zondag 23 maart 2014

''Sprechen Sie ein bisschen Deutsch?''


Donderdag was de eerste dag dat ik op pad mocht met de floorsupervisor. Het verschil met de office-coordinator is dat de supervisor vooral op de vloer is, zoals de benaming al zegt. De taak van de supervisor is om de kamers te controleren die schoongemaakt zijn en vooral de kamers voor de VIP’s te checken. Zijn ze goed schoon, doen alle lampen het, is er voldoende water, is er een welkoms-kaartje, staat er een pakketje met nootjes en chocola en ga zo maar door. Heel anders dan de hele dag achter een bureau zitten en planningen maken en te coördineren. Om acht uur was eerst de dagopening door de Manager en even later liep ik gewapend met een stapel papieren (en mijn healthy-nieuwe-schoenen) door het hotel samen met de supervisor. Ze vertelde me van alles over haar werk, over de strubbelingen die ze soms heeft met verschillende afdelingen, en ze vertelde over de kamermeisjes. Maar ze vertelde ook over haar gezin en over haar man die vrachtwagenchauffeur is en vrijdagavond om zeven uur thuis komt en zondagmiddag om één uur weer weg gaat. De supervisor werkt ieder weekend van 8 tot half vijf omdat de manager dan afwezig is. Ik vroeg haar wanneer ze haar man dan zag. ‘‘Heel weinig’’, antwoordde ze. Natuurlijk zijn er in Nederland ook gezinnen zie zo leven. Maar ik werd mij er nu weer even bewust van wat een huwelijk je dan wel niet hebt. Je man zie je eigenlijk alleen op vrijdag en zaterdagavond. Misschien omdat ik nu extra inzie hoe belangrijk familie is, vind ik het juist nu zo aangrijpend dat ze haar man maar zo weinig ziet. En hoe weinig haar zoontje van 3 zijn vader ziet.

We controleerden een aantal kamers die al schoongemaakt waren en de supervisor gaf terugkoppeling aan  de dames. Het lastige is dat ik, omdat ik geen Spaans spreek, niet kan communiceren met de kamermeisjes. Ik loop er een beetje tegenaan dat ik mijn taak eigenlijk niet voor de 100% kan vervullen. Want ik kan niet tegen de kamermeisjes zeggen wanneer ze iets goeds hebben gedaan óf wanneer er enige verbetering noodzakelijk is. Erg jammer en frustrerend want nu kan ik mijn management-vaardigheden ook niet verbeteren. Volgens de manager moet ik Spaans gaan leren, maar ik heb nog 5 weken te gaan op Housekeeping en daarna ga ik naar afdelingen waarbij de medewerkers wel Engels kunnen. Dus daar begin ik niet aan, voor ik volledig Spaans kan zijn we waarschijnlijk drie jaar verder. Dus probeer ik zo goed mogelijk te luisteren en af en toe versta ik woordjes en kan ik een beetje peilen waar ze het over hebben. Toch voel ik me soms een buitenstaander wanneer er grapjes worden gemaakt in het Spaans en ik maar een beetje slap meelach. Terwijl ik geen flauw idee heb waar het over gaat. Of wanneer een van de huismannen iets in het Spaans zegt en de supervisor aangeeft dat ze me aan het versieren zijn.  Iedereen lacht, maar ik voel me dan redelijk een sukkel omdat ik niet door heb wat ze aan het doen zijn. Maar ja, al met al zie ik het als een grote uitdaging en vraag ik de supervisor maar steeds om alles voor me te vertalen. En met een klein beetje handen- en voetenwerk probeer ik te communiceren met de dames. Het is even niet anders.

Donderdag was ik om half vijf klaar met werken en volledig gebroken. Ik ging naar de supermarkt en kocht wat sushi. Ik hou van de supermarkt hier want er is een volledige sushi kraam ingebouwd waar een Japanse kok live sushi bereidt. Super lekker én verslavend. En omdat ik op mijn werk altijd al warm eten eet, kunnen de paar stukjes sushi prima door als avondeten. Na de sushi ging ik onder de douche, trok schone kleren aan en hoge hakken. Vulde mijn clutch met creditcard, lipgloss en lippenstift en vertrok naar Veronica. Tijd om wijn te drinken bij een borrel georganiseerd voor alle Dutchies in LA. En dit keer ook voor de mannelijke Dutchies. Veronica en ik waren aan de vroege kant en besloten om eerst aan de bar te gaan zitten en een pizza te delen. Ondertussen werden we geobserveerd door twee barmannen die ernstig geïnteresseerd waren en zich afvroegen uit welk land we kwamen. We vertelden dat we uit Nederland kwamen en niet veel later liepen we naar buiten, richting het terras waar ondertussen al enkele Nederlanders zaten. Superfijn om weer nieuwe mensen te ontmoeten, en leuk om hen verhaal te horen. Waarom ze hier zijn, hoelang ze hier zijn en hoe ze hier zijn gekomen. Rond elf uur liepen we naar de valet-parking en niet veel later werd mijn auto voorgereden (hilarisch om mijn schattige rode auto tussen alle grote BMW’s, SUV’s en Range Rovers te zien staan) en reden we richting huis.

Vrijdagochtend was ik om acht uur present en vervulde ik weer de rol van supervisor-assistent. Ik leer steeds meer en ben inmiddels ook in staat om zelf de kamers te checken en te beoordelen wanneer een kamer opnieuw schoongemaakt moet worden of wanneer ik zelf de kleine vlekjes weg kan poetsen of de paar haren die ik vind op kan ruimen. Daarnaast was het vrijdag pay-day en haalde ik in mijn pauze mijn pay-check op bij de security. Omdat ik op verschillende afdelingen werk en de pay-check’s per afdeling zijn ingedeeld kon mijn collega mijn envelop in eerste instantie niet vinden. Nadat ik hem uitlegde dat mijn echte naam op de envelop staat en niet Anne probeerde hij mijn naam uit te spreken. Het klonk nogal Zweeds volgens hem. Ik zei dat het absoluut geen Zweeds was, maar Nederlands en hij vertelde heel serieus dat zijn moeder uit Duitsland komt. ‘Ach so, sprechen Sie ein bisschen Deutsch?’ Vroeg ik hem en hij keek mij aan alsof ik van Mars kwam. Ze heeft je door, zei de Security Manager die achter zijn bureau zat tegen de medewerker, ‘je moeder komt helemaal niet uit Duitsland’. En ik liep glimlachend weg.

Mijn vrijdagavond spendeerde ik in het Burbank TownCenter bij de Starbucks. Ik ging nog even naar de New York & Company, pastte een paar broeken bij Gap, werd een klein beetje boos op mezelf dat ik teveel lekkere dingen eet en bij lange na niet in size zero pas. En bedacht me daarna dat ik helemaal geen size zero meisje wil zijn en dat ik beter maar kan genieten nu ik hier ben. En zo zat ik even later bij de Yoghurtland met een Frozen Yoghurt (nieuwe verslaving).


Zaterdag was mijn tweede vrije dag van de week (hier lopen de werkweken van zondag tot zaterdag en zondag was ik ook al vrij geweest). Ik begon met mijn dekbed af te halen en mijn was te verzamelen. En zo zat om negen uur mijn eerste was al in de wasmachine. Ik ging daarna mijn hele huis schrobben en vond nog wat zand afkomstig van het strand. Ik maakte een geimproviseerde waslijn op mijn balkon en hing daar mijn beddengoed op en deed mijn gekleurde was in de wasmachine. Ondertussen kreeg ik een uitnodiging om de volgende dag in een commercial te spelen in Venice Beach, maar helaas moest ik werken zondag. Daar ging m’n moment of fame. Toen mijn was klaar was skypte ik met mijn ouders die hun vakantie naar de USA aan het voorbereiden zijn en even later kreeg ik een berichtje van m’n broertje dat hij en een vriend van hem tickets naar LA hebben geboekt. Nog 75 nachtjes en dan sta ik weer op LAX-Airport. En dit keer aan de andere kant van de deur, om Frank en Thijs op te halen.


’s Middags wilde ik graag naar de dierentuin en toen ik na een kwartiertje rijden bij de dierentuin aankwam was het bijna vechten om een parkeerplek. Dat is het nadeel van LA. Toen ik na 20 minuten nog geen parkeerplek had en langs de ingang reed en zag dat er minstens honderd mensen aan het wachten waren om een entreekaartje te kopen, gaf ik de moed op. Ik reed verder en besloot om te gaan relaxen in Griffith Park. En zo lag ik even later in het gras, naast de Merry-go-round die Rollercoaster-Tycoon achtige muziekjes afspeelde. 

Na een paar uur ging ik op weg naar huis, waar ik een kleine aanvaring had met de hond van de mensen waarvan ik het appartement huur waardoor ik genoodzaakt was om vandaag een nieuwe tas te kopen. But nothing special, ik leef nog.  Zaterdagavond bracht ik door op de bank met de film Alles is Familie. En werd ik even gelukkig van de beelden van een vertrouwd Amsterdam en Artis, LA is waanzinnig en ik geniet enorm hier. Maar in Nederland hebben we het goed. Neem dat maar van mij aan nu.

Vanmorgen ging mijn wekker om half acht en was ik om negen uur weer present. Met een plastic tas met mijn spullen daarin. Mijn collega's keken nogal raar naar m'n plastic tas.  Ik vertelde over de dog-attack en maakte een grapje dat dit dé nieuwe IT-bag was. ‘‘You’re so funny!!!’’ Reageerden ze.

Samen met de supervisor ging ik weer kamers controleren en voor ik het wist was het half zes en namen we de lift naar beneden. Eenmaal thuis trok ik snel andere kleren aan en vertrok naar het Winkelcentrum om een nieuwe tas te kopen. Dat is gelukt én dankzij het lief aankijken van de caissière kreeg ik ook nog een berg korting. I love Amerika! 


Inmiddels zit ik bij Barnes & Nobles mijn blog te schrijven en ga ik zo naar huis. Een douche nemen en nog even een film kijken. Morgen wordt een dag om nooit te vergeten, want ik ben morgen voor één dag room-attendant. En dat betekent zelf 14 kamers schoonmaken. Ik denk dat het de giller van de eeuw wordt, ik ben misschien toch meer van het kantoor- en organiseer-werk in plaats van snel schoonmaken, bedden opmaken en handdoeken opvouwen. Daarbij komt dat ik zo goed als niet kan communiceren met de mede-kamermeisjes. Maar ik blijf lachen, misschien ontmoet ik morgen eindelijk mijn eigen Mr. Marshall (zoals in Maid in Manhattan). Keep dreaming, keep dreaming!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten