Vrijdag was niet de meest spannende dag van mijn LA-life. Op
mijn werk dan. Ik begon om acht uur met kussenslopen door de strijkmachine te
halen. Wat nog een klein beetje lastig was, want er waren drie verschillende
maten kussenslopen en ze mochten niet door elkaar gehaald worden want dan
raakte de machine in de war. En de verschillende waren niet mini, groot en heel
groot. Maar een verschil van maximaal een centimeter. Bijna onmogelijk om dat
met het blote oog te kunnen zien. Na een
uurtje had ik mijn ochtendpauze en daarna stond ik weer op een van de hoogste
etages om kamers te checken. En dat deed ik dan ook de rest van de dag.
’s Avonds had ik met Veronica afgesproken om hamburgers te
gaan eten bij Umami. Umami is een wat meer chique hamburgertent dat de
gemiddelde McDonalds of In&Out. We vonden een plekje aan de bar, bestelden
allebei een hamburger en frietjes. De hamburger was de beste die ik hier tot nu
toe heb gegeten, natuurlijk met mes en vork, want ik kan niet charmant een
hamburger eten met mijn handen. Behalve een McKroket, maar die is drie keer zo
klein als de hamburger die ik hier had besteld. Umami staat vanaf dit moment op
nummer één van mijn lievelings-hamburger-keten.
Om half elf was ik weer thuis, ik keek nog even Flikken Maastricht
en dook mijn bed in.
Zaterdag was weer mijn vrije dag. Ik had een Facetime-date
met een paar vriendinnen en om elf uur ging ik op weg naar mijn (niet-)favoriete
auto-dealer omdat er nog iets aan mijn auto gedaan moest worden. Wat dat was,
dat had ik niet echt begrepen, wel dat ik terug moest komen. Aangekomen bij de
garage werd al snel duidelijk dat het om
een oil-change ging en dat ze pas een uur later tijd hadden om dit uit te
voeren. Ik niet, want ik had om half 1 afgesproken met Wendy in Santa Monica.
Dus met de belofte van de auto-dealer dat mijn auto niet in rook op zou gaan
wanneer ik de oil-change even uitstel (gaan we weer), reed ik weer weg, op naar
een van mijn favoriete plekken hier in Californië; Santa Monica.
Wendy heb ik twee weken geleden leren kennen op de borrel
voor Nederlandse meiden en omdat het heel gezellig was die vrijdagavond, vroeg
ik haar of ze zin had om een keer te lunchen. Zo gezegd, zo gedaan en na een
half uurtje rijden was ik in Santa Monica en parkeerde ik mijn auto op een van
de parkeerplekken die bij het appartement van Wendy en Alex (haar man) horen. Wendy
liet me hun nieuwe appartement zien en samen liepen we naar ‘‘Het dagelijks brood.’’
Ik had daar nog nooit van gehoord, maar volgens Wendy was het in België heel
bekend (ze komt uit België). Toen we eenmaal voor het restaurantje stonden wist
ik waarom ik het niet kende, in Nederland en in LA heet het; Le Pain Quotidien. We
bestelden cappuccino en ik koos voor een broodje met zalm en avocado.
Toen we uitgegeten waren
liepen we naar de Promenade en gingen vooral ‘‘kijken, kijken en niet kopen.’’
Na een uurtje waren we toe aan wijn en gingen naar dé wijnbar van Santa Monica,
waar Alex ook aanschoof. We bestelden oesters (nu ik dit zo allemaal opschrijf
lijkt het net alsof ik de hele dag aan het eten was. Was niet zo hoor!), en
kozen wijn uit. In de zon op het terras met m’n nieuwe Belgische vrienden, m’n
zonnebril op m’n hoofd en een glas wijn in mijn hand bedacht ik me dat het lang
geleden was dat ik mij zo gelukkig voelde. Even vielen alle puzzelstukjes op z’n
plaats, dit is dus hét Californische leven waar ik van droomde maanden terug in
mijn bed in Ermelo.
Toen na een uur de bediening aan kwam lopen dat ze onze
tafel nodig hadden voor het diner,
liepen we terug naar het appartement. Omdat Alex en Wendy naar de Ikea in mijn
wijk, Burbank, moesten, vroegen ze of ik mee ging. Zo reden we naar de Ikea en gaf
ik een kleine rondleiding in het Burbank Towncenter. Uiteindelijk was ik om
half tien thuis en lag ik een uurtje later met een grote glimlach in bed. Dit
was zo’n perfecte dag!
Zondag moest ik me om negen uur weer melden op mijn werk, om
weer een dagje supervisor te spelen. Nog steeds zit ik met het probleem dat ik zo
goed als niet kan communiceren met de kamermeisjes en dat ik na een paar uur
kamers controleren door de bomen het bos niet meer zie en niet meer zo geconcentreerd
ben. Ik heb echt respect voor de supervisors die dit al acht jaar achter elkaar
doen. Mijn perfecte housekeeping-job zou meer zijn vier uur office-coordinator
en vier uur supervisor. Van allebei de functie’s een beetje.
Toen ik zondagavond thuis kwam barstte ik nog van de energie
(vraag me niet hoe dat kan) dus besloot ik om eindelijk mijn balkon eens op te
ruimen. Uit een klein beetje gemakzucht had ik daar nog alle dozen van mijn
Ikea-inboedel liggen en eigenlijk was het ook wel tijd om de bamboe-luxaflex
schoon te maken, die ervoor zorgt dat ik een beetje privacy heb wanneer ik op
mijn balkon zit.
Maandagmorgen stond ik eerst in een file op weg naar mijn
werk. Er was een kleine opstopping ontstaan bij de basisschool, ondanks dat ze
er een heel slim kind-weg-breng-systeem hebben. Er is een rijstrook gereserveerd
voor ouders met kinderen en halverwege staat er een juf die een stop teken
geeft. De auto stopt, de juf doet de deur open, de kinderen stappen uit, de juf
doet de deur weer dicht en geeft de auto een seintje om door te rijden. En zo
gaat dat achter elkaar door. Toch was het niet helemaal perfect, want er was
alsnog een opstopping. Uiteindelijk kwam ik nog net op tijd op mijn werk en was
weer klaar voor een dag Supervisor zijn. Ik begon op de Laudry afdeling met de
kussenslopen in de machine stoppen.
Tijdens de middagpauze zat ik bij de andere supervisors aan
tafel en een van de huis-mannen. Hij kan nog een klein beetje Engels dus met
hem kan ik nog enigszins communiceren. Hij begon over mijn niveau Spaans en ik
vertelde hem dat het mij verbaasde dat er heel veel collega’s bij Housekeeping
geen Engels kunnen. Ik zei hem dat ik mij afvroeg hoe zij zich kunnen redden in
dit land, waar Engels eigenlijk de voertaal is. Hij zei dat dat niet heel
moeilijk is, want er is een grote Spaanse community hier. ‘‘En daarbij’’ zei
hij, ‘‘Wij Spaanstaligen zullen hier altijd blijven want wij doen het werk dat
jullie blanken niet willen doen.’’ Voor het eerst van mijn leven schaamde ik
mij voor mijn huidskleur..
Of dat nou juist is of niet, wat hij zei, ik schrok er toch van.
Ik heb altijd geleefd in een land waar huidskleur niet echt van belang was. Waar
je je niet druk maakte om het verschil tussen blank en zwart. Er is in Nederland
geen grote discriminatie voor mensen die een zwarte huidskleur hebben, of
donker zijn. Hier in LA speelt dat heel erg, zo vroeg een collega mij een
tijdje terug naar welke supermarkt ik altijd ga. Ik antwoordde met ‘Ralphs’. ‘‘Natuurlijk’’,
zei ze, ‘‘want dat is de supermarkt voor de blanken.’’ Ik dacht toen dat ze een
grapje maakte en die hele opmerking drong niet echt tot mij door. Inmiddels heb
ik door dat ze misschien toch wel serieus was. En nu ik er op let, er zijn
inderdaad maar heel weinig donkere mensen in mijn supermarkt. En dat terwijl ik
puur naar die supermarkt ga omdat die om de hoek is.
Na mijn werk haalde ik thuis mijn laptop op en trok andere
kleren aan. De temperatuur in LA is weer om te genieten, zo rond de 25 graden
overdag. Eerst ging ik op jacht naar een oranje jurk voor Koningsdag én het WK. Al mijn oranje outfits pasten helaas niet in mijn koffer afgelopen januari. En ik slaagde al heel snel!
En zo zat ik vanmiddag bij hem op kantoor. Nog steeds heb ik
het gevoel dat we elkaar voor de gek houden wanneer we in het Engels praten
(hij komt ook uit Nederland oorspronkelijk). Ik vertelde hem over mijn
strubbelingen op de Housekeeping afdeling, over de uitdaging die het is om
iedere dag met mensen te werken die een taal spreken die ik niet ken. En we
hadden het over het hotel en mijn taken voor de aankomende weken en maanden. Na
drie kwartier bedankte ik hem voor zijn tijd en ging ik weer kamers
controleren.
Toen ik om half vijf samen met de dames naar beneden kwam en
naar het Housekeeping kantoor liep, kwam ik in de gang de Rooms Division
Manager tegen. ‘‘Here I am, with my crew!’’ Riep ik met een glimlach. Het moet
er hilarisch uit hebben gezien, ik in mijn pak, met 15 dames in zwarte jurkjes die allemaal
minstens een kop kleiner zijn dan ik ben. De manager begon te lachen en vroeg
de dames of ik wel vriendelijk genoeg voor ze was.
Toen ik naar de security liep om mijn sleutels in te leveren
kwam ik hem weer tegen. ‘‘The ladies like you! Good job,
Annerieke!’’ Blijkbaar kan je ook zonder dat je dezelfde taal spreekt, een band
opbouwen met mensen. Het blijft bijzonder wat ik hier allemaal meemaak.
Morgen ben ik vrij én moet ik mijn allerlaatste hindernis
nemen voor een legaal-Amerikaans-leven. Mijn rij-examen. Fingers crossed!
hoi annerieke leuk om ff wat van je te lezen ben helaas nu thuis omdat ik geopereerd ben aan mijn meniscus,maar kan zo dus even kijken hoe het mijn leuktse ex collega gaat.
BeantwoordenVerwijderen