om me aan te kleden en te ontbijten. Om zes uur zat ik in mijn auto, radio hard aan en niemand op de weg, even lekker wakker worden. Op mijn werk werd ik begroet met ‘‘Goetemorken’’ door m’n trainer en liet hij mij alle reports printen. Ik deed ongeveer alle check-outs, kreeg een Skinny Vanilla Latte van Zwitserse gasten omdat ze mij vroegen waar de coffeecorner was en ik als grapje zei ‘‘Een Skinny Vanilla Latte, please!’’ Vijf minuten later kwamen ze een koffie brengen en waren al m’n collega’s jaloers. Ik ben zo goed met mensen uit Zwitserland. 


Het andere hoogtepunt was een oma uit San Diego die ik incheckte en die mij haar hele levensverhaal vertelde. Toen ik haar de liften wees drukte ze me tien dollar in m’n handen. Verder heb ik nog even vrienden gemaakt met twee piloten van een privéjet waarvan er één uit Zuid-Afrika kwam en dus best een beetje Nederlands sprak, waardoor m’n trainer weer een beetje verliefd op me werd met z’n Nederlands-fetish. Ik mag hopen dat het Nederlands elftal wint van Spanje, anders kost het me een sushi-date.


 

donderdag 8 mei 2014

''This is what it feels like.''


Afgelopen zondag was ik (weer) vrij. Ik wilde poging drie doen om op het strand terecht te komen, dus had ik met Marije afgesproken om naar Santa Monica te gaan. Om half elf pikte ze me thuis op en reden we naar de Santa Monica. Waar we eerst even koffie gingen drinken om daarna bruin te gaan worden op het strand. Ondanks dat er een klein windje stond, was het super lekker weer en deden we niets anders dan een beetje mensen kijken en een poging doen tot heel bruin worden. 
Rond een uur of drie hadden we honger en dorst en gingen we naar Misfit, een café/restaurant voor een cocktail en friet. Toen we eenmaal aan de bar zaten kwamen we erachter dat we toch wel bruiner waren geworden dan we gedacht hadden. We bleven nog even mensen kijken en rond een uur of vijf reden we weer richting huis. Ik ging thuis op mijn balkon nog even Netflix kijken, na tien jaar heb ik eindelijk Grey’s Anatomy ontdekt en ben ik verslaafd geraakt. Even wat minder Chuck en Blair in mijn leven en wat meer dokter McDreamy.


Maandag moest ik om acht uur beginnen en werkte ik weer een front-desk shift. Het is toch wel even pittig om weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Natuurlijk ken ik mijn collega’s wel redelijk, maar ik moet even leren om op een Amerikaanse manier gasten in te checken en uit te checken. Het taalgebruik, geen basic Engels maar hospitality Engels. Het drie keer noemen van de gastnaam, wat ik zelf echt haat wanneer iemand het doet, maar mijn trainer telt netjes op zijn vingers mee hoe vaak ik de gastnaam noem bij het in- en uitchecken. En het verstaan van de gasten, wat vrij lastig is met Chinezen die geen woord Engels praten, of Amerikanen met een accent waar ik niets van begrijp.

 Net als toen ik bij de telefooncentrale begon, een week of 13 geleden, moet ik mezelf nu weer even een drempel over slepen en gewoon initiatief nemen en gasten zelf gaan inchecken in plaats van voor de makkelijke weg kiezen en mee kijken. Mijn trainer is verbaasd dat ik het systeem al snap (ik heb niet voor niets de eerste weken dagen achter de computer doorgebracht..) en dat ik zulke intelligente vragen stel (zijn woorden..). Ondanks dat leg ik de lat nogal vrij hoog voor mezelf en wil ik het liefste gisteren al in mijn eentje een shift draaien. Wat enigszins ongebruikelijk is in de eerste week. Maar ik daag mezelf graag uit en wil dingen of meteen goed doen, of er gewoon niet aan beginnen. Maandag werkte ik samen met een vrouwelijke collega die ook zo door kan gaan als cabaretier, dus we hadden de grootste lol. De tijd vloog voorbij en voor ik het wist was het half vijf, tijd om naar huis te gaan. Ik pakte mijn tas, zei iedereen gedag en ging naar de supermarkt om boodschappen te doen.

Dinsdag ging mijn wekker lekker earlybird om kwart over vijf en stond ik om half zes mijn tanden te poetsen en te make-uppen. Ik werkte weer samen met mijn mannelijke trainer, die al vier keer heeft verteld dat hij zich meer Europeaan voelt dan Amerikaan. Want z’n oma komt uit Spanje en als hij met vrienden uit eten gaat dan doet hij daar 2 uur over en de gemiddelde Amerikaan werkt in een half uur een heel drie gangen diner naar binnen. Hele goede beargumentatie.. Ik vertelde hem hoe wij in Nederland bij veel dingen vaak zeggen; typisch Amerikaans. En hij kwam niet meer bij van het lachen. Daarnaast wilde hij graag Nederlands leren. En dan vooral de slechte woorden. Omdat mijn manager Nederlands is, wilde ik daar eigenlijk niet aan beginnen, want je weet nooit. Dus begon ik met ‘graag gedaan’, wat enorm grappig klinkt wanneer een Amerikaan dat zegt. Ik deed een paar check-in en check-outs zelf en rond een uur of elf zag ik in de rij naast me een man staan met twee kinderen. Mijn collega checkte ze uit, ik werpte een blik op zijn computer en zag dat de gasten uit Nederland kwamen. De man vertelde tegen mijn collega in het Engels dat ze naar Santa Monica zouden gaan en toen de man weg liep zei ik; ‘‘heel veel plezier in Santa Monica’’. Heel even stonden de man en zijn zoon en dochter stil. Ze draaiden tegelijk hun hoofd om en zeiden; ‘‘WAT? Spreek jij Nederlands?” Dat zijn zulke leuke momenten. We raakten aan de praat en de man vertelde dat zijn vrouw twee jaar geleden was overleden en stewardess was. Hij wil nu aan zijn kinderen de plekken in Amerika laten zien waar hun moeder vroeger allemaal is geweest. Heel ontroerend en bijzonder. Toen ze vertrokken vroeg mijn trainer hoe ik wist dat het Nederlanders waren. ‘‘It is the way they look.’’ Antwoordde ik. Mijn trainer lag bijna op de grond van het lachen. Hij vroeg of ik alsjeblieft Nederlands tegen hem wil praten want het klinkt zo ‘‘clean’’, ik geloof dat hij een Nederlandse-taal-fetisj heeft. Maar leuk is het wel, eindelijk kan ik iets wat mijn collega’s niet kunnen; Nederlands praten.

Na mijn werk ging ik naar de Starbucks en regelde ik drie tickets voor The Forum morgenavond waar Armin van Buuren gaat draaien. Mijn ‘‘Dutch friend’’ zoals ik al mijn collega’s wijs maak. Nog iets leuks van uit Nederland komen, alle bekende DJ’s zijn ongeveer Nederlands, wat het nog interessanter maakt dat ik uit hetzelfde land als Armin en Tiësto en Martin Garrix en Hardwell kom. Trots vertel ik mijn mannelijke receptie collega’s dan ook dat ik bij de VIP-ingang van Sensation White heb gewerkt en Amsterdam Dance Event. En dat ik 100000  DJ’s daar in real life heb zien rond wandelen (af en toe de verhalen een mini beetje aan dikken doet wonderen), nu vinden ze me allemaal nog leuker.  


Woensdagochtend moest ik om acht uur beginnen en was ik wederom samen met mijn trainer, die inmiddels ook de slechte Nederlandse woorden wil leren. Ik heb hem maar de Nederlandse versie van ‘‘crazy’’ geleerd, wat inhoudt dat hij nu iedere zin die die tegen mij zegt beëindigt met ‘‘gek’’. ‘‘Hi, how are you, gek!’’ ‘‘Good job, gek!’’ ‘‘You’re so smart, gek!’’ ‘‘Let’s go to lunch, gek!’’ En ik ben intens gelukkig dat ik hem niet kut, klootzak of idioot heb geleerd. Ondertussen vraagt hij iedere gast die uit Europa komt of ze Nederlands kunnen praten of het nou Italianen, Zwitsers of Fransen zijn.

Tussen het inchecken door begon hij over de Worldcup en vroeg zich af of ik nog wist wie de finale had gewonnen vier jaar geleden. ‘‘I don’t talk to you anymore’’, antwoordde ik. Hij zocht op internet even de prognoses op voor dé wedstrijd die op 13 juni plaats gaat vinden (Spanje-Nederland), en printte dat ook even uit zodat ik niet kon vergeten dat Nederland waarschijnlijk voor de achtste finales al naar huis mag gaan. Ik bleef volhouden dat Nederland heus wel wint en dat ik 14 juni in mijn oranje jurk met vlag om mijn schouders naar het werk toe ga en heel hard ‘‘We are the Champions ga zingen.’’ 

Ondertussen was er voor de front desk nog een aflevering van Crime Scene Investigation gaande, een gast had ingecheckt met een valse cq gestolen creditcard, ingecheckt met een valse identiteit en werd nu gezocht door mijn collega’s van Security. Never a dull moment in de hotellerie. Verder assisteerde ik netjes bij het in- en uitchecken van gasten, maakte kamersleutels en oefende op mijn welkom en goodbye speech. ‘‘Do you need any assistance with your luggage or a future reservation? Thank you for staying with us, hope to see you again soon! Have a great day mr. Blabla and don’t work to hard.’’

Wat het af en toe ook lastig maakt, is dat mijn kennis van Amerika en de Amerikaanse gebruiken niet 100% is. Zo was er een grote groep gasten van de politie die kwamen inchecken. Een van de gasten begon een heel verhaal over 5051, hij noemde dat een keer of 15 en ik had geen enkel idee waar hij het over had. Na een minuut of tien was hij uitgepraat en vertrokken en vroeg ik mijn collega wat dat betekent. ‘‘Weet je dat niet?!?!?!?! Serieus?? Waar leef jij!!’’ ‘‘Normaal gesproken in Europa.’’ (Soms heb ik het idee dat ze vergeten dat ik niet hier geboren ben, behalve wanneer ik mijn mond open trek en Engels ga praten met Europees accent). 5051 is blijkbaar een Amerikaanse term voor de politie wanneer ze een doorgedraaid/crazy persoon hebben opgepakt of moeten arresteren. Inmiddels is die term zo bekend dat de gemiddelde Amerikaan die term ook gebruikt en ook de criminelen dat codewoord kennen.

Natuurlijk ken ik de meeste namen van de staten wel, maar heb ik geen idee waar ze liggen. Het standaard praatje van mijn collega’s over het weer in de staat waar de gasten vandaag komen kan ik al niet houden (ja, ook hier praten ze graag over het weer). Zinnen als ‘‘How is it with the snow in Miami?’’ komen een beetje dom over. Dus probeer ik het maar te houden op ‘’How is the weather over there?’’ En knik en lach maar een beetje mee wanneer ze antwoorden en doe alsof ik er alle verstand van heb. Wat wel leuk is, is dat er The Netherlands op mijn naambordje staat, dus heel veel gasten vragen daarnaar. Dat ze bij de Fortis bank hebben gewerkt in Utrecht, wat voor schoenen ik draag (nee geen klompen) en of het nu tulpen seizoen is. En dat ze een Nederlander op Instagram volgen..

zaterdag 3 mei 2014

''Did you die?!''


Na drie dagen minivakantie begon ik maandag aan mijn laatste Housekeeping week. Ik startte met meehelpen in de wasserette, nam mijn eerste pauze na een uur en vertrok even later gewapend met een stapel reports, een sleutelbos en mijn walkietalkie naar de bovenste etages om kamers te controleren. Om half vijf was ik eindelijk klaar en nadat ik boodschappen had gedaan plofte ik neer op mijn balkon om nog even bruin te worden in de zon.

Dinsdag moest ik al om zeven uur beginnen, dus ging mijn wekker om half zes. Omdat ik al de rol van supervisor had vervuld, die van office coördinator en die van kamermeisje, bleef alleen de rol van wasserette medewerkster nog over. En zo stond ik om zeven uur tafellakens in de strijkmachine te stoppen. In een ruimte waar het dertig graden was en iedereen in losse broeken en t-shirts liep. Ik had natuurlijk niet mijn pak aan getrokken, maar wel een lange broek en een net shirtje met lange mouwen. Ik vind het toch ongepast om in t-shirt rond te lopen op m’n werk. Na vijf minuten had ik daar al spijt van. Na de tafellakens begonnen we aan de servetten en de kussenslopen. Na de eerste pauze gingen we door met het bed linnen. Oftewel de lakens in de machine stoppen, en die kwamen er aan de andere kant weer uit. Het enige wat deze meiden gedurende de dag doen is linnen uitzoeken op soort en in de strijkmachine stoppen. Ik heb er inmiddels bergen respect voor, hoe je dit werk iedere dag met een glimlach kan doen. Wat het voor mij nog iets zwaarder maakte is dat deze meiden ook geen woord Engels spreken. Dus communiceren zat er niet in, ik heb de hele dag (op de pauzes na dan) met niemand gepraat. Alleen af en toe geglimlacht en ik was dan ook dolblij toen het half vier was en ik naar huis mocht.
 
(Deze foto is overigens van maandagmorgen, toen ik maar een uurtje in de wasserette hoefde te helpen.)

Eenmaal thuis lag er weer een grote envelop op mij te wachten met twee hele leuke tekeningen van twee nichtjes en een lieve kaart. Het wordt inmiddels tijd voor prikbord nummer drie, zo leuk!


Ik bedacht ik me dat het na een week met een tafel achterin te hebben rond gereden, wel tijd was om die tafel eindelijk eens uit de auto te halen. Zo gezegd, zo gedaan en even later had ik alle onderdelen van de oude tafel van Wendy en Alex boven in m’n appartement. Omdat het zulk lekker weer was (rond de 35 graden, de hele week) kleedde ik me eerst om en ging ik naar het Towncenter om even bij de coffeebean te gaan drinken en een blog te schrijven voor JDRF. Ik had mijn oranje jurk aangetrokken en ging met een iced green tea op het terras zitten. Ik was druk aan het typen toen er een vrouw langs liep en ineens zich omdraaide en terug liep, naar mij toe. ‘‘O my, your dress is sooooo amazing!’’ Ze vertelde dat ze al weken op zoek was naar een echte designer oranje jurk, want ze heeft volgende week een gala met dresscode oranje. Ik vertelde dat ik de jurk voor 20 dollar bij Forever 21 had gekocht voor Dutch Kingsday (waar ik hem uiteindelijk niet eens gedragen heb, maar dat terzijde). Ze geloofde er niks van en vroeg me op te staan zodat ze er foto’s van kon maken en meteen door kon gaan naar de winkel om die jurk te gaan kopen. Ik vroeg haar wat voor gala het was en ze barstte spontaan in huilen uit. In tranen vertelde ze dat het voor de ziekte was waar ze aan lijdt, lupus. Een ziekte waar ze uiteindelijk aan gaat sterven omdat er nog maar zo weinig over bekend is en er geen medicijn voor is. Ik wist heel even niet wat ik met de situatie moest. Maar bedacht me dat ik nog een nieuw flesje water in mijn tas had zitten dus bood haar aan om te gaan zitten en even wat te drinken. Ze vertelde over een website die ze had gemaakt om bekendheid te genereren voor haar ziekte en gaf me haar visite kaartje. Ze liet me foto’s zien van haar dochter die in Frankrijk op een boerderij werkt en vertelde over het gala. Een uur later stond ze op om naar de Forever 21 te gaan, op jacht naar mijn oranje jurk. Het is dat ze niet dezelfde maat had, anders had ze hem zo van mij gekregen. Dankzij dit gesprek realiseerde ik me even hoe blij ik ben met de uitvinding van insuline. En dat je toch echt niet moet wachten voor je je dromen waar gaat maken.

Terug in mijn huis ging ik de tafel in elkaar zetten, daar draai ik inmiddels mijn hand niet meer voor om. Verhuisde mijn zwarte tafel naar buiten, nu heb ik daar eindelijk een fijne zitplek. En zette nog even wat nep-bloemetjes overal neer. Zo blij als een kind met mijn nieuwe interieur, ging ik even later naar bed en viel als een blok in slaap.



Woensdag was mijn allerlaatste Housekeeping dag. Ik was weer supervisor, genoot ervan dat ik voor de laatste keer mijn sleutel op kon halen, hield me in om niet van de daken te schreeuwen dat het mijn laatste dag was. Ik wil absoluut niet dat mijn collega’s denken dat ik mijn tijd in Housekeeping niet gewaardeerd heb. Het was zwaar, maar een uitdaging. Daar houd ik het bij.

Ik telde nog net niet de uren af, en was heel blij toen ik om half vier door de manager werd opgeroepen om naar beneden te komen. Ik had haar gevraagd of ze me wilde vertellen hoe ze roosters maakt, zodat ik daarvan kon leren. Ze legde het een en ander uit en we raakten aan de praat over hoe ik Housekeeping heb ervaren. We hadden het over haar manier van leiding geven. Over wat ik geleerd heb de afgelopen tijd, en dat ik het niet alleen lichamelijk zwaar vond, maar ook geestelijk. Meisjes van mijn leeftijd, die al drie kinderen hebben en werken voor nog minder dan 10 dollar.  Die dan van mij, als meisje van dezelfde leeftijd, overgevlogen uit Europa krijgen te horen dat ze hun werk niet goed doen. Dat was nog het meest pittige. Gelukkig dat het minimumloon hier in Amerika verhoogd wordt, dankzij Obama. In juni met tientallen centen en in december nog een keer. Ze vertelde over haar eigen familie en haar historie. En over de vele illegale Spaanse families in dit land en alle problemen die dat met zich meebrengt.  

De manager gaf me één belangrijke raad mee; blijf vechten voor je eigen medewerkers en zorg ervoor dat je als manager altijd 50% voor je medewerkers werkt en 50% voor de directie. Met dat in mijn achterhoofd bedankte ik haar voor alles, en leverde ik voor de laatste keer mijn sleutels in bij security.

Ik reed naar huis, kleedde me om, deed boodschappen en ging op weg naar the Grove in Hollywood om te shoppen met Wendy en Alex en een hapje te gaan eten. Om mijn housekeeping-einde te vieren.

Donderdag was mijn allereerste dag bij de Front desk. Daar waar ik al maanden naar uitkeek ging eindelijk gebeuren en ik moet toegeven, ik was redelijk zenuwachtig. Om half zeven moest ik beginnen en werd ik in het Spaans welkom geheten door de collega die mij zou inwerken.  Ik zei meteen (met een knipoog) dat ik getraumatiseerd ben door de Spaanse taal en iedereen negeer die Spaans praat. Hij ging al snel over naar het Engels. We gingen aan de slag, of nouja, hij ging gasten uitchecken en ik stond als een soort standbeeld naast hem. Na een half uur begon ik vragen te stellen en na een uur was hij zo klaar met al mijn vragen dat hij vroeg of ik alsjeblieft weer naar Housekeeping terug kon. Ach, het was in ieder geval gezellig.

Om elf uur kwamen de eerste gasten alweer inchecken (de normale check-in tijd is vier uur), er kwam een vader met een zoon en een dochter aangelopen en mijn collega vroeg wat hun naam was. ‘‘De Ruiter’’ antwoorde de man. ‘‘He, dan kunnen we gewoon Nederlands praten’’, antwoordde ik. En dát was hoe ik het me had voorgesteld, maanden geleden toen ik begon met mijn banenjacht in Amerika.

De gasten waren volledig verbaast, en mijn collega’s vielen ook stil want die hadden mij nog nooit Nederlands horen praten. Het was zo leuk om in mijn eigen taal te praten met deze mensen en ik merkte dat ik af en toe naar woorden moest zoeken, omdat ik de hele morgen al non-stop Engels aan het praten was. De collega die mij trainde was volledig onder de indruk, ‘‘leer mij Nederlands want het klinkt zo sexy’’.  Tsja..

De rest van de dag keek ik mee, maakte ik sleutels aan, leerde ik het systeem en maakte ik me enigszins zorgen of ik de Amerikaanse manier van inchecken ooit zou leren. De zinnen die je moet zeggen (in het Engels dan), ‘’Mijn naam is Anne (de gasten een hand geven), als er iets is wat ik voor u kan doen tijdens uw verblijf laat het me weten want ik doe er alles aan om uw verblijf in dit Hilton hotel de beste Hilton ervaring ever te maken!!’’ De gasten die klagen over de meest kleine dingen, waarvan ik stiekem denk; ‘‘Did you die?’’. Oftewel, er zijn ergere dingen.

Mijn collega’s zijn leuk, de manager blijft mij netjes miss Anne noemen. En heeft al vierentwintig keer gezegd dat ik echt niet onzeker moet zijn over mijn Engels (geen idee waarom ik daar alsnog onzeker over ben..) en dat het echt goed gaat komen.

Donderdagavond haalde Marije mij thuis op en gingen we langs de Ikea om nog wat dingen te kopen en liepen we naar het Burbank Towncenter, waar het nog heel druk was, het was nog steeds boven de 25 graden..

Mijn tweede vrije dag van de week was vrijdag. 2 mei, m'n tweede diabetes-verjaardag.

Ik had met Wendy afgesproken om naar het strand te gaan, maar Wendy whatsappte dat ze ziek was en dat ging even niet door. Dus nam ik uitgebreid de tijd om op mijn balkon met Nederland te gaan skypen, met mijn benen in de zon. Rond een uur of één ging ik naar de Starbucks met mijn laptop en regelde nog een aantal dingen en at een ijsje bij mijn lievelings Yoghurtland. 
Ik reed later weer naar huis om mij om te kleden en haalde Marije op voor een etentje met Laura (die ook uit Ermelo komt en de directrice is van de Nederlandse school hier). We aten bij een Seafood restaurant en gingen daarna naar een café ernaast voor de maandelijkse ‘Dutch women in LA’-borrel. Een leuk tentje, leuke mensen en leuke meiden en lekkere (alcoholvrije want auto…)-cocktails.

Vandaag was mijn tweede frontdesk dag en de eerste gasten die ik samen met mijn collega uitcheckte, was de Nederlandse vader met zijn twee kinderen. Toeval bestaat niet!