dinsdag 15 april 2014

''Friends are the family you choose.''


Vrijdag was niet de meest spannende dag van mijn LA-life. Op mijn werk dan. Ik begon om acht uur met kussenslopen door de strijkmachine te halen. Wat nog een klein beetje lastig was, want er waren drie verschillende maten kussenslopen en ze mochten niet door elkaar gehaald worden want dan raakte de machine in de war. En de verschillende waren niet mini, groot en heel groot. Maar een verschil van maximaal een centimeter. Bijna onmogelijk om dat met het blote oog te kunnen zien.  Na een uurtje had ik mijn ochtendpauze en daarna stond ik weer op een van de hoogste etages om kamers te checken. En dat deed ik dan ook de rest van de dag.

’s Avonds had ik met Veronica afgesproken om hamburgers te gaan eten bij Umami. Umami is een wat meer chique hamburgertent dat de gemiddelde McDonalds of In&Out. We vonden een plekje aan de bar, bestelden allebei een hamburger en frietjes. De hamburger was de beste die ik hier tot nu toe heb gegeten, natuurlijk met mes en vork, want ik kan niet charmant een hamburger eten met mijn handen. Behalve een McKroket, maar die is drie keer zo klein als de hamburger die ik hier had besteld. Umami staat vanaf dit moment op nummer één van mijn lievelings-hamburger-keten.

Om half elf was ik weer thuis, ik keek nog even Flikken Maastricht en dook mijn bed in.

Zaterdag was weer mijn vrije dag. Ik had een Facetime-date met een paar vriendinnen en om elf uur ging ik op weg naar mijn (niet-)favoriete auto-dealer omdat er nog iets aan mijn auto gedaan moest worden. Wat dat was, dat had ik niet echt begrepen, wel dat ik terug moest komen. Aangekomen bij de garage  werd al snel duidelijk dat het om een oil-change ging en dat ze pas een uur later tijd hadden om dit uit te voeren. Ik niet, want ik had om half 1 afgesproken met Wendy in Santa Monica. Dus met de belofte van de auto-dealer dat mijn auto niet in rook op zou gaan wanneer ik de oil-change even uitstel (gaan we weer), reed ik weer weg, op naar een van mijn favoriete plekken hier in Californië; Santa Monica.

Wendy heb ik twee weken geleden leren kennen op de borrel voor Nederlandse meiden en omdat het heel gezellig was die vrijdagavond, vroeg ik haar of ze zin had om een keer te lunchen. Zo gezegd, zo gedaan en na een half uurtje rijden was ik in Santa Monica en parkeerde ik mijn auto op een van de parkeerplekken die bij het appartement van Wendy en Alex (haar man) horen. Wendy liet me hun nieuwe appartement zien en samen liepen we naar ‘‘Het dagelijks brood.’’ Ik had daar nog nooit van gehoord, maar volgens Wendy was het in België heel bekend (ze komt uit België). Toen we eenmaal voor het restaurantje stonden wist ik waarom ik het niet kende, in Nederland en in LA heet het; Le Pain Quotidien. We bestelden cappuccino en ik koos voor een broodje met zalm en avocado. 


We kletsten, praatten over de verschillen tussen Europa en Amerika en bestelden even later nog een Carrotcakeje, die we deelden. 

 
Toen we uitgegeten waren liepen we naar de Promenade en gingen vooral ‘‘kijken, kijken en niet kopen.’’ Na een uurtje waren we toe aan wijn en gingen naar dé wijnbar van Santa Monica, waar Alex ook aanschoof. We bestelden oesters (nu ik dit zo allemaal opschrijf lijkt het net alsof ik de hele dag aan het eten was. Was niet zo hoor!), en kozen wijn uit. In de zon op het terras met m’n nieuwe Belgische vrienden, m’n zonnebril op m’n hoofd en een glas wijn in mijn hand bedacht ik me dat het lang geleden was dat ik mij zo gelukkig voelde. Even vielen alle puzzelstukjes op z’n plaats, dit is dus hét Californische leven waar ik van droomde maanden terug in mijn bed in Ermelo.  



Toen na een uur de bediening aan kwam lopen dat ze onze tafel nodig hadden  voor het diner, liepen we terug naar het appartement. Omdat Alex en Wendy naar de Ikea in mijn wijk, Burbank, moesten, vroegen ze of ik mee ging. Zo reden we naar de Ikea en gaf ik een kleine rondleiding in het Burbank Towncenter. Uiteindelijk was ik om half tien thuis en lag ik een uurtje later met een grote glimlach in bed. Dit was zo’n perfecte dag!

Zondag moest ik me om negen uur weer melden op mijn werk, om weer een dagje supervisor te spelen. Nog steeds zit ik met het probleem dat ik zo goed als niet kan communiceren met de kamermeisjes en dat ik na een paar uur kamers controleren door de bomen het bos niet meer zie en niet meer zo geconcentreerd ben. Ik heb echt respect voor de supervisors die dit al acht jaar achter elkaar doen. Mijn perfecte housekeeping-job zou meer zijn vier uur office-coordinator en vier uur supervisor. Van allebei de functie’s een beetje.

Toen ik zondagavond thuis kwam barstte ik nog van de energie (vraag me niet hoe dat kan) dus besloot ik om eindelijk mijn balkon eens op te ruimen. Uit een klein beetje gemakzucht had ik daar nog alle dozen van mijn Ikea-inboedel liggen en eigenlijk was het ook wel tijd om de bamboe-luxaflex schoon te maken, die ervoor zorgt dat ik een beetje privacy heb wanneer ik op mijn balkon zit. 


Na het balkon opgeruimd te hebben (ik moet het inderdaad nog wat gezelliger maken), ging ik mijn badkamer schrobben, de slaapkamer en alle vloeren dweilen. Nadat ik ook de keuken helemaal schoon had gemaakt (niet echt een zondags werkje, maar omdat ik op onregelmatige dagen werk, ben ik het besef van dagen een beetje kwijt geraakt), nam ik een douche en trok mijn relaxpakje aan. Om half negen plofte ik op de bank en beantwoordde wat e-mails en pastte mijn c.v. aan. Ik moest glimlachen omdat er nu bovenaan bij werkervaring staat; Rooms Division Management trainee at Hilton Universal/Los Angeles. 
Maandagmorgen stond ik eerst in een file op weg naar mijn werk. Er was een kleine opstopping ontstaan bij de basisschool, ondanks dat ze er een heel slim kind-weg-breng-systeem hebben. Er is een rijstrook gereserveerd voor ouders met kinderen en halverwege staat er een juf die een stop teken geeft. De auto stopt, de juf doet de deur open, de kinderen stappen uit, de juf doet de deur weer dicht en geeft de auto een seintje om door te rijden. En zo gaat dat achter elkaar door. Toch was het niet helemaal perfect, want er was alsnog een opstopping. Uiteindelijk kwam ik nog net op tijd op mijn werk en was weer klaar voor een dag Supervisor zijn. Ik begon op de Laudry afdeling met de kussenslopen in de machine stoppen.

Tijdens de middagpauze zat ik bij de andere supervisors aan tafel en een van de huis-mannen. Hij kan nog een klein beetje Engels dus met hem kan ik nog enigszins communiceren. Hij begon over mijn niveau Spaans en ik vertelde hem dat het mij verbaasde dat er heel veel collega’s bij Housekeeping geen Engels kunnen. Ik zei hem dat ik mij afvroeg hoe zij zich kunnen redden in dit land, waar Engels eigenlijk de voertaal is. Hij zei dat dat niet heel moeilijk is, want er is een grote Spaanse community hier. ‘‘En daarbij’’ zei hij, ‘‘Wij Spaanstaligen zullen hier altijd blijven want wij doen het werk dat jullie blanken niet willen doen.’’ Voor het eerst van mijn leven schaamde ik mij voor mijn huidskleur..

Of dat nou juist is of niet, wat hij zei, ik schrok er toch van. Ik heb altijd geleefd in een land waar huidskleur niet echt van belang was. Waar je je niet druk maakte om het verschil tussen blank en zwart. Er is in Nederland geen grote discriminatie voor mensen die een zwarte huidskleur hebben, of donker zijn. Hier in LA speelt dat heel erg, zo vroeg een collega mij een tijdje terug naar welke supermarkt ik altijd ga. Ik antwoordde met ‘Ralphs’. ‘‘Natuurlijk’’, zei ze, ‘‘want dat is de supermarkt voor de blanken.’’ Ik dacht toen dat ze een grapje maakte en die hele opmerking drong niet echt tot mij door. Inmiddels heb ik door dat ze misschien toch wel serieus was. En nu ik er op let, er zijn inderdaad maar heel weinig donkere mensen in mijn supermarkt. En dat terwijl ik puur naar die supermarkt ga omdat die om de hoek is.

Na mijn werk haalde ik thuis mijn laptop op en trok andere kleren aan. De temperatuur in LA is weer om te genieten, zo rond de 25 graden overdag. Eerst ging ik op jacht naar een oranje jurk voor Koningsdag én het WK. Al mijn oranje outfits pasten  helaas niet in mijn koffer afgelopen januari. En ik slaagde al heel snel!


Ik liep naar de Starbucks om een mailtje te beantwoorden van de hotelschool waar ik twee jaar geleden aan ben afgestudeerd. Zij wilden graag een interview over mijn leven en beginnende carrière hier. Het interview hebben we een tijdje terug gedaan, nu hebben ze alleen nog foto’s nodig. Omdat dat professionele foto’s moeten zijn, heb ik even nagedacht en kwam ik erachter dat ik een Nederlandse journaliste heb ontmoet een paar weken geleden die voor de Spits werkt. Ik stuurde haar een berichtje of ze zin had om een keer foto’s te maken en ik mailde mijn contactpersoon bij de hotelschool dat ik ermee bezig was. Daarnaast stelde ik een mail op voor de Rooms Division Manager omdat ik die al een paar dagen niet gezien had én ik vrij moest vragen voor Dutch Kings Day. De directrice van de Nederlandse School hier in LA (die vrouw die ook uit Ermelo komt) heeft mij gevraagd of ik wil komen werken op Dutch Kings Day volgende week zondag, en  daar ben ik natuurlijk wel voor in. Ik mailde de Rooms Division Manager over de foto’s die nodig zijn voor het interview en ik noemde nog een paar verbeterpunten voor het hotel. Dingen die ik de afgelopen weken ben tegen gekomen die verbeterd kunnen worden. En ik vroeg of hij deze week tijd had om even te praten.

En zo zat ik vanmiddag bij hem op kantoor. Nog steeds heb ik het gevoel dat we elkaar voor de gek houden wanneer we in het Engels praten (hij komt ook uit Nederland oorspronkelijk). Ik vertelde hem over mijn strubbelingen op de Housekeeping afdeling, over de uitdaging die het is om iedere dag met mensen te werken die een taal spreken die ik niet ken. En we hadden het over het hotel en mijn taken voor de aankomende weken en maanden. Na drie kwartier bedankte ik hem voor zijn tijd en ging ik weer kamers controleren.

Toen ik om half vijf samen met de dames naar beneden kwam en naar het Housekeeping kantoor liep, kwam ik in de gang de Rooms Division Manager tegen. ‘‘Here I am, with my crew!’’ Riep ik met een glimlach. Het moet er hilarisch uit hebben gezien, ik in mijn pak,  met 15 dames in zwarte jurkjes die allemaal minstens een kop kleiner zijn dan ik ben. De manager begon te lachen en vroeg de dames of ik wel vriendelijk genoeg voor ze was.

Toen ik naar de security liep om mijn sleutels in te leveren kwam ik hem weer tegen. ‘‘The ladies like you! Good job, Annerieke!’’ Blijkbaar kan je ook zonder dat je dezelfde taal spreekt, een band opbouwen met mensen. Het blijft bijzonder wat ik hier allemaal meemaak.

Morgen ben ik vrij én moet ik mijn allerlaatste hindernis nemen voor een legaal-Amerikaans-leven. Mijn rij-examen. Fingers crossed!

 

1 opmerking:

  1. hoi annerieke leuk om ff wat van je te lezen ben helaas nu thuis omdat ik geopereerd ben aan mijn meniscus,maar kan zo dus even kijken hoe het mijn leuktse ex collega gaat.

    BeantwoordenVerwijderen