maandag 7 april 2014

''Goodmorning, Housekeeping! Roomcheck!''


Donderdagochtend was ik dankzij het verkeer van LA (eigenlijk is LA één grote file) voor het eerst in mijn hele USA-carrière te laat op mijn werk, acht hele minuten. Best jammer, want als je een half jaar lang op tijd komt krijg je een oorkonde. Nu duurt het weer twee maanden langer voor ik die oorkonde (die ik natuurlijk wil voor boven m'n bed), kan krijgen.  Maar ja, niets aan te doen. Ik luisterde naar de dagopening van de manager, maakte excuses omdat ik te laat was en ging even later op pad met een van de supervisors. Omdat ik de afgelopen dagen alleen nog maar op de bovenste etages had rondgelopen met de supervisor, mocht ik donderdag voor het eerst op de lagere etages. Dus even geen suites, maar ‘‘normale’’ kamers, speciale huisdier kamers en ADA-kamers (voor gehandicapten). De dag vloog voor bij, uiteindelijk hebben we 138 kamers gecheckt en aan het einde van de dag kon ik geen stap meer zetten.

Toen ik thuis kwam werd ik even heel gelukkig want er stond een hele grote doos op mijn trap; post uit Nederland! Ik rende naar boven, pakte een schaar en zette de doos op tafel. Niet veel later was alles uitgepakt en was ik chocola (I like!), ontbijtkoek, drie zakjes drop, een Spaans woordenboek, paasspulletjes, en een hele lieve kaart rijker. Thanks to mijn opa en oma. Zó lief!


Donderdagavond zag ik op tv Breaking News over David Letterman die zijn pensioen aangekondigde en ik schreef erover voor de website van Linda Magazine (lezen kan hier!). Verder belde ik nog even met m’n vader want die was jarig (op vrijdag dan, maar donderdagavond bij mij is vrijdagochtend jullie tijd). Om half tien kon ik mijn ogen niet meer open houden en ging mijn bed in.




Vrijdagmorgen kleedde ik me snel aan en ging ik facetimen met m’n moeder en opa en oma die op visite waren bij m’n ouders omdat m’n vader jarig was. Ondanks dat hij het niet vierde en maar een uurtje thuis was, kon ik wel gezellig kletsen met opa en oma.  Inmiddels had m’n vader ook mijn waanzinnige kaart gekregen (‘‘Dad, it’s your birthday! Let someone else mow the lawn, take out the trash, and wash the cars for a change. I mean, What does mom do around here, Anyway?! – Just kidding, happy birthday!’’). Ik moest zo hard lachen toen ik die kaart een paar weken geleden tegenkwam dat ik zeker wist dat m’n vader deze ook wel kon waarderen.




Even later was ik weer netjes op mijn werk, op tijd voor de verandering. En ik werd meteen voor het blok gezet door de manager want ik moest de dames vertellen hoe ik vond dat ze hun werk deden en wat mij opgevallen was de afgelopen weken tijdens het assisteren van de supervisor. Super fijn, om dat ineens in het Engels tegen 35 meiden te vertellen. Ik kon het niet echt waarderen, de manager wel. Want, zei ze, ‘‘Ik hou van verrassingen!’’. Voordat ik weer kamers ging controleren met de supervisor, gingen we meehelpen in de wasserette. Even wat handdoeken opvouwen, wat inhoudt dat je ze een voor een uit een grote bak haalt en in een machine stopt. Waar ze aan het einde weer netjes opgevouwen uit komen. Zo’n ding moet ik later ook hebben.

Na een uurtje namen we pauze, en liet ik mijn collega’s kennis maken met ontbijtkoek.  Omdat zij mij non-stop uitlachen omdat ik geen Mexicaanse specialiteiten ken, kon ik net als met de stroopwafels, nu ook weer revanche nemen. Dus deelde ik mijn ontbijtkoek, twee van de drie collega’s bedankten vriendelijk. Wat de boer niet kent, eet hij niet, geldt hier blijkbaar ook. De collega die het wel wilde proberen was niet echt enthousiast te noemen en begreep niet dat wij dat eten. Tsja, misschien is het ook wel gek als je gewend bent om ’s ochtends rijst te eten. Of taco’s. Of kip.

Na onze pauze liepen we naar de lift en gingen weer kamers controleren. Of eigenlijk, ik controleerde en mijn collega keek toe of ik het goed deed. De dag vloog voorbij, en om half vijf waren we allebei moe.

Ik twijfelde, het was weer de eerste vrijdag van de maand, wat betekent dat er weer een borrel was voor alle Nederlandse meiden hier in LA. Omdat ik echt heel moe was, en alles pijn deed, ging ik even in discussie met mezelf. Uiteindelijk besloot ik toch om te gaan. Het was goed om weer even onder de mensen te komen, andere mensen dan mijn collega’s dan. Dus zat ik om vijf uur netjes in de auto, ging nog even tanken en op weg naar Venice. Waar ik eerst met Mirjam en Joanne langs de beroemde foodtrucks ging, op zoek naar eten. Er waren trucks met hamburgers, hotdogs, salade’s, sushi, Mexicaans eten (natuurlijk), maar ook pizza, Berlijnse bratwursten, Cupcakes, Koreaanse Barbecue en nog veel meer. Ik koos voor kip op ‘‘moeders wijze klaargemaakt’’. En dat smaakte prima. Daarna gingen we naar een wijnbar om te borrelen met nog wat meer meiden. Ik was zo blij dat ik toch gegaan was, even weer contact met mensen die uit hetzelfde land komen, dezelfde cultuur kennen, dezelfde gebruiken. En die dezelfde strubbelingen hebben of hebben meegemaakt als ik hier. Denk aan; vrienden worden met Amerikanen. Een hopeloze missie, volgens velen. Wat mij weer hoop geeft, het ligt dus niet aan mij (al heb ik ook nog niet mega goed mijn best gedaan om echte Amerikaanse vrienden te zoeken). De grap van de avond was nog wel dat ik mijn verhaal vertelde tegen een van de dames en terloops noemde dat ik uit Ermelo kwam. ‘‘Wacht even, Ermelo? Daar kom ik ook vandaan!’’ Zei ze. Ik kon het bijna niet geloven, 8000 kilometer van Ermelo, zaten we even later te kletsen over de nieuwe Albert Heijn, over Groevenbeek, over de RKPWA en de Ireneschool. De wereld is kleiner dan klein!

Rond een uur of tien was ik kapot, nam ik afscheid en haalde mijn auto op. Want die had ik weer (lekker diva) valet geparkeerd. Ik reed richting huis en eenmaal op de snelweg, met alle lichtjes van LA in de verte, de bergen links van mij en de zee achter mij, zong ik mee met Aloe Blacc ('When I wake up in the morning  I ask myself is there somewhere else that I'd rather be?') en vergat ik mijn werk en kwam de glimlach weer terug op mijn gezicht. 

Zaterdagmorgen moest ik weer werken en was ik om negen uur weer present. Zaterdag was een klein beetje D-Day, want zondag was de bedoeling dat ik helemaal alleen aan de slag zou gaan als supervisor. Dus liet de supervisor mij het werk doen en gaf ze mij nog de laatste tips en vertelde op basis waarvan zij beslissingen nam. Wanneer moet het bed opnieuw opgemaakt worden, wanneer moet de badkamer opnieuw schoongemaakt worden. Wanneer moet er wel en wanneer moet er niet opnieuw stofgezogen worden, enzovoort.  Om half zes was ik klaar en kocht ik sushi in de supermarkt en at ik thuis op. Ik nam een douche en lag om acht uur in bed uitzending gemist te kijken (mijn leven hier op dit moment is zó spannend..).

Zondag zat ik er even doorheen. Ik facetimede met mijn moeder en vertelde dat ik het zo lastig vind dat iedereen Spaans spreekt en ik niet, dat ik mij soms buitengesloten voel op deze afdeling, dat ik zo moe was, dat ik Nederland miste, dat ik het zo spannend vond dat ik alleen supervisor zou zijn vandaag, dat ik onzeker was of ik dat wel aan kon die verantwoording. Ik vertelde dat ik het mistte dat ik mijn vader niet even kon feliciteren. Dat ik het mis om gewoon even een knuffel te krijgen en dat ik nu pas besef wat ik allemaal heb meegemaakt de afgelopen twee maanden. Natuurlijk zit ik nog steeds een beetje in de overlevingsmodus, maar niet meer zo erg als mijn eerste weken. Het lijkt wel alsof ik nu pas besef dat ik echt hier alleen naar toe gegaan ben. Dat ik echt alles zelf heb gedaan. En dat ik hier de komende tien maanden nog ben. Na twintig minuten moest ik afsluiten want ik moest naar mijn werk. Ik droogde mijn tranen, haalde diep adem en deed opnieuw mascara op. Toen ik  naar beneden liep zag ik twee kaarten op mijn trap liggen. Ik deed ze in mijn tas en liep naar mijn auto.


Op de parkeerplaats op mijn werk aangekomen had ik nog vier minuten voor ik moest beginnen, dus opende ik beide kaarten, eentje van mijn oom en tante (super lief, dank jullie wel!!) en van een paar vriendinnen die twee weken terug met elkaar uit eten waren geweest. Zonder mij. Maar wel een kaart hadden geschreven. Deze twee kaartjes waren precies wat ik nodig had, ik voelde nog een huil-bui aankomen, rende snel naar de toiletten en probeerde te redden wat er te redden was.

Even later stond ik weer netjes naast de manager tijdens de dag-opening. Ik zette mijn professionele pokerface op (voor zover mogelijk) en probeerde me te concentreren op mijn werk in plaats van hoe ik me voelde. Nadat ik weer wat handdoeken en kussenslopen door de machine had gehaald was het tijd voor koffiepauze. Een van mijn collega’s zei dat ik borden moest pakken en bestek want ze had ‘ontbijt’ meegenomen. Al mijn collega’s ontbijten op het werk, ik doe dat standaard voor ik ga werken anders val ik om. Maar zij ontbijten in de eerste pauze. Mijn collega vertelde dat ze een half uur eerder was opgestaan om langs een Mexicaans eettentje te gaan om Tamales te gaan kopen. Ze haalde ze uit de verpakking en verdeelde het over drie borden. Ik wist niet wat ik zag. Een soort pakketje van bladeren en begreep niet echt wat ik daarmee moest gaan doen. Laat staan, of ik dit soort eten wel kon waarderen. Waarschijnlijk sprak mijn gezicht boekdelen, mijn collega legde meteen uit wat het was (maisbladeren gevuld met rijst met kip) en zei dat het de bedoeling was dat je de bladeren ervan af haalt, dan houd je alleen de vulling over. Toen haalde ze brood uit haar tas en deed de rijst met kip op haar brood. Ik bedankte voor het brood, een broodje rijst is niet echt mijn lievelings combinatie. Toch smaakte het niet heel erg vies. Het smaakte apart, niet vies, maar het is ook niet mijn nieuwe lievelingseten. Ik vond het zo schattig dat mijn collega speciaal vroeg was opgestaan om mij kennis te laten maken met dit Mexicaanse gerecht dat ik het wel helemaal op at. We hadden het over Mexicaans eten en ik vertelde haar hoe ik Mexicaans eten ken en zocht op internet een plaatje van een Knorr Wereldgerecht. Beide collega’s vielen van hun stoel van het lachen.


Na de koffiepauze haalde ik mijn sleutels op bij de security, pakte de radio (walkie-talkie) en maakte die vast aan mijn broek en printte mijn reports. Op naar de lift, op naar de 24e etage om te beginnen met de kamerchecks. In mijn eentje.

Ik stapte uit de lift op de 24e etage en liep naar de roomattendent. Ik pakte haar report erbij en noteerde op mijn papieren welke kamers ze al schoongemaakt had en maakte onderscheid tussen vacant (vrij) en occupied (bezet). Ik liep naar de eerste vrije kamer die ze schoon had gemaakt. Klopte drie keer op de deur met mijn sleutel kaart, riep ‘‘Goodmorning Housekeeping’’, klopte nog drie keer op de deur en zei ‘‘Roomcheck’’ en opende de deur. Ik liet de deur op een kier staan en deed als eerste de lampen aan. Ik trok de kastdeur open en checkte de kluis, die was open. Ik haalde mijn hand over een van de planken om te kijken of er veel stof op lag. Ik deed de deur weer dicht en controleerde de kastdeur-spiegels. Ik liep naar de badkamer, ging op mijn knieeën de vloer controleren op haren, ging met mijn hand door het bad om te voelen of alle zeepresten waren verdwenen en checkte de beide kranen op opgedroogde waterdruppels. Ik stond op en liep naar de wastafel, controleerde de spiegel en de wasbak. Checkte of alle zeepjes en andere supplies aanwezig waren en op de juiste plek stonden. Ik telde de handdoeken en keek of ze op de juiste manier waren opgevouwen. Ik liep de badkamer uit en ging op mijn knieën naast het bed zitten en keek onder het bed. Ik stond op en controleerde of er vlekken op het linnen zaten en trok de laadjes van de nachtkastjes open, keek of er een bijbel in lag en een gedichtenbundel. Daarnaast bekeek ik het bureau, of er vlekken op zaten, haalde mijn hand over de vensterbank en checkte de televisie. Als laatste controleerde ik de vloerbedekking op vlekken en liep ik de kamer uit en deed de deur weer op slot. En dit herhaalde ik nog 119 keer die dag. Misschien toch  niet heel gek dat ik iedere keer aan het einde van de dag kapot ben.

Daarbij komt dat de wekkerradio’s zaterdagnacht ook versprongen waren naar zomertijd. Heel gek, want het is hier al zo’n vier weken zomertijd. Wat dus betekende dat alle  wekkers een uur verder stonden, dus moesten we naast de kamers checken ook in iedere kamer met een schroevendraaier de tijd goed zetten op de wekkers. Uiteindelijk liep ik dus met pen, sleutel, walkietalkie, papieren en schroevendraaier door de gangen. Ik kwam collega’s tegen die zich afvroegen wat ik met een schroevendraaier moest en antwoordde ‘Ik solliciteer voor Engineer’’, waarop ze meteen in lachen uitbarsten.

 
Halverwege de middag kwam er een kamermeisje een van de kamers binnen rennen die ik net aan het controleren was. ‘‘Anne, Anne!!!!’’ En ze gebaarde dat ik mee moest komen. Het geval was dat er vier gasten waren aangekomen die twee kamers met een connecting door hadden geboekt, wat betekent dat ze van de ene naar de andere kamer konden lopen. Het meisje had de ene kamer schoongemaakt en in het systeem als ‘’schoon’’ neer gezet en was nu de kamer ernaast aan het schoonmaken met de connecting door nog open. De Front Desk had de gasten alvast de sleutel van de ene kamer gegeven met de mededeling dat de tweede kamer bijna klaar was. En dus gebeurde het dat de gasten zomaar in de tweede kamer stonden die het kamer meisje net aan het schoonmaken was. Zij wist niet wat haar overkwam, ineens vier mensen in haar kamer en de gasten waren niet heel blij. Ik bood excuses aan, legde uit wat er aan de hand was en wat we gingen doen en beloofde de gasten dat ik ze meteen liet weten zodra de kamer schoon was. Ik liet ze naar de schone kamer gaan en deed de connecting door dicht zodat het kamermeisje in alle rust verder kon. Om het goed te maken (en om in te spelen op de Amerikaanse weggeef-cultuur), belde ik roomservice en vroeg om vier flesjes water en twee repen chocola. En zo stond ik even later voor de deur van de kamer die al wel schoon was en bood de gasten gratis water en chocolade aan, als excuses voor het ongemak. Ze waren verrast en konden het waarderen en een van de heren zei; ‘‘Ik weet nu je naam, zodra er wat is, vraag ik naar jou en zeg ik; Anne is my friend! Dankjewel voor je goede zorgen!’’ En zo had mijn dag toch nog een gouden randje en wist ik weer waarom ik de hotellerie zo leuk vind.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten