Donderdagochtend was ik dankzij het verkeer van LA
(eigenlijk is LA één grote file) voor het eerst in mijn hele USA-carrière te
laat op mijn werk, acht hele minuten. Best jammer, want als je een half jaar
lang op tijd komt krijg je een oorkonde. Nu duurt het weer twee maanden langer
voor ik die oorkonde (die ik natuurlijk wil voor boven m'n bed), kan krijgen. Maar
ja, niets aan te doen. Ik luisterde naar de dagopening van de manager, maakte
excuses omdat ik te laat was en ging even later op pad met een van de supervisors.
Omdat ik de afgelopen dagen alleen nog maar op de bovenste etages had
rondgelopen met de supervisor, mocht ik donderdag voor het eerst op de lagere
etages. Dus even geen suites, maar ‘‘normale’’ kamers, speciale huisdier kamers
en ADA-kamers (voor gehandicapten). De dag vloog voor bij, uiteindelijk hebben
we 138 kamers gecheckt en aan het einde van de dag kon ik geen stap meer
zetten.
Toen ik thuis kwam werd ik even heel gelukkig want er stond
een hele grote doos op mijn trap; post uit Nederland! Ik rende naar boven,
pakte een schaar en zette de doos op tafel. Niet veel later was alles uitgepakt
en was ik chocola (I like!), ontbijtkoek, drie zakjes drop, een Spaans
woordenboek, paasspulletjes, en een hele lieve kaart rijker. Thanks to mijn opa
en oma. Zó lief!
Donderdagavond zag ik op tv Breaking News over David Letterman die zijn pensioen aangekondigde en ik schreef erover voor de website van Linda Magazine (lezen kan hier!). Verder belde ik nog even met m’n vader want die was jarig (op vrijdag dan, maar
donderdagavond bij mij is vrijdagochtend jullie tijd). Om half tien kon ik mijn
ogen niet meer open houden en ging mijn bed in.
Vrijdagmorgen kleedde ik me snel aan en ging ik facetimen
met m’n moeder en opa en oma die op visite waren bij m’n ouders omdat m’n vader
jarig was. Ondanks dat hij het niet vierde en maar een uurtje thuis was, kon ik
wel gezellig kletsen met opa en oma.
Inmiddels had m’n vader ook mijn waanzinnige kaart gekregen (‘‘Dad, it’s
your birthday! Let someone else mow the lawn, take out the trash, and wash the
cars for a change. I mean, What does mom do around here, Anyway?! – Just
kidding, happy birthday!’’). Ik moest zo hard lachen toen ik die kaart een paar
weken geleden tegenkwam dat ik zeker wist dat m’n vader deze ook wel kon waarderen.
Even later was ik weer netjes op mijn werk, op tijd voor de
verandering. En ik werd meteen voor het blok gezet door de manager want ik
moest de dames vertellen hoe ik vond dat ze hun werk deden en wat mij
opgevallen was de afgelopen weken tijdens het assisteren van de supervisor.
Super fijn, om dat ineens in het Engels tegen 35 meiden te vertellen. Ik kon
het niet echt waarderen, de manager wel. Want, zei ze, ‘‘Ik hou van
verrassingen!’’. Voordat ik weer kamers ging controleren met de supervisor, gingen
we meehelpen in de wasserette. Even wat handdoeken opvouwen, wat inhoudt dat je
ze een voor een uit een grote bak haalt en in een machine stopt. Waar ze aan
het einde weer netjes opgevouwen uit komen. Zo’n ding moet ik later ook hebben.
Na een uurtje namen we pauze, en liet ik mijn collega’s
kennis maken met ontbijtkoek. Omdat zij
mij non-stop uitlachen omdat ik geen Mexicaanse specialiteiten ken, kon ik net
als met de stroopwafels, nu ook weer revanche nemen. Dus deelde ik mijn
ontbijtkoek, twee van de drie collega’s bedankten vriendelijk. Wat de boer niet
kent, eet hij niet, geldt hier blijkbaar ook. De collega die het wel wilde
proberen was niet echt enthousiast te noemen en begreep niet dat wij dat eten.
Tsja, misschien is het ook wel gek als je gewend bent om ’s ochtends rijst te
eten. Of taco’s. Of kip.
Na onze pauze liepen we naar de lift en gingen weer kamers
controleren. Of eigenlijk, ik controleerde en mijn collega keek toe of ik het
goed deed. De dag vloog voorbij, en om half vijf waren we allebei moe.
Ik twijfelde, het was weer de eerste vrijdag van de maand,
wat betekent dat er weer een borrel was voor alle Nederlandse meiden hier in
LA. Omdat ik echt heel moe was, en alles pijn deed, ging ik even in discussie
met mezelf. Uiteindelijk besloot ik toch om te gaan. Het was goed om weer even onder de
mensen te komen, andere mensen dan mijn collega’s dan. Dus zat ik om vijf uur
netjes in de auto, ging nog even tanken en op weg naar Venice. Waar ik eerst
met Mirjam en Joanne langs de beroemde foodtrucks ging, op zoek naar eten. Er
waren trucks met hamburgers, hotdogs, salade’s, sushi, Mexicaans eten
(natuurlijk), maar ook pizza, Berlijnse bratwursten, Cupcakes, Koreaanse Barbecue
en nog veel meer. Ik koos voor kip op ‘‘moeders wijze klaargemaakt’’. En dat
smaakte prima. Daarna gingen we naar een wijnbar om te borrelen met nog wat
meer meiden. Ik was zo blij dat ik toch gegaan was, even weer contact met
mensen die uit hetzelfde land komen, dezelfde cultuur kennen, dezelfde gebruiken.
En die dezelfde strubbelingen hebben of hebben meegemaakt als ik hier. Denk
aan; vrienden worden met Amerikanen. Een hopeloze missie, volgens velen. Wat
mij weer hoop geeft, het ligt dus niet aan mij (al heb ik ook nog niet mega
goed mijn best gedaan om echte Amerikaanse vrienden te zoeken). De grap van de
avond was nog wel dat ik mijn verhaal vertelde tegen een van de dames en
terloops noemde dat ik uit Ermelo kwam. ‘‘Wacht even, Ermelo? Daar kom ik ook
vandaan!’’ Zei ze. Ik kon het bijna niet geloven, 8000 kilometer van Ermelo,
zaten we even later te kletsen over de nieuwe Albert Heijn, over Groevenbeek,
over de RKPWA en de Ireneschool. De wereld is kleiner dan klein!
Rond een uur of tien was ik kapot, nam ik afscheid en haalde
mijn auto op. Want die had ik weer (lekker diva) valet geparkeerd. Ik reed
richting huis en eenmaal op de snelweg, met alle lichtjes van LA in de verte,
de bergen links van mij en de zee achter mij, zong ik mee met Aloe Blacc ('When I wake up in the morning I ask myself is there somewhere else that I'd rather be?') en
vergat ik mijn werk en kwam de glimlach weer terug op mijn gezicht.
Zaterdagmorgen
moest ik weer werken en was ik om negen uur weer present. Zaterdag was een klein
beetje D-Day, want zondag was de bedoeling dat ik helemaal alleen aan de slag
zou gaan als supervisor. Dus liet de supervisor mij het werk doen en gaf ze mij
nog de laatste tips en vertelde op basis waarvan zij beslissingen nam. Wanneer
moet het bed opnieuw opgemaakt worden, wanneer moet de badkamer opnieuw
schoongemaakt worden. Wanneer moet er wel en wanneer moet er niet opnieuw
stofgezogen worden, enzovoort. Om half
zes was ik klaar en kocht ik sushi in de supermarkt en at ik thuis op. Ik nam
een douche en lag om acht uur in bed uitzending gemist te kijken (mijn leven hier op dit moment is
zó spannend..).
Zondag
zat ik er even doorheen. Ik facetimede met mijn moeder en vertelde dat ik het
zo lastig vind dat iedereen Spaans spreekt en ik niet, dat ik mij soms
buitengesloten voel op deze afdeling, dat ik zo moe was, dat ik Nederland
miste, dat ik het zo spannend vond dat ik alleen supervisor zou zijn vandaag,
dat ik onzeker was of ik dat wel aan kon die verantwoording. Ik vertelde dat ik
het mistte dat ik mijn vader niet even kon feliciteren. Dat ik het mis om
gewoon even een knuffel te krijgen en dat ik nu pas besef wat ik allemaal heb
meegemaakt de afgelopen twee maanden. Natuurlijk zit ik nog steeds een beetje
in de overlevingsmodus, maar niet meer zo erg als mijn eerste weken. Het lijkt
wel alsof ik nu pas besef dat ik echt hier alleen naar toe gegaan ben. Dat ik
echt alles zelf heb gedaan. En dat ik hier de komende tien maanden nog ben. Na
twintig minuten moest ik afsluiten want ik moest naar mijn werk. Ik droogde
mijn tranen, haalde diep adem en deed opnieuw mascara op. Toen ik naar beneden liep zag ik twee kaarten op mijn
trap liggen. Ik deed ze in mijn tas en liep naar mijn auto.
Op de
parkeerplaats op mijn werk aangekomen had ik nog vier minuten voor ik moest
beginnen, dus opende ik beide kaarten, eentje van mijn oom en tante (super
lief, dank jullie wel!!) en van een paar vriendinnen die twee weken terug met
elkaar uit eten waren geweest. Zonder mij. Maar wel een kaart hadden geschreven.
Deze twee kaartjes waren precies wat ik nodig had, ik voelde nog een huil-bui
aankomen, rende snel naar de toiletten en probeerde te redden wat er te redden
was.
Even
later stond ik weer netjes naast de manager tijdens de dag-opening. Ik zette
mijn professionele pokerface op (voor zover mogelijk) en probeerde me te
concentreren op mijn werk in plaats van hoe ik me voelde. Nadat ik weer wat
handdoeken en kussenslopen door de machine had gehaald was het tijd voor
koffiepauze. Een van mijn collega’s zei dat ik borden moest pakken en bestek
want ze had ‘ontbijt’ meegenomen. Al mijn collega’s ontbijten op het werk, ik
doe dat standaard voor ik ga werken anders val ik om. Maar zij ontbijten in de
eerste pauze. Mijn collega vertelde dat ze een half uur eerder was opgestaan om
langs een Mexicaans eettentje te gaan om Tamales te gaan kopen. Ze haalde ze
uit de verpakking en verdeelde het over drie borden. Ik wist niet wat ik zag.
Een soort pakketje van bladeren en begreep niet echt wat ik daarmee moest gaan
doen. Laat staan, of ik dit soort eten wel kon waarderen. Waarschijnlijk sprak
mijn gezicht boekdelen, mijn collega legde meteen uit wat het was (maisbladeren
gevuld met rijst met kip) en zei dat het de bedoeling was dat je de bladeren
ervan af haalt, dan houd je alleen de vulling over. Toen haalde ze brood uit
haar tas en deed de rijst met kip op haar brood. Ik bedankte voor het brood,
een broodje rijst is niet echt mijn lievelings combinatie. Toch smaakte het
niet heel erg vies. Het smaakte apart, niet vies, maar het is ook niet mijn nieuwe
lievelingseten. Ik vond het zo schattig dat mijn collega speciaal vroeg was
opgestaan om mij kennis te laten maken met dit Mexicaanse gerecht dat ik het
wel helemaal op at. We hadden het over Mexicaans eten en ik vertelde haar hoe
ik Mexicaans eten ken en zocht op internet een plaatje van een Knorr
Wereldgerecht. Beide collega’s vielen van hun stoel van het lachen.
Na de
koffiepauze haalde ik mijn sleutels op bij de security, pakte de radio
(walkie-talkie) en maakte die vast aan mijn broek en printte mijn reports. Op
naar de lift, op naar de 24e etage om te beginnen met de kamerchecks. In mijn
eentje.
Ik
stapte uit de lift op de 24e etage en liep naar de roomattendent. Ik pakte haar
report erbij en noteerde op mijn papieren welke kamers ze al schoongemaakt had
en maakte onderscheid tussen vacant (vrij) en occupied (bezet). Ik liep naar de
eerste vrije kamer die ze schoon had gemaakt. Klopte drie keer op de deur met
mijn sleutel kaart, riep ‘‘Goodmorning Housekeeping’’, klopte nog drie keer op
de deur en zei ‘‘Roomcheck’’ en opende de deur. Ik liet de deur op een kier
staan en deed als eerste de lampen aan. Ik trok de kastdeur open en checkte de
kluis, die was open. Ik haalde mijn hand over een van de planken om te kijken
of er veel stof op lag. Ik deed de deur weer dicht en controleerde de
kastdeur-spiegels. Ik liep naar de badkamer, ging op mijn knieeën de vloer
controleren op haren, ging met mijn hand door het bad om te voelen of alle
zeepresten waren verdwenen en checkte de beide kranen op opgedroogde
waterdruppels. Ik stond op en liep naar de wastafel, controleerde de spiegel en
de wasbak. Checkte of alle zeepjes en andere supplies aanwezig waren en op de
juiste plek stonden. Ik telde de handdoeken en keek of ze op de juiste manier
waren opgevouwen. Ik liep de badkamer uit en ging op mijn knieën naast het bed
zitten en keek onder het bed. Ik stond op en controleerde of er vlekken op het
linnen zaten en trok de laadjes van de nachtkastjes open, keek of er een bijbel
in lag en een gedichtenbundel. Daarnaast bekeek ik het bureau, of er vlekken op
zaten, haalde mijn hand over de vensterbank en checkte de televisie. Als
laatste controleerde ik de vloerbedekking op vlekken en liep ik de kamer uit en
deed de deur weer op slot. En dit herhaalde ik nog 119 keer die dag. Misschien
toch niet heel gek dat ik iedere keer
aan het einde van de dag kapot ben.
Daarbij
komt dat de wekkerradio’s zaterdagnacht ook versprongen waren naar zomertijd.
Heel gek, want het is hier al zo’n vier weken zomertijd. Wat dus betekende dat
alle wekkers een uur verder stonden, dus
moesten we naast de kamers checken ook in iedere kamer met een schroevendraaier
de tijd goed zetten op de wekkers. Uiteindelijk liep ik dus met pen, sleutel,
walkietalkie, papieren en schroevendraaier door de gangen. Ik kwam collega’s
tegen die zich afvroegen wat ik met een schroevendraaier moest en antwoordde ‘‘Ik solliciteer voor Engineer’’,
waarop ze meteen in lachen uitbarsten.
Halverwege
de middag kwam er een kamermeisje een van de kamers binnen rennen die ik net
aan het controleren was. ‘‘Anne, Anne!!!!’’ En ze gebaarde dat ik mee moest
komen. Het geval was dat er vier gasten waren aangekomen die twee kamers met
een connecting door hadden geboekt, wat betekent dat ze van de ene naar de
andere kamer konden lopen. Het meisje had de ene kamer schoongemaakt en in het
systeem als ‘’schoon’’ neer gezet en was nu de kamer ernaast aan het
schoonmaken met de connecting door nog open. De Front Desk had de gasten alvast
de sleutel van de ene kamer gegeven met de mededeling dat de tweede kamer bijna
klaar was. En dus gebeurde het dat de gasten zomaar in de tweede kamer stonden
die het kamer meisje net aan het schoonmaken was. Zij wist niet wat haar
overkwam, ineens vier mensen in haar kamer en de gasten waren niet heel blij.
Ik bood excuses aan, legde uit wat er aan de hand was en wat we gingen doen en
beloofde de gasten dat ik ze meteen liet weten zodra de kamer schoon was. Ik
liet ze naar de schone kamer gaan en deed de connecting door dicht zodat het
kamermeisje in alle rust verder kon. Om het goed te maken (en om in te spelen
op de Amerikaanse weggeef-cultuur), belde ik roomservice en vroeg om vier
flesjes water en twee repen chocola. En zo stond ik even later voor de deur van
de kamer die al wel schoon was en bood de gasten gratis water en chocolade aan,
als excuses voor het ongemak. Ze waren verrast en konden het waarderen en een
van de heren zei; ‘‘Ik weet nu je naam, zodra er wat is, vraag ik naar jou en
zeg ik; Anne is my friend! Dankjewel voor je goede zorgen!’’ En zo had mijn dag
toch nog een gouden randje en wist ik weer waarom ik de hotellerie zo leuk
vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten