Afgelopen zondag was ik (weer) vrij. Ik wilde poging drie
doen om op het strand terecht te komen, dus had ik met Marije afgesproken om
naar Santa Monica te gaan. Om half elf pikte ze me thuis op en reden we naar de
Santa Monica. Waar we eerst even koffie gingen drinken om daarna bruin te gaan
worden op het strand. Ondanks dat er een klein windje stond, was het super
lekker weer en deden we niets anders dan een beetje mensen kijken en een poging
doen tot heel bruin worden.
Rond een uur of drie hadden we honger en dorst en
gingen we naar Misfit, een café/restaurant voor een cocktail en friet. Toen we
eenmaal aan de bar zaten kwamen we erachter dat we toch wel bruiner waren
geworden dan we gedacht hadden. We bleven nog even mensen kijken en rond een
uur of vijf reden we weer richting huis. Ik ging thuis op mijn balkon nog even
Netflix kijken, na tien jaar heb ik eindelijk Grey’s Anatomy ontdekt en ben ik
verslaafd geraakt. Even wat minder Chuck en Blair in mijn leven en wat meer
dokter McDreamy.
Maandag moest ik om acht uur beginnen en werkte ik weer een
front-desk shift. Het is toch wel even pittig om weer helemaal opnieuw te
moeten beginnen. Natuurlijk ken ik mijn collega’s wel redelijk, maar ik moet
even leren om op een Amerikaanse manier gasten in te checken en uit te checken.
Het taalgebruik, geen basic Engels maar hospitality Engels. Het drie keer
noemen van de gastnaam, wat ik zelf echt haat wanneer iemand het doet, maar
mijn trainer telt netjes op zijn vingers mee hoe vaak ik de gastnaam noem bij
het in- en uitchecken. En het verstaan van de gasten, wat vrij lastig is met
Chinezen die geen woord Engels praten, of Amerikanen met een accent waar ik
niets van begrijp.
Net als toen ik bij
de telefooncentrale begon, een week of 13 geleden, moet ik mezelf nu weer even
een drempel over slepen en gewoon initiatief nemen en gasten zelf gaan
inchecken in plaats van voor de makkelijke weg kiezen en mee kijken. Mijn
trainer is verbaasd dat ik het systeem al snap (ik heb niet voor niets de
eerste weken dagen achter de computer doorgebracht..) en dat ik zulke
intelligente vragen stel (zijn woorden..). Ondanks dat leg ik de lat nogal vrij
hoog voor mezelf en wil ik het liefste gisteren al in mijn eentje een shift
draaien. Wat enigszins ongebruikelijk is in de eerste week. Maar ik daag mezelf
graag uit en wil dingen of meteen goed doen, of er gewoon niet aan beginnen.
Maandag werkte ik samen met een vrouwelijke collega die ook zo door kan gaan
als cabaretier, dus we hadden de grootste lol. De tijd vloog voorbij en voor ik
het wist was het half vijf, tijd om naar huis te gaan. Ik pakte mijn tas, zei
iedereen gedag en ging naar de supermarkt om boodschappen te doen.
Dinsdag ging mijn wekker lekker earlybird om kwart over vijf
en stond ik om half zes mijn tanden te poetsen en te make-uppen. Ik werkte weer
samen met mijn mannelijke trainer, die al vier keer heeft verteld dat hij zich
meer Europeaan voelt dan Amerikaan. Want z’n oma komt uit Spanje en als hij met
vrienden uit eten gaat dan doet hij daar 2 uur over en de gemiddelde Amerikaan
werkt in een half uur een heel drie gangen diner naar binnen. Hele goede
beargumentatie.. Ik vertelde hem hoe wij in Nederland bij veel dingen vaak
zeggen; typisch Amerikaans. En hij kwam niet meer bij van het lachen. Daarnaast
wilde hij graag Nederlands leren. En dan vooral de slechte woorden. Omdat mijn
manager Nederlands is, wilde ik daar eigenlijk niet aan beginnen, want je weet
nooit. Dus begon ik met ‘graag gedaan’, wat enorm grappig klinkt wanneer een
Amerikaan dat zegt. Ik deed een paar check-in en check-outs zelf en rond een
uur of elf zag ik in de rij naast me een man staan met twee kinderen. Mijn
collega checkte ze uit, ik werpte een blik op zijn computer en zag dat de
gasten uit Nederland kwamen. De man vertelde tegen mijn collega in het Engels
dat ze naar Santa Monica zouden gaan en toen de man weg liep zei ik; ‘‘heel
veel plezier in Santa Monica’’. Heel even stonden de man en zijn zoon en
dochter stil. Ze draaiden tegelijk hun hoofd om en zeiden; ‘‘WAT? Spreek jij
Nederlands?” Dat zijn zulke leuke momenten. We raakten aan de praat en de man
vertelde dat zijn vrouw twee jaar geleden was overleden en stewardess was. Hij
wil nu aan zijn kinderen de plekken in Amerika laten zien waar hun moeder
vroeger allemaal is geweest. Heel ontroerend en bijzonder. Toen ze vertrokken
vroeg mijn trainer hoe ik wist dat het Nederlanders waren. ‘‘It is the way they
look.’’ Antwoordde ik. Mijn trainer lag bijna op de grond van het lachen. Hij
vroeg of ik alsjeblieft Nederlands tegen hem wil praten want het klinkt zo ‘‘clean’’,
ik geloof dat hij een Nederlandse-taal-fetisj heeft. Maar leuk is het wel,
eindelijk kan ik iets wat mijn collega’s niet kunnen; Nederlands praten.
Na mijn werk ging ik naar de Starbucks en regelde ik drie
tickets voor The Forum morgenavond waar Armin van Buuren gaat draaien. Mijn ‘‘Dutch
friend’’ zoals ik al mijn collega’s wijs maak. Nog iets leuks van uit Nederland
komen, alle bekende DJ’s zijn ongeveer Nederlands, wat het nog interessanter
maakt dat ik uit hetzelfde land als Armin en Tiësto en Martin Garrix en
Hardwell kom. Trots vertel ik mijn mannelijke receptie collega’s dan ook dat ik
bij de VIP-ingang van Sensation White heb gewerkt en Amsterdam Dance Event. En dat
ik 100000 DJ’s daar in real life heb zien
rond wandelen (af en toe de verhalen een mini beetje aan dikken doet wonderen),
nu vinden ze me allemaal nog leuker.
Woensdagochtend moest ik om acht uur beginnen en was ik
wederom samen met mijn trainer, die inmiddels ook de slechte Nederlandse
woorden wil leren. Ik heb hem maar de Nederlandse versie van ‘‘crazy’’ geleerd,
wat inhoudt dat hij nu iedere zin die die tegen mij zegt beëindigt met ‘‘gek’’.
‘‘Hi, how are you, gek!’’ ‘‘Good job, gek!’’ ‘‘You’re so smart, gek!’’ ‘‘Let’s
go to lunch, gek!’’ En ik ben intens gelukkig dat ik hem niet kut, klootzak of
idioot heb geleerd. Ondertussen vraagt hij iedere gast die uit Europa komt of
ze Nederlands kunnen praten of het nou Italianen, Zwitsers of Fransen zijn.
Tussen het inchecken door begon hij over de Worldcup en
vroeg zich af of ik nog wist wie de finale had gewonnen vier jaar geleden. ‘‘I
don’t talk to you anymore’’, antwoordde ik. Hij zocht op internet even de
prognoses op voor dé wedstrijd die op 13 juni plaats gaat vinden
(Spanje-Nederland), en printte dat ook even uit zodat ik niet kon vergeten dat
Nederland waarschijnlijk voor de achtste finales al naar huis mag gaan. Ik
bleef volhouden dat Nederland heus wel wint en dat ik 14 juni in mijn oranje
jurk met vlag om mijn schouders naar het werk toe ga en heel hard ‘‘We are the
Champions ga zingen.’’
Ondertussen was er voor de front desk nog een aflevering van
Crime Scene Investigation gaande, een gast had ingecheckt met een valse cq
gestolen creditcard, ingecheckt met een valse identiteit en werd nu gezocht
door mijn collega’s van Security. Never a dull moment in de hotellerie. Verder
assisteerde ik netjes bij het in- en uitchecken van gasten, maakte
kamersleutels en oefende op mijn welkom en goodbye speech. ‘‘Do you need any
assistance with your luggage or a future reservation? Thank you for staying with
us, hope to see you again soon! Have a great day mr. Blabla and don’t work to
hard.’’
Wat het af en toe ook lastig maakt, is dat mijn kennis van
Amerika en de Amerikaanse gebruiken niet 100% is. Zo was er een grote groep
gasten van de politie die kwamen inchecken. Een van de gasten begon een heel
verhaal over 5051, hij noemde dat een keer of 15 en ik had geen enkel idee waar
hij het over had. Na een minuut of tien was hij uitgepraat en vertrokken en
vroeg ik mijn collega wat dat betekent. ‘‘Weet je dat niet?!?!?!?! Serieus??
Waar leef jij!!’’ ‘‘Normaal gesproken in Europa.’’ (Soms heb ik het idee dat ze
vergeten dat ik niet hier geboren ben, behalve wanneer ik mijn mond open trek
en Engels ga praten met Europees accent). 5051 is blijkbaar een Amerikaanse
term voor de politie wanneer ze een doorgedraaid/crazy persoon hebben opgepakt
of moeten arresteren. Inmiddels is die term zo bekend dat de gemiddelde
Amerikaan die term ook gebruikt en ook de criminelen dat codewoord kennen.
Natuurlijk ken ik de meeste namen van de staten wel, maar
heb ik geen idee waar ze liggen. Het standaard praatje van mijn collega’s over het
weer in de staat waar de gasten vandaag komen kan ik al niet houden (ja, ook
hier praten ze graag over het weer). Zinnen als ‘‘How is it with the snow in
Miami?’’ komen een beetje dom over. Dus probeer ik het maar te houden op ‘’How
is the weather over there?’’ En knik en lach maar een beetje mee wanneer ze
antwoorden en doe alsof ik er alle verstand van heb. Wat wel leuk is, is dat er
The Netherlands op mijn naambordje staat, dus heel veel gasten vragen daarnaar.
Dat ze bij de Fortis
bank hebben gewerkt in Utrecht, wat voor schoenen ik draag (nee geen klompen)
en of het nu tulpen seizoen is. En dat ze een Nederlander op Instagram volgen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten