donderdag 8 mei 2014

''This is what it feels like.''


Afgelopen zondag was ik (weer) vrij. Ik wilde poging drie doen om op het strand terecht te komen, dus had ik met Marije afgesproken om naar Santa Monica te gaan. Om half elf pikte ze me thuis op en reden we naar de Santa Monica. Waar we eerst even koffie gingen drinken om daarna bruin te gaan worden op het strand. Ondanks dat er een klein windje stond, was het super lekker weer en deden we niets anders dan een beetje mensen kijken en een poging doen tot heel bruin worden. 
Rond een uur of drie hadden we honger en dorst en gingen we naar Misfit, een café/restaurant voor een cocktail en friet. Toen we eenmaal aan de bar zaten kwamen we erachter dat we toch wel bruiner waren geworden dan we gedacht hadden. We bleven nog even mensen kijken en rond een uur of vijf reden we weer richting huis. Ik ging thuis op mijn balkon nog even Netflix kijken, na tien jaar heb ik eindelijk Grey’s Anatomy ontdekt en ben ik verslaafd geraakt. Even wat minder Chuck en Blair in mijn leven en wat meer dokter McDreamy.


Maandag moest ik om acht uur beginnen en werkte ik weer een front-desk shift. Het is toch wel even pittig om weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Natuurlijk ken ik mijn collega’s wel redelijk, maar ik moet even leren om op een Amerikaanse manier gasten in te checken en uit te checken. Het taalgebruik, geen basic Engels maar hospitality Engels. Het drie keer noemen van de gastnaam, wat ik zelf echt haat wanneer iemand het doet, maar mijn trainer telt netjes op zijn vingers mee hoe vaak ik de gastnaam noem bij het in- en uitchecken. En het verstaan van de gasten, wat vrij lastig is met Chinezen die geen woord Engels praten, of Amerikanen met een accent waar ik niets van begrijp.

 Net als toen ik bij de telefooncentrale begon, een week of 13 geleden, moet ik mezelf nu weer even een drempel over slepen en gewoon initiatief nemen en gasten zelf gaan inchecken in plaats van voor de makkelijke weg kiezen en mee kijken. Mijn trainer is verbaasd dat ik het systeem al snap (ik heb niet voor niets de eerste weken dagen achter de computer doorgebracht..) en dat ik zulke intelligente vragen stel (zijn woorden..). Ondanks dat leg ik de lat nogal vrij hoog voor mezelf en wil ik het liefste gisteren al in mijn eentje een shift draaien. Wat enigszins ongebruikelijk is in de eerste week. Maar ik daag mezelf graag uit en wil dingen of meteen goed doen, of er gewoon niet aan beginnen. Maandag werkte ik samen met een vrouwelijke collega die ook zo door kan gaan als cabaretier, dus we hadden de grootste lol. De tijd vloog voorbij en voor ik het wist was het half vijf, tijd om naar huis te gaan. Ik pakte mijn tas, zei iedereen gedag en ging naar de supermarkt om boodschappen te doen.

Dinsdag ging mijn wekker lekker earlybird om kwart over vijf en stond ik om half zes mijn tanden te poetsen en te make-uppen. Ik werkte weer samen met mijn mannelijke trainer, die al vier keer heeft verteld dat hij zich meer Europeaan voelt dan Amerikaan. Want z’n oma komt uit Spanje en als hij met vrienden uit eten gaat dan doet hij daar 2 uur over en de gemiddelde Amerikaan werkt in een half uur een heel drie gangen diner naar binnen. Hele goede beargumentatie.. Ik vertelde hem hoe wij in Nederland bij veel dingen vaak zeggen; typisch Amerikaans. En hij kwam niet meer bij van het lachen. Daarnaast wilde hij graag Nederlands leren. En dan vooral de slechte woorden. Omdat mijn manager Nederlands is, wilde ik daar eigenlijk niet aan beginnen, want je weet nooit. Dus begon ik met ‘graag gedaan’, wat enorm grappig klinkt wanneer een Amerikaan dat zegt. Ik deed een paar check-in en check-outs zelf en rond een uur of elf zag ik in de rij naast me een man staan met twee kinderen. Mijn collega checkte ze uit, ik werpte een blik op zijn computer en zag dat de gasten uit Nederland kwamen. De man vertelde tegen mijn collega in het Engels dat ze naar Santa Monica zouden gaan en toen de man weg liep zei ik; ‘‘heel veel plezier in Santa Monica’’. Heel even stonden de man en zijn zoon en dochter stil. Ze draaiden tegelijk hun hoofd om en zeiden; ‘‘WAT? Spreek jij Nederlands?” Dat zijn zulke leuke momenten. We raakten aan de praat en de man vertelde dat zijn vrouw twee jaar geleden was overleden en stewardess was. Hij wil nu aan zijn kinderen de plekken in Amerika laten zien waar hun moeder vroeger allemaal is geweest. Heel ontroerend en bijzonder. Toen ze vertrokken vroeg mijn trainer hoe ik wist dat het Nederlanders waren. ‘‘It is the way they look.’’ Antwoordde ik. Mijn trainer lag bijna op de grond van het lachen. Hij vroeg of ik alsjeblieft Nederlands tegen hem wil praten want het klinkt zo ‘‘clean’’, ik geloof dat hij een Nederlandse-taal-fetisj heeft. Maar leuk is het wel, eindelijk kan ik iets wat mijn collega’s niet kunnen; Nederlands praten.

Na mijn werk ging ik naar de Starbucks en regelde ik drie tickets voor The Forum morgenavond waar Armin van Buuren gaat draaien. Mijn ‘‘Dutch friend’’ zoals ik al mijn collega’s wijs maak. Nog iets leuks van uit Nederland komen, alle bekende DJ’s zijn ongeveer Nederlands, wat het nog interessanter maakt dat ik uit hetzelfde land als Armin en Tiësto en Martin Garrix en Hardwell kom. Trots vertel ik mijn mannelijke receptie collega’s dan ook dat ik bij de VIP-ingang van Sensation White heb gewerkt en Amsterdam Dance Event. En dat ik 100000  DJ’s daar in real life heb zien rond wandelen (af en toe de verhalen een mini beetje aan dikken doet wonderen), nu vinden ze me allemaal nog leuker.  


Woensdagochtend moest ik om acht uur beginnen en was ik wederom samen met mijn trainer, die inmiddels ook de slechte Nederlandse woorden wil leren. Ik heb hem maar de Nederlandse versie van ‘‘crazy’’ geleerd, wat inhoudt dat hij nu iedere zin die die tegen mij zegt beëindigt met ‘‘gek’’. ‘‘Hi, how are you, gek!’’ ‘‘Good job, gek!’’ ‘‘You’re so smart, gek!’’ ‘‘Let’s go to lunch, gek!’’ En ik ben intens gelukkig dat ik hem niet kut, klootzak of idioot heb geleerd. Ondertussen vraagt hij iedere gast die uit Europa komt of ze Nederlands kunnen praten of het nou Italianen, Zwitsers of Fransen zijn.

Tussen het inchecken door begon hij over de Worldcup en vroeg zich af of ik nog wist wie de finale had gewonnen vier jaar geleden. ‘‘I don’t talk to you anymore’’, antwoordde ik. Hij zocht op internet even de prognoses op voor dé wedstrijd die op 13 juni plaats gaat vinden (Spanje-Nederland), en printte dat ook even uit zodat ik niet kon vergeten dat Nederland waarschijnlijk voor de achtste finales al naar huis mag gaan. Ik bleef volhouden dat Nederland heus wel wint en dat ik 14 juni in mijn oranje jurk met vlag om mijn schouders naar het werk toe ga en heel hard ‘‘We are the Champions ga zingen.’’ 

Ondertussen was er voor de front desk nog een aflevering van Crime Scene Investigation gaande, een gast had ingecheckt met een valse cq gestolen creditcard, ingecheckt met een valse identiteit en werd nu gezocht door mijn collega’s van Security. Never a dull moment in de hotellerie. Verder assisteerde ik netjes bij het in- en uitchecken van gasten, maakte kamersleutels en oefende op mijn welkom en goodbye speech. ‘‘Do you need any assistance with your luggage or a future reservation? Thank you for staying with us, hope to see you again soon! Have a great day mr. Blabla and don’t work to hard.’’

Wat het af en toe ook lastig maakt, is dat mijn kennis van Amerika en de Amerikaanse gebruiken niet 100% is. Zo was er een grote groep gasten van de politie die kwamen inchecken. Een van de gasten begon een heel verhaal over 5051, hij noemde dat een keer of 15 en ik had geen enkel idee waar hij het over had. Na een minuut of tien was hij uitgepraat en vertrokken en vroeg ik mijn collega wat dat betekent. ‘‘Weet je dat niet?!?!?!?! Serieus?? Waar leef jij!!’’ ‘‘Normaal gesproken in Europa.’’ (Soms heb ik het idee dat ze vergeten dat ik niet hier geboren ben, behalve wanneer ik mijn mond open trek en Engels ga praten met Europees accent). 5051 is blijkbaar een Amerikaanse term voor de politie wanneer ze een doorgedraaid/crazy persoon hebben opgepakt of moeten arresteren. Inmiddels is die term zo bekend dat de gemiddelde Amerikaan die term ook gebruikt en ook de criminelen dat codewoord kennen.

Natuurlijk ken ik de meeste namen van de staten wel, maar heb ik geen idee waar ze liggen. Het standaard praatje van mijn collega’s over het weer in de staat waar de gasten vandaag komen kan ik al niet houden (ja, ook hier praten ze graag over het weer). Zinnen als ‘‘How is it with the snow in Miami?’’ komen een beetje dom over. Dus probeer ik het maar te houden op ‘’How is the weather over there?’’ En knik en lach maar een beetje mee wanneer ze antwoorden en doe alsof ik er alle verstand van heb. Wat wel leuk is, is dat er The Netherlands op mijn naambordje staat, dus heel veel gasten vragen daarnaar. Dat ze bij de Fortis bank hebben gewerkt in Utrecht, wat voor schoenen ik draag (nee geen klompen) en of het nu tulpen seizoen is. En dat ze een Nederlander op Instagram volgen..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten