Vrijdagmorgen was het de bedoeling dat ik ging uitslapen,
maar na vijf dagen om half zeven wakker te zijn geworden, werd ik dat ook op de
zesde dag. Dus nam ik een douche, ontbeet, reed even voor wat boodschappen naar
de supermarkt en ging op weg naar Santa Monica waar ik met Wendy had
afgesproken voor een koffiedate. We bestelden allebei een latte bij de Coffee
Bean en gingen op het terras zitten. Waar we al na een paar minuten spijt van
kregen want het was koud, een van de koudste Californische April-dagen in de
geschiedenis. Al moet ik erbij zeggen dat ik inmiddels al redelijk verpest ben.
Met 20 graden loop ik in mijn lange broek en jasje over straat, vanaf 25 graden
gaan we pas echt praten.
Na onze koffie gingen we winkels kijken, veel kijken en
vooral niet kopen. Omdat Wendy een afspraak had om één uur, besloot ik om in
Santa Monica te blijven en te gaan lunchen. Dus regelde ik ‘‘a table for one’’
bij Le Pain Quotidien en bestelde een cappuccino met een geitenkaas salade.
Na mijn lunch verplaatste ik naar het terras, waar het zonnetje
een klein beetje begon te schijnen. Toen ik net klaar was en eigenlijk richting
huis wilde gaan kreeg ik een berichtje van Wendy of ik zin had in happy hour.
Altijd!
En zo zaten Wendy, Alex en ik even later in het Penthouse van The Huntley
Hotel.
We hadden een grote tafel, en even later kwamen er twee
dames en een man aan de andere kant zitten. We raakten aan de praat en het
bleek dat de man uit Zuid Afrika kwam, een van de vrouwen uit Groot-Brittannië
en de ander uit Australië. En zo zaten we met zes verschillende culturen aan
één tafel, typisch LA en best bijzonder! De man begon te vertellen over de
verschillen tussen het Zuid-Afrikaans Nederlands en het gewone Nederlands. Zei
dat ze daar de Nederlandse altijd een
klein belachelijk maken, en vaak als grapje zeggen; ‘‘Aangenaam kennis,
mijn naam is Dennis.’’ En wanneer je daar op de middelbare school je richting
en vakkenpakket moet kiezen zeggen ze in het Zuid-Afrikaans ‘‘Kis je kont en
vak’’. Spreek dat maar eens hardop uit.
Zaterdag werd ik wakker en toen ik Facebook opende zag ik
alleen maar oranje, ik zag feestvierende mensen én de mooiste foto’s van een
party-end Amsterdam. Ik sloot Facebook af, besloot niet meer op Instagram en
Twitter te kijken en ging vanuit bed nog even Flikken Maastricht terug kijken.
Daarna ging ik douchen, ontbijten en naar de supermarkt. Ik kocht daar kleine
cakejes, m&m’s en oranje fondant om er oranje cakejes van te maken voor de
Koningsnacht-party van die avond.
Na een uurtje was ik klaar, ging nog even wat Skypen, ruimde mijn huis op, lakte mijn nagels oranje en reed naar het winkelcenter om daar wat oranje details te zoeken. Ik kwam thuis met een oranje strik, een nieuwe witte blouse en een blauw kort broekje.
Rond een uur of vijf was ik omgekleed en wel, klaar voor
Kingsnight. En reed ik naar het huis waar Marije nu woont en pikte haar op.
Samen gingen we naar de backyard-party. Met veel mensen in het Oranje,
Nederlandse muziek, verschillende hapjes en drankjes, het voelde bijna als een
feestje in Nederland.
Ik was rond één uur thuis, mijn wekker ging vanmorgen weer
om acht uur. Want om tien moest ik weer paraat staan bij het Stubhub Center, het
stadion van LA Galaxy (ja, daar waar David Beckham ooit heeft gespeeld). In LA
vierden we vandaag Dutch Kingsday en ik was met Wendy en Alex vrijwilligers
voor de Dutch School.
We hielpen met het één en ander klaar zetten, kregen een
lunch aangeboden, en hadden onze eigen naamkaartjes. Wendy en ik zaten achter
een tafel waar de ouders van de kinderen een verklaring moesten ondertekenen
dat ze zelf verantwoordelijk zijn wanneer er iets met de kinderen gebeurt
tijdens het spelen op het springkussen. Het is en blijft Amerika..
Op het hele terrein waren eetkraampjes, patat met
frikadellen en kroketten, Hollandse Haring, stroopwafels, kraampjes met Oranje
shirts, kettingen, vlaggen en hoeden. Overal stonden grote posters van
Amsterdam, van molens, van tulpen, van koeien. Best bizar, zo ver van
Nederland.
Ondanks dat het Dutch Kingsday was, had het toch een enorm
Amerikaans tintje en natuurlijk kwam het niet eens in de buurt van een
Nederlandse Koningsdag in Amsterdam. Er werd veel Engels gepraat, niemand zong
mee met Guus Meeuwis en niemand kende ‘‘Ik neem je mee’’. De stroopwafels rekende je (natuurlijk) af met
dollars, net als de patat met frikandel (10 dollar..). Toch heb ik me wel
vermaakt, alles wat met Nederland te maken heeft maakt me gelukkig sinds ik
hier ben, dus dit ook. Wat ook leuk was de afgelopen dagen, was dat ik veel
mensen weer tegenkwam die ik de afgelopen maanden heb leren kennen. Op
feestjes, op borrels, ik ben er ondertussen achter dat ik toch meer mensen al ken
hier dan ik ooit had durven denken. Inmiddels zit ik mijn blog te schrijven, met
mijn oranje ‘‘Dutch Kingsday’’ armbandje nog om, de oranje nagellak op mijn
nagels en nu ik naar buiten kijk en de blauwe lucht en de palmbomen zie begint
het volgende nummer op mijn iPhone; ‘‘is there somewhere else where I'd
rather be?’’ (Aloe Blacc).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten